De OK’s zijn grote vervuilers. Daarom maakt anesthesioloog Niek Sperna Weiland zich hard voor verduurzaming en hergebruik. Op het duurzaamheidscongres Heel de Zorg presenteert hij een gamechanger in de OK: de duurzame OK-muts. “We gaan hiermee van 100.000 naar 500 mutsen per jaar.”
Van wegwerp naar hergebruik en minder broeikasgassen in de atmosfeer. De ambities van anesthesioloog Niek Sperna Weiland zijn groot. Als anesthesioloog bij het Amsterdam UMC houdt hij zich actief bezig met verduurzaming van de OK. Hij richtte daar in 2018 een van de eerste Green Teams op en werkt bottom-up aan een duurzamer ziekenhuis. Want een betere wereld, begint ook op de OK.
Is de OK de meest milieubelastende plek in het ziekenhuis?
“Absoluut. De OK gebruikt zeker 10 tot 20 procent van de energie van heel het ziekenhuis, zo’n drie tot zes keer meer per vierkante meter. Ook worden in de anesthesie sterke broeikasgassen gebruikt. En de OK is een enorme verbruiker van wegwerpartikelen. Een derde van al het ziekenhuisafval is afkomstig van de OK.”
Wat heeft de duurzaamheidsslag bij jullie op de OK opgeleverd?
“We zijn aan de slag gegaan met het terugbrengen van het gebruik van gasvormige narcosemiddelen. Wat nog niet veel mensen weten, is dat deze middelen, zoals lachgas, hele sterke broeikasgassen zijn. Door het gebruik terug te dringen, hebben we de uitstoot met 70 procent gereduceerd. We hebben het energieverbruik van de OK’s flink terug kunnen brengen.”
“En we hebben in samenwerking met Cleanlease een nieuwe, wasbare OK-muts ontwikkeld. Die neem ik mee naar Heel de Zorg. Op 14 april vertel ik het verhaal van deze muts, de hobbels die we hebben genomen en waar we nu staan. Dankzij onze duurzame, wasbare OK-muts is het Amsterdam UMC is van 100.000 wegwerp per jaar naar 500 wasbare gegaan.”
Het kan dus wél! Waarom wordt er nu nog zoveel weggegooid en zo weinig hergebruikt?
“Dat zit ‘m vooral in de kosten. Het wassen en steriliseren voor hergebruik van medische materialen door Nederlandse medewerkers is duurder dan in China disposables inkopen. Daardoor wordt nu bijna alles op de OK maar éénmalig gebruikt. Disposables zouden bijdragen aan betere infectiepreventie, maar dat is nooit bewezen. De meeste disposables zijn zo gemaakt dat ze niet hergebruikt kunnen worden, maar het belangrijkste chirurgische instrumentarium wordt wel hergebruikt en gesteriliseerd. Dus het kán wel.”
“Het vraagt alleen om een transitie. Hergebruik vraagt om een verandering in het proces. Dat moet van lineair naar circulair. Circulair vraagt om kwaliteitsborging en andere logistiek. Daarnaast moeten we naar een situatie waarin van de materialen die niet hergebruikt kunnen worden in elk geval wel de grondstoffen gerecycled worden. Daar zijn we mee begonnen, maar recycling staat in de duurzaamheids-hiërarchie lager op de ladder. Het transport van grondstoffen om ze te recyclen kost geld. Hergebruik levert op de lange termijn juist geld op.”
Wat zou je veranderen als je een onbeperkt budget zou hebben?
“Ik zou zoveel mogelijk disposables omzetten naar reusables, alle afdekmateriaal kan perfect reusable. Ik zou alle kleding omzetten naar wasbaar. Dat kan: er zijn veilige technieken en alternatieven. Het vergt alleen durf en investering. De metalen disposables zijn mij ook een doorn in het oog. Niet alleen de milieubelasting van het maken, maar ook het vervoer van al die kilo’s en de kosten. Er zijn bedrijven die bewust materiaal zó ontwerpen dat het niet recyclebaar is, designed for obsolescence, dat is kwalijk. Ik zou de minister willen vragen dat soort praktijken te verbieden.”
Wat maakt verduurzaming zo complex?
“We moeten verduurzamen terwijl ‘de winkel’ gewoon open blijft. Het duurzame ziekenhuis bestaat nog niet. Zelfs met 10 miljard euro krijg je dat niet voor elkaar als de kwaliteit van zorg niet mag dalen. Daar is innovatie voor nodig. Op technisch vlak, maar ook ook qua bedrijfsmodellen.”
Wat zijn de belangrijkste struikelblokken?
“Het is vaak een kwestie van geld. In duurzaamheid zit het woord ‘duur’. Dat zorgt ervoor dat sommige managers meteen bang zijn voor hoge kosten. Daarnaast kent de zorg een extreme mate van risico-aversiteit. Zorgmanagers zijn heel bang voor alles wat in conflict zou kunnen zijn met patiëntenzorg. Dat maakt de sector heel conservatief. Want waarom zou je een systeem veranderen waar nu geen gezeik mee is, terwijl een duurzaam alternatief ook risico’s met zich kan meebrengen?”
“Stel je voor: met deze duurzame OK-muts overlijden twee mensen aan een infectie, dan ben je weer helemaal terug bij af. Alles gaat daardoor met kleine stapjes. De afrekencultuur die daar onder zit, is de kern van het probleem. De extreme angst om fouten te maken staat ondernemerschap, investering en transitie in de weg.”
Is dat frustrerend als je wilt innoveren?
“Het is een beetje het lot van de innovator. Ik blijf optimistisch en pragmatisch. We werken bottom-up, kijken naar makkelijk te tackelen onderwerpen. Maar ik blijf positief. Ik weet dat deze transitie niet snel zal gaan. Het vergt tijd voor er een kritische massa bereikt is. Maar dan staat er een beweging die niet meer om te keren is en daar zie ik naar uit.”
Wat kan de rest van het ziekenhuis leren van de duurzame ambities op de OK?
‘De verduurzaming van de OK is een bottom-up-project, dat we ook uit willen bouwen naar andere afdelingen, zodat die leren van wat wij hebben geleerd. We willen ze enthousiