Verpleegkundige Florian van Hunnik zet EPD aan het werk

Florian van Hunnik
Rob Bruntink
15 juni 2022
3 min

Verpleegkundigen moeten slimmer gebruik gaan maken van EPD’s. Daarvoor moeten ze wel het nut inzien van het vastleggen van data, aldus Florian van Hunnik tijdens zijn lezing over datagebruik in het ziekenhuis op Zorg & ICT 2022. 

Van Hunnik is verpleegkundige en Chief Nursing Information Officer bij het OLVG ziekenhuis in Amsterdam. Hij somde een aantal succesvolle voorbeelden op, waarbij datagebruik tot betere patiëntenzorg leidde. Eén daarvan betrof het gebruik van het Elektronisch Patiëntendossier. “Daarin wordt ontzettend veel vastgelegd. Soms zelfs meer dan ik als zorgverlener kan overzien. Als ik mijn dienst begin en ik wil alle toegevoegde informatie over alle patiënten tot me wil nemen, dan ben ik aan het eind van de dienst nog niet klaar. Gelukkig hoef ik ook niet alles te lezen. Ik kan de EPD’s voor mij laten werken. En dat is precies wat we nu doen: we gebruiken de slimheid van computersystemen.”

Ondervoeding

“Kijk naar het onderwerp ondervoeding, een belangrijk thema voor ziekenhuispatiënten. Verpleegkundigen houden allerlei gegevens bij over de situatie van een patiënt. Eerder moesten we die zelf analyseren. En afhankelijk van de ondervoedingsscore, een gewogen score op basis van diverse metingen, vroegen we voor de desbetreffende patiënt een consult aan bij een diëtist. Nu doet het EPD dat zelf. Bij een bepaalde score krijgt de diëtist direct een melding. Zo wordt het EPD, die oude papieren klapper van weleer, een medebehandelaar.”

Samenwerking met de patiënt

In een ander voorbeeld zoomde Van Hunnik in op de samenwerking met de patiënt bij de verzameling van data. “Patiënten leveren steeds vaker zelf gegevens aan, bijvoorbeeld via MijnOLVG. Zij vullen bijvoorbeeld vragenlijsten in voordat zij een poliklinische afspraak hebben. Al die informatie komt terecht in onze systemen. Wij kunnen als zorgprofessionals voordeel hebben van het voorwerk dat de patiënt heeft gedaan. Het kan ons in ons contact met de patiënt helpen te focussen op dat wat relevant is, dat scheelt tijd.”

Invulbereidheid

Een patiënt blijft die invulbereidheid alleen houden als hij ook daadwerkelijk merkt dat er iets met zijn informatie gedaan wordt, aldus Hunnik. “Anders ziet hij er de zin niet meer van in en negeert hij de volgende keer ons verzoek een vragenlijst in te vullen. Deze houding vraagt een andere werkwijze en vraagt andere competenties van verpleegkundigen. Daar zal meer aandacht aan gegeven moeten worden, ook in de opleidingen van toekomstige verpleegkundigen.”

Van Hunnik heeft hierbij geen specifieke doelgroep in gedachten. Alle verpleegkundige niveaus, van MBO- en HBO- tot verpleegkundig specialist,  hebben met dataverwerking te maken, dus alle verpleegkundigen hebben hier een taak in.

Weerstand

Van Hunnik is zich bewust van de weerstand die er onder verpleegkundigen kan bestaan om data in te voeren of om het handelen te baseren op data. “We moeten niet vergeten dat data al een belangrijke rol in het verpleegkundige domein spelen sinds de tijd van Florence Nightingale. Zonder data te verzamelen zou de verpleegkundige zorg nooit verbeterd zijn.”

“Toch zie ik wel een paradox. Zorgprofessionals zijn pas gemotiveerd om data vast te leggen als zij zien dat zij hiervan de vruchten kunnen plukken in hun dagelijkse werk. Echter: dat lukt alleen als we eerst investeren in het vastleggen van die data. Het doorbreken van deze ogenschijnlijke tegenstelling Zorgprofessionals zijn pas gemotiveerd om data vast te leggen als zij zien dat zij hiervan de vruchten kunnen plukken in hun dagelijkse werk. Echter: dat lukt alleen als we eerst investeren in het vastleggen van die data. Het doorbreken van deze ogenschijnlijke tegenstelling wordt volgens mij belangrijk thema in de verpleegkunde van de komende jaren.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen