In een zorgstelsel dat kraakt onder personeelstekort en krappe budgetten is een zorgvuldige omgang met schaarse middelen belangrijker dan ooit. Laten nu juist zelfstandige klinieken dit goed kunnen, constateert Gupta Strategists. Beleidsmakers, zorgverzekeraars en ziekenhuizen zouden hen dan ook ruim baan moeten geven. Maar de klinieken hebben zelf ook huiswerk te doen, met name op het gebied van transparantie.
Met het rapport ‘De kracht van focus’ dat het adviesbureau in opdracht van branchevereniging Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN) maakte, wil Gupta fabels en feiten van elkaar scheiden. En fabels over zelfstandige klinieken zijn er genoeg. Gupta stipt de belangrijkste nog maar eens aan. Zelfstandige klinieken zouden aan cherry picking doen en woekerwinsten maken. Zelfstandige klinieken zouden koste wat kost willen opereren om maar te kunnen declareren. En ze zouden personeel wegpikken bij reguliere ziekenhuizen.
Beperkte concurrentie
Allemaal niet waar, oordeelt Gupta. Van het actief selecteren van ‘eenvoudige’ patiënten is geen sprake. Voor zover klinieken focussen op relatief gezonde patiënten met laag complicatierisico, dan is dat omdat ze simpelweg complexe patiënten niet kunnen en mogen behandelen. De bedrijfsresultaten zijn vergelijkbaar met die van de ziekenhuizen. En concurrentie op de arbeidsmarkt is gezien het kleine aantal werknemers in de klinieken zeer beperkt. Om dit punt te onderstrepen zet Gupta de kijker op de schaarse groep van anesthesie- en OK-medewerkers. Nederland heeft hier een kleine 8.000 van, goed voor bijna 6.200 fte. Het beslag van de klinieken is 480 fte.
Groeiend zorgvolume
Wat zijn dan wel de feiten? Om een onderbouwde evaluatie te geven van de betekenis van zelfstandige klinieken, heeft Gupta hun prestaties op een vijftal gebieden in kaart gebracht, te weten: toegankelijkheid, kwaliteit, betaalbaarheid, maatschappelijk waarde en innovatie
Het onderzoek onderstreept in ieder geval dat klinieken op basis van het geleverde zorgvolume niet meer weg te denken zijn uit de medisch specialistische zorg. Gingen in 2013 nog 619 duizend patiënten naar een zelfstandige kliniek, vorig jaar waren dat er 1,1 miljoen. Procentueel komt dat neer op een groei van 7,5 procent per jaar. Die groei is ook terug te zien in het relatieve aandeel in de zorgkosten. Waren klinieken in 2013 goed voor 3,4 procent van het budget, in 2021 was dat 5,5 procent.
Treeknormen
Niet alleen behandelen klinieken steeds meer patiënten, ze doen dit ook relatief snel. Voor de behandelingen die Gupta onderzocht is de wachttijd bij klinieken substantieel korter dan bij ziekenhuizen. Dit geldt voor zowel polibezoek als behandeling. In mei 2022 bijvoorbeeld was de gemiddelde wachttijd voor een polibezoek voor cataract bij klinieken 21 dagen. Bij een ziekenhuis moest een patiënt een maand langer wachten, gemiddeld 52 dagen. Over de hele linie is de wachttijd bij klinieken 40 tot 70 procent korter dan bij ziekenhuizen, becijfert Gupta. Daarmee blijven klinieken gemiddeld gezien binnen de Treeknorm, terwijl ziekenhuizen daar over het algemeen ver overheen gaan. Wie nu denkt dat ziekenhuizen inhaalzorg als gevolg van covid als excuus kunnen gebruiken, heeft het volgens Gupta mis. Het patroon bestond pre-covid ook al.
Voor wat betreft de medische uitkomsten ontlopen klinieken en ziekenhuizen elkaar volgens Gupta niet veel. Bovendien is zowel in ziekenhuizen als in klinieken de kans op bijvoorbeeld wondinfectie of een hersteloperatie bijzonder laag, maar in klinieken nét nog iets lager.
Tevreden patiënten
Qua patiënttevredenheid groeien klinieken en ziekenhuizen steeds meer naar elkaar toe. Gemiddeld geven patiënten hun kliniek een 9,0 als rapportcijfer. Ziekenhuizen kregen in 2021 een 8,6. Daarbij kan wel worden opgemerkt dat de score van klinieken sinds 2016 niet onder de 8,8 is geweest. De ziekenhuizen komen van een gemiddelde van 8,0.
