Wegiz is op 1 juli ingegaan. “We zijn een brug aan het bouwen, terwijl we over de brug lopen”, aldus Ulco de Boer. Hij legt uit hoe het proces verloopt en waarom iedereen in de zorg zich moet voorbereiden.
Ulco de Boer, beleidsadviseur gegevensuitwisseling bij VWS, weet alles over de Wegiz. Deze wet verplicht straks elektronische gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders. Het doel van deze wet is dat ICT-systemen met elkaar kunnen communiceren, zodat zorgverleners eenvoudig gegevens met elkaar kunnen delen.
De Boer neemt ons mee terug naar het begin. “De Kamer en het veld vroegen om regie en actie van VWS om tot betere gegevensuitwisseling te komen. Om met de juiste onderwerpen te beginnen, vroeg VWS het zorgveld waar de prioriteiten moesten liggen. Zo is het programma Elektronische gegevensuitwisseling in de Zorg in 2018 gestart.”
In 2019 was er in de Kamer en in het zorgveld voldoende draagvlak voor het verplicht stellen van elektronische gegevensuitwisseling. De kaderwet Wegiz kon worden geschreven. In het Informatieberaad Zorg, het adviesorgaan over de informatievoorziening, kwam ook de eerste Meerjarenagenda Wegiz tot stand.
Verplichting
Recent is de Wegiz in beide Kamers aangenomen. Daarmee heeft de minister van VWS een grondslag om elektronische gegevensuitwisseling te verplichten, legt De Boer uit. Op 1 juli 2023 treedt de Wegiz in werking. Het aanwijzen van gegevensuitwisseling die verplicht elektronisch plaats moet vinden, gebeurt met een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De eerste AMvB gaat in op 1 januari 2024 en gaat over medicatieoverdracht.
Geprioriteerde gegevensuitwisseling
“In de gesprekken met het zorgveld over de prioriteiten stonden drie pijlers centraal”, zegt Boer. “Is er draagvlak voor het verplicht stellen van een elektronische gegevensuitwisseling? Heeft het toegevoegde waarde, bijvoorbeeld kwalitatief of financieel? En als derde, is het realiseerbaar?”
Zo werden, terwijl de Wegiz werd geschreven, vier gegevensuitwisselingen vastgesteld die prioriteit zouden krijgen. Dat zijn
In het integraal zorgakkoord (IZA), dat in 2022 is gesloten, is afgesproken om acute zorg toe te voegen als vijfde geprioriteerde gegevensuitwisseling.
Elektronisch en gestandaardiseerd
De Boer: “De Wegiz kent twee sporen, dat is belangrijk om te weten. Spoor één geeft aan dat gegevensuitwisseling elektronisch moet plaatsvinden. Spoor twee bepaalt dat die uitwisseling ook gestandaardiseerd moet gebeuren. Voor de meeste gegevensuitwisseling willen we naar spoor twee. Dat kan stap voor stap.”
“Bijvoorbeeld, als onderdeel van de AMvB voor medicatieoverdracht moeten alle huisartsen straks verplicht elektronisch voorschrijven. Maar spoor twee geldt hier voorlopig nog niet. Er lopen wel verschillende subsidietrajecten om toe te werken naar een standaard voor deze gegevensuitwisseling.”
Normen en standaarden
Op de achtergrond wordt in subprogramma’s al jaren hard gewerkt aan randvoorwaarden zoals standaarden en normen voor elektronische gegevensuitwisseling. De Boer verwijst naar de website Gegevensuitwisselingindezorg.nl. Hier staat een animatie die goed uitlegt wat de samenhang is tussen de Wegiz, AMvB’s, kwaliteitsstandaarden, informatiestandaarden en NEN-normen.
“Welke informatie je uitwisselt, staat in een kwaliteitsstandaard”, licht hij toe. “Daar staat in wat goede zorg is, maar ook welke gegevens nodig zijn voor goede informatieoverdracht. VWS heeft het Zorginstituut gevraagd daarbij te begeleiden. Hóe die overdracht er elektronisch uit komt te zien, wordt geregeld in informatiestandaarden. Die ontwikkelt Nictiz. En NEN ontwikkelt specifieke normen voor elke soort gegevensuitwisseling. Neem de uitwisseling van informatie rond acute zorg. Daar komt dus een kwaliteitsstandaard, een informatiestandaard en een NEN-norm voor.”
Consensus kost tijd
“Ik krijg weleens de vraag waarom dit proces jaren duurt. We doen het samen met het zorgveld, op een zorgvuldige en gedegen manier. Het kost veel tijd om tot consensus te komen. Niet alleen over de standaarden, ook voor overeenstemming over een NEN-norm kun je anderhalf jaar uittrekken. En met het certificeren van leveranciers ben je straks zo weer een jaar verder.”
“Ik zeg weleens dat we een brug aan het bouwen zijn, terwijl we over de brug lopen. Ik verwacht wel dat als we de eerste geprioriteerde gegevensuitwisselingen gehad hebben, de rest gemakkelijker zal volgen.”
Inspraak voor iedereen
Voor de vijf geprioriteerde gegevensuitwisselingen zijn de kwaliteitsstandaarden in de afrondingsfase. Ook de informatiestandaarden van Nictiz zijn voor deze vijf al bijna klaar. VWS is verplicht om hiervoor internetconsultaties te organiseren. De Boer: “Iedereen, ook jij als burger, kan in zo’n consultatie reageren op de voorgestelde standaarden. Je hebt dus inspraak, voordat ze worden vastgesteld.”
De internetconsultaties zijn dit voorjaar van start gegaan. Voor de BgZ is die al afgerond, maar alle volgende consultaties verschijnen op de website Gegevensuitwisselingindezorg.nl.
Actualiseren meerjarenagenda
De Boer is onder meer betrokken bij het actualiseren van de Meerjarenagenda. Na de zomer verschijnt weer een nieuwe versie. “We doen het stapsgewijs. Het moet niet te veel zijn voor het zorgveld, want het vraagt veel van hen, ook aanpassing van de zorgprocessen. Ondertussen bereiden we nieuwe gegevensuitwisselingen voor. Elektronische gegevensoverdracht in de geboortezorg komt bijvoorbeeld binnenkort op de agenda.”
Hij komt nog even terug op het achterliggende doel van de Wegiz. “Gestandaardiseerde, elektronische gegevensoverdracht moet leiden tot minder fouten, kwaliteitswinst en lagere kosten. Wat we binnen de Wegiz doen, moet wel nut hebben. En we starten natuurlijk met de bulk waar je de meeste winst kan behalen.”
Voorbereiding gebruikers
Voor zover ze dat nog niet gedaan hebben, moeten bestuurders, zorgverleners en leveranciers nu in actie komen, benadrukt de Boer. “Ziekenhuizen krijgen bijvoorbeeld met meerdere geprioriteerde gegevensuitwisselingen te maken. Denk aan de verpleegkundige overdracht, beeldoverdracht en medicatieoverdracht. Een gegevensuitwisseling raakt alle lagen van je organisatie en de vijf lagen van interoperabiliteit van Nictiz. De voorbereiding daarop kun je echt niet langer uitstellen.”
“Voorheen kon je nog zeggen: ‘daar doen we niet aan mee’. Maar dat kan nu niet meer. We doen vanuit VWS veel aan bewustwording in het veld. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: ‘Let goed op, want er gaat best veel veranderen’.”