De WHO gaat de mentale gezondheid en het welzijn van zorgprofessionals in 27 EU-landen in kaart brengen. Ook Noorwegen en IJsland worden bij het door de EU gefinancierde onderzoek betrokken. Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag hoe de werkomstandigheden van zorgprofessionals te verbeteren zijn.
Met het onderzoek reageert de WHO op aanhoudende signalen over slechte werkomstandigheden en grote psychische druk. Dit alles leidt tot overspannenheid, burn out, absenteïsme en het weglopen van personeel. Volgens professionals die bij het onderzoek betrokken zijn, heeft de covid-epidemie hierbij als waterscheiding gefungeerd. “Covid heeft de ongezonde werkcultuur binnen de zorg bloot gelegd”, aldus Álvaro Cerame, voorzitter van de European Junior Doctors (EJD).
Levensbelang
Volgens de WHO is de mentale gezondheid van zorgprofessionals cruciaal voor de toekomst van het Europese zorgstelsel. Het beschermen van hun mentale gezondheid is niet alleen een morele plicht, maar ook van levensbelang voor een sterke, veerkrachtige personeelsreserve.
Beter begrip
Met het onderzoek krijgen zorgprofessionals de gelegenheid om hun persoonlijke gedachten en wensen te delen en daarmee bij te dragen aan effectiever beleid gericht op de verbetering van de arbeidsomstandigheden. “Onderzoek is belangrijk”, aldus Cerame. “Want wat we niet begrijpen, kunnen we ook niet bespreken.”
“Verpleegkundigen worden over het algemeen nauwelijks betrokken bij beleidsvorming”, onderstreept Karen Bjøro, bestuurslid van de International Council of Nurses, het belang van het onderzoek. “Dat maakt ze kwetsbaar.”
Vertrouwen
“Patiënten vertrouwen ons huisartsen”, vult arts Tiago Villanueva aan. “Maar dat vertrouwen valt of staat bij tijd. Die tijd staat onder grote druk door personeelstekorten en volle wachtkamers. Dat huisartsenij een zwaar vak is weten wij al, maar misschien kweekt dit onderzoek meer begrip bij het publiek en beleidsmakers.”
Het onderzoek is het grootste dat tot op heden in Europa is uitgevoerd. De praktische uitvoering verloopt via de verschillende landelijke beroeps- en brancheverenigingen. De onderzoekers hebben de ambitie om de uitkomsten in de toekomst te blijven actualiseren.
.