Scherpe tarieven
Als het op tarieven aankomt springen de klinieken er wel weer uit. Gecorrigeerd op zorgzwaarte zijn die tarieven in de klinieken gemiddeld 3,8 procent tot 5,4 procent lager dan in ziekenhuizen. Die scherpe tarieven zijn des te opvallender als bedacht wordt dat het algemene prijspeil in de medisch specialistische zorg de afgelopen jaren is gezakt. Voor cataract en huidkanker zijn de prijzen zelfs zo sterk gedaald dat ze in 2022 nog steeds zo’n tien procent lager uitvallen dan tien jaar geleden.
Volgens Gupta is de daling van het prijspeil grotendeels te danken aan de scherpe prijsstelling klinieken. Daarmee dwongen ze ook de ziekenhuizen om kritisch naar bedrijfsprocessen te kijken en zo nodig (kosten)efficiënter in te richten. Eenzelfde voorbeeldfunctie vervullen de klinieken volgens Gupta op het gebied van digitale innovatie.
Focus
Alles in ogenschouw nemend concludeert Gupta ‘de kracht van focus’ dat in de klinieken ‘toegankelijkheid, kwaliteit, betaalbaarheid, maatschappelijke waarde en innovatie hand in hand gaan’. “Dat is geen toeval, maar komt voort uit de onderliggende gemene deler van klinieken: focus”, aldus Gupta. “Het woord focus komt voort uit de meetkunde. Het is het brandpunt van een lens, het punt waarin alles samenkomt. In overdrachtelijke zin gaat focus over het richten van energie (tijd, aandacht, geld). Wie focust, kiest een doel en zet zich daarvoor in. Focus betekent ook dingen niet doen die afleiden van dat doel.”
Deze aanpak is volgens Gupta broodnodig om de zorg de komende jaren toegankelijk en betaalbaar te houden: “Het zorgvuldig omgaan met schaarse middelen (tijd van zorgverleners, maar ook geld) is iets waar klinieken goed in zijn. Klinieken zouden aan nog meer patiënten focuszorg kunnen leveren.”
Voorwaarde is wel dat beleidsmakers marktprikkels in de electieve zorg behouden. Ook moeten zorgverzekeraars voldoende volume tegen dito tarief inkopen. Ziekenhuizen en klinieken dienen daarnaast te beseffen dat ze complementair zijn. Dat betekent: niet concurreren om dezelfde patiënten.
Transparantie nodig
Voor de klinieken heeft Gupta ook een opdracht; ze moeten transparanter worden. Om te beginnen over hun financiële prestaties. “De meeste klinieken zijn namelijk niet transparant over hun financiële prestatie”, schrijven de onderzoekers. Alhoewel ze jaarrekeningen publiceren volgens de wettelijke verplichtingen, komt bij een groot deel van de klinieken de daadwerkelijke financiële prestatie daaruit niet naar voren. […] De gerapporteerde kosten zijn dan bijvoorbeeld de omzet van onderliggende dochterondernemingen, waar de werkelijke winst wordt gemaakt.”
Die beperkte financiële transparantie strookt niet met de geest van de governance code van ZKN, stelt Gupta. De onderzoekers kunnen niet nalaten op te merken dat ook ziekenhuizen niet volledig transparant zijn over hun financiële situatie. Zo is vaak niet duidelijk wat het financieel resultaat is van medisch specialistische bedrijven (msb’s).
Uitkomsten vergelijken
Misschien nog belangrijker is transparantie over de uitkomsten. Weliswaar informeren veel klinieken actief over hun scores op ZorgkaartNederland of een andere klantwaardering, zoals Trustpilot, als het om de kwaliteit van zorg gaat, uitgedrukt in behandelresultaten, complicaties of PROM’s, zijn ze minder transparant. Ruim acht van de tien ziekenhuizen verwijst naar ziekenhuischeck.nl, waar cijfers over medische uitkomsten staan en waar ziekenhuizen onderling te vergelijken zijn. Maar één op de tien doet hetzelfde.
Welke zelfstandige klinieken doen het goed op ZorgkaartNederland? Schrijf je gratis in voor het webinar van 6 december. ZorgkaartNederland maakt dan bekend wat de meest gewaardeerde zelfstandige klinieken, ziekenhuizen, fysiotherapiepraktijken, verpleeghuizen en instellingen voor wijkverpleging zijn.