Peter Boerenfijn: ‘Luisteren naar ouderen halveert zorgvraag’

Woonvormen voor ouderen
Philip van de Poel
Philip van de Poel
31 augustus 2023
7 min

Ga niet bedenken hoe mensen oud willen worden, maar vraag het ze. Dat is de boodschap die directeur Peter Boerenfijn van Habion wil meegeven aan iedereen die met woonvormen voor ouderen bezig is. “Mensen willen twee dingen: dóórleven, lees: niet naar het instituut verpleeghuis, want dan zijn ze hun autonomie kwijt. En ze willen niet meer verhuizen.”  

Boerenfijns bevindingen zijn niet uit de lucht gegrepen. Overal waar Habion initiatieven ontplooit, worden potentiële bewoners eerst nadrukkelijk bevraagd over hun leef- en woonwensen. Deze vormen vervolgens het uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van de betreffende locatie. “We noemen dit de reuring-methodiek”, legt Boerenfijn uit. “We stellen altijd drie vragen. Hoe wil je verder oud worden? Wat heb je daar voor nodig? En wat ga je er zelf aan doen nu de verzorgingsstaat aan het kantelen is?”

Schrikbeeld woonvormen voor ouderen

Tientallen van deze gesprekken heeft Habion inmiddels gevoerd. De uitkomsten zijn volgens Boerenfijn vrijwel altijd hetzelfde. “Er komt eigenlijk altijd uit dat ouderen niet afhankelijk willen zijn van de zorg. Als ik het negatief vertaal: ze willen niet in de klauwen belanden van een zorgorganisatie. Daar ben je te gast en moet je je schikken naar de cao van de zorg. Dat betekent om negen uur naar bed. Dat horen we letterlijk terug. Ze willen ook niet meer verhuizen. Het schrikbeeld is een gedwongen verhuizing uit de wijk naar een aanleuningwoning, verpleeghuis of hospice.”

Scheiden wonen en zorg

Uitgangspunten als deze vergen nogal wat van de woningportefeuille van huisvesters. Waar in het verleden ouderen maar moesten meeverhuizen met hun zorgvraag, zijn het nu de woningen die moeten meebewegen met de veranderende wensen en noden van de bewoners. “We moeten geen gebouwen meer maken met een specialistische functie”, verduidelijkt Boerenfijn. “Maar woningen realiseren waar zonder grote verbouwing ook verzorging of verpleging geboden kan worden.”

Door omstandigheden gedwongen koos Habion zo’n tien jaar geleden voor deze koers. Doordat het toenmalige kabinet werk maakte van het scheiden van wonen en zorg, zag Habion zich geconfronteerd met een dubbel probleem: dalende inkomsten en een verouderd product.

Geen appeltaart

“We verhuurden veel verzorgings- en verpleeghuizen aan zorgorganisaties. Verzorgingshuizen waren goed voor twee derde van onze omzet. Daarvan kwam de financiering onder druk. Als we diezelfde kamers hadden moeten verhuren in het woondomein zouden we een derde van onze huuromzet verliezen.”

“Daarnaast was het geen aantrekkelijk product. Vroeger kwam er appeltaart als je werd ingeloot in een verzorgingshuis, maar wij merkten dat ouderen de regie over hun leven niet langer kwijt wilden. Dus kwamen we voor de keuze: doorgaan met het bouwen van specialistische zorggebouwen voor zorgorganisaties of draaien we 180 graden en gaan we doen wat die ouderen willen. Dat laatste zijn we op grote schaal gaan doen. Langs dit systeem hebben we inmiddels bijna 2.500 van onze 11.000 woningen veranderd.”

Paradepaardje

Paradepaardje van deze aanpak is het Liv inn-concept. Liv inn is -zoals Habion het op de eigen website verwoordt- “het huis waar je doorleeft, het huis dat je jong houdt, waar je tijd tekort komt en betekenisvol oud(er) wordt.” Beter nog: “Liv inn is het nieuwe leven voor ouderen, met de gemeenschappelijkheid van een studentenwoning, de bedrijvigheid van een klein dorp en de geborgenheid van een huis.” De eerste Liv inn opende eerder dit jaar in Hilversum, elders in Nederland staan er meerdere op stapel. Maar ook vernieuwde locaties zonder Liv inn-label voeren gemeenschappelijkheid, eigen initiatief en verbinding met de buurt hoog in het vaandel. Zitten ouderen te wachten op zoveel eigen inbreng?

Grenzen

“Als je hecht aan autonomie, moet je het zelf gaan doen”, reageert Boerenfijn. “Daar horen natuurlijk ook vragen bij. Waar zitten je kansen, je mogelijkheden en je grenzen?” En grenzen zijn er. Luiers wisselen bij incontinentie is ‘een hele duidelijke’. Een wandeling met een dementerende buurman daarentegen vindt vrijwel niemand een probleem. Voor lichtere activiteiten is zelfs animo te over. Boerenfijn: “Het hele gemeentelijke welzijn zie je in onze gebouwen niet meer terug. Bewoners organiseren van alles zelf. Ze zitten niet te wachten op iemand die bepaalt dat er om drie uur bingo is.”

Gouden mix

De resultaten van deze aanpak ogen indrukwekkend. De bewonerstevredenheid ligt één tot anderhalve procent hoger dan in traditionele Habion-huizen. Wat meer is: de zorgvraag daalt drastisch. “Veel vragen aan de zorg zijn aandachtvragen”, zegt Boerenfijn. “Het gaat vaak om kleine hulpvraagjes, niet om zorgvragen waar een verpleegkundige of verzorgende voor nodig is, maar waar ze wel veel tijd aan kunnen verliezen.”

