De wachtlijsten in de ggz worden alleen maar langer. De ggz kan de vraag niet bijbenen. Daarvan zijn vooral mensen met ernstige klachten de dupe. Vanuit de ggz klinkt een roep om fundamentele veranderingen door de landelijke politiek.
“We moeten zo snel mogelijk de wachtlijsten in de ggz oplossen met voorrang voor de ernstige doelgroep. Dat kan als we de beschikbare capaciteit in de ggz te allen tijde toegankelijk houden voor deze mensen die de hulp het hardst nodig hebben.”
Dat vindt Dienke Bos van MIND, de organisatie die opkomt voor mensen met psychische klachten en hun naasten. Zij roept de formerende politieke partijen op om maatregelen te nemen die voorkomen dat de ggz door de bodem zakt.
Risico op suïcide
Uit gegevens van de Nederlandse Zorgautoriteit blijkt dat wachttijden onverminderd lang zijn en het aantal wachtplekken onverminderd hoog. Zo steeg het aantal wachtplekken in de ggz van 87.114 in december 2022 naar 97.450 in december 2023. Van dit laatste aantal bleek begin april 56,8 procent nog steeds op de wachtlijst te staan. Alle afspraken rond ggz-wachttijden in de zogeheten Treeknorm worden geschonden.
Achter het niet nakomen van de afspraken schuilt groot leed. De mensen die de hulp het hardst nodig hebben, worden het zwaarst geraakt, volgens Bos. “Vooral de complexe groep met meervoudige aandoeningen moet lang wachten. Wij horen verhalen dat mensen anderhalf tot twee jaar op de wachtlijst staan. Dat zijn geen uitzonderingen.”
Door het lange wachten verergeren de klachten, waardoor behandeling nog meer moeite en tijd kost. Bovendien neemt het risico op suïcide en gevaarlijk gedrag toe. Dat moeten we voorkomen.” Bos hoopt dat de formerende partijen durf tonen. “Er zijn radicale veranderingen nodig. We kampen nu al meer dan tien jaar met dit probleem. De maatregelen die zijn genomen waren steeds kleine stapjes en hebben niet gewerkt. Als we dit het hoofd wilt bieden, zijn grotere stappen nodig.”
Loslaten marktwerking
Een fundamentele verandering waarvoor Bos pleit, is het loslaten van marktwerking bij de bekostiging van de cruciale ggz voor de mensen met ernstige aandoeningen. “Je wilt waarborgen dat deze groep altijd op tijd een beroep kan doen op deze zorg. Een vaste financiering maakt het aantrekkelijker om deze in verhouding dure zorg te bieden.”
Een tweede maatregel waarvoor ze pleit, is het meer dan nu beschikbaar maken van bestaande capaciteit. “De zorgverzekeraars moeten meer ggz inkopen om aan hun zorgplicht te voldoen.”
De NZa dwong twee verzekeraars onlangs via een formele maatregel om zich op dit punt te verbeteren. “Met beter contracteren kun je de wachttijden op korte termijn verbeteren. De zorgverleners zijn er al. Het gaat bijvoorbeeld om BIG-geregistreerde vakmensen die ook aan de complexe doelgroep goede zorg kunnen leveren. Ze kunnen soms zelfs gemakkelijker maatwerk bieden aan mensen met meervoudige problematiek dan grote aanbieders. Die bieden vaker zorg via ‘zorgpaden’ aan voor een aandoening.”
Extreme specialisering
Bos noemt de huidige mate van specialisering in de ggz ‘vrij extreem’. Het risico bestaat dat mensen met mentale problemen van het kastje naar de muur worden gestuurd. “Bij de traumakliniek zeggen ze: je moet eerst met je eetstoornis aan de slag. Bij de eetstoorniskliniek zeggen ze: doe eerst iets aan je trauma.” Deze specialisering leidt tot uitsluitingscriteria.
Daar komt bij dat aandoeningen lang niet altijd keurig in de kokertjes van die specialismen vallen. Naast veel mensen met meer aandoeningen, zie je dat er ook vaak financiële of sociaal-maatschappelijke problemen spelen.” Bos zou graag zien dat dergelijke doelgroepen op meer plekken dan nu terechtkunnen.
Wachtenden en werkenden
Waar patiënten met ernstige problematiek nu naartoe kunnen, is onder meer BuurtzorgT. Ook bestuurder Bas van Riet Paap van deze ggz-aanbieder pleit voor fundamentele veranderingen.
Hij gaat hierin zelfs nog verder dan Bos. “Wij hebben een enorme uitdaging in de ggz. We hebben steeds meer wachtenden en steeds minder werkenden: er zijn maar liefst 3.000 vacatures in de ggz. Meer geld lost dat niet automatisch op. Want daarmee tover je niet de noodzakelijke extra vakmensen tevoorschijn.”
Van Riet Paap denkt dat het stelsel moet veranderen. “Tot nog toe hebben we vooral pleisters geplakt. Vanwege de schaarste moeten we het nu anders durven doen.” Wat zijn de ingrediënten voor die verandering? “Dat begint bij het terugbrengen van het vertrouwen in de vakmensen. Nu gaat veel te veel ggz-geld naar controle van die vakmensen. Dat kost tijd die deze mensen niet in de zorg kunnen steken. Dit demotiveert. Dat zie je aan het toenemend aantal psychiaters dat wil stoppen met hun vak.”
Het terugbrengen van vertrouwen begint bij het ministerie van VWS, vindt Van Riet Paap. Die kan bijvoorbeeld de administratieve rompslomp verminderen. Het Zorgprestatiemodel dat begin 2023 is ingevoerd, heeft dit probleem nog lang niet opgelost. “Maar ook organisaties zelf kunnen iets doen door, zoals wij, hun overhead te minimaliseren, zodat het geld voor de zorg ook naar de zorg gaat.”
Generalistische aanpak ggz
Een tweede ingrediënt voor verandering zou volgens Van Riet Paap een meer generalistische aanpak in de ggz moeten zijn. “De zorg is nu overgespecialiseerd op enkelvoudige aandoeningen. Terwijl veel van de ernstige patiënten niet in een hokje passen. Ze hebben meerdere aandoeningen of maatschappelijke problematiek die buiten de zorgdiagnose valt.”
Te veel van het geld en de capaciteit voor de ggz gaat nu naar enkelvoudige aandoeningen, vindt Van Riet Paap. Hij hoopt dat de politiek ondubbelzinnig durft te kiezen voor voorrang voor de groep ernstige patiënten met multiproblematiek. “Je zou willen dat de geldstroom verschuift naar wie dit het hardste nodig hebben. De groepen met lichte problematiek zou je vaker kunnen helpen met bijvoorbeeld digitale oplossingen. Daar heb je niet altijd hoogopgeleide professionals voor nodig.”
Duurzamer zorgresultaat
Van Riet Paap pleit verder nog voor het verlenen van zorg dichtbij de patiënten, bijvoorbeeld in de wijk. “Dat maakt het mogelijk om meer samen te werken met maatschappelijk werk, huisarts en het natuurlijke netwerk. Zo kun je ervoor zorgen dat ook na de behandeling aandacht blijft voor de patiënten en wordt gewerkt aan herstel. Als dichtbij de patiënt mensen samenwerken is de kans op een duurzamer zorgresultaat groter. Zo verklein je ook de kans dat mensen opnieuw op een wachtlijst komen.”