“In onze toewijzing zoeken we naar een gouden mix. Een derde heeft geen zorgvraag, een derde een lichte en nog eens een derde een zware. Hierdoor worden veel zorgvragen een burenvraag. Alleen al door die community van mensen van binnen en buiten het gebouw die zelf bepalen wat er gebeurt, hoe het gebeurt, wie daar zorg komt leveren en hoe ze met elkaar oud willen worden, neemt de zorgvraag met 30 tot 50 procent af.”

Liever verpleeghuis

Dat klinkt als een winnende formule. Toch krijgt Habion niet overal de handen op elkaar. “Sommige zorgorganisaties hebben het liefst gewoon een verpleeghuis. Dat is logistiek gezien gemakkelijker.” Waar zorgaanbieders mikken op een homogene populatie, mikt Habion op precies het omgekeerde. Diversiteit vergroot de draagkracht van een gemeenschap en maakt het een stuk gezelliger.

Afscheid nemen

In de omgang met zorgaanbieders stuit Habion daarnaast nog wel eens op een misplaatst gevoel van eigenaarschap. “Zorgaanbieders denken vaak: jullie hebben het aan ons verhuurd, dus dit is onze locatie. Wij zeggen juist: jullie hebben de kans om mee te doen in wat bewoners willen.”

“Vaak geloven ze daar niet in, ze hebben bedrijfseconomische redenen of het personeel wil niet. Dan moeten wij een keuze maken: blijven we leverancier van zorgvastgoed of kiezen voor de ouderen? Nu kiezen we steevast voor die ouderen. Dat betekent dat de zorgorganisatie vertrekt van die locatie. Dan zetten we met de community een advertentie met de vraag wie de zorg die wij vragen wil komen leveren. Een aantal zorgorganisaties zie ik heel goed performen. Van acht organisaties hebben we helaas afscheid moeten nemen.”

Niet kostendekkend

Een punt van zorg is de financiële haalbaarheid. De nieuwe aanpak is relatief duur en die rekening moet door iemand betaald worden. “We investeren uit ons vermogen gemiddeld 25.000 euro meer dan in een normale sociale huurwoning”, verduidelijkt Boerenfijn. “Dat heeft alles te maken met feit dat die woning ook een verzorgings- en verpleegwoning moet kunnen zijn zonder iedere keer te hoeven verbouwen. Met de nieuwe subsidieregeling voor geclusterd wonen voor ouderen is het nog steeds niet kostendekkend, maar daar durven we het wel voor te doen.”

Veroordeeld tot verpleeghuis

Dit laat onverlet dat Habion-wonen niet voor iedereen bereikbaar is. “Iemand met alleen AOW heeft 1.300 euro per maand”, rekent Boerenfijn voor. “Van de overheid mag de huur voor die groep niet hoger zijn dan 580 euro per maand. Bij nieuwbouw is dat niet te doen. Dan zouden we 250 euro per maand moeten bijleggen, terwijl het al niet kostendekkend is. Die laagste inkomens veroordeel je dus tot een gang naar het verpleeghuis.”

Verdubbeling kosten?

Wat Boerenfijn betreft een klassiek voorbeeld van penny wise, pound foolish. “Een intramurale plek kost 90.000 euro per jaar. Als je bedenkt dat het aantal dementerenden de komende jaren gaat verdubbelen, dan ga je landelijk van 14 miljard euro naar 28 miljard euro. Volgens mij gaan we dat met z’n allen niet bekostigen en ik zou ook niet weten waar we de verpleegkundigen vandaan moeten halen. Wij denken echt dat het goedkoper en beter kan.”

Extra bouwen

Aan Habion zal het volgens Boerenfijn niet liggen. “In 2032 willen we dat 95 procent van al onze eenheden voldoet aan de nieuwe eisen. We liggen op schema. Maar de bouwkolom is het meest ingewikkeld. Wij hebben ruimte om 810 woningen extra te bouwen, bovenop de paar duizend die we al doen, maar ik zou niet weten waar. In Hattem zijn we bijvoorbeeld al tien jaar bezig. We lopen daar iedere keer procedureel vast. Dan is weer de politiek, een zorgaanbieder die niet wil of een boze buurman. Nu is het stikstof. Het is jammer dat het kabinet gevallen is en minister De Jonge niet verder kon met zijn voornemen om de veto’s van Jan en alleman aan banden te leggen.”

Roer om

Toch verwacht Boerenfijn dat het tempo van scheiden van wonen en zorg omhoog zal gaan. Als het probleem maar nijpend genoeg is. “Het ging eigenlijk heel goed, tot Martin van Rijn als minister van VWS met die twee miljard aan kwaliteitsgelden kwam. Toen gingen zorgaanbieders weer op hun handen zitten. Daarvoor was er een gevoel van urgentie. Door WOZO zie ik nu links en rechts ook het roer omgaan.”

Peter Boerenfijn was spreker tijdens het congres Wonen en Zorg dat Rabobank en BeBright op 18 september hielden in samenwerking met ActiZ en Dutch Health Hub. Naast Boerenfijn voerden onder anderen Marcel Canoy (VU), Anneke Westerlaken (ActiZ), Hans Adriani (aanjager wonen, welzijn en zorg voor ouderen), Tak Lam (BPD Woningfonds), Mariëlle Lichtenberg (Rabobank), Martin van Rijn (Aedes), Anton van Mansum (Orpea NL) en Geertjen Pot (Zadelhoff / Centrum voor Zorg Slotervaart) het woord.  

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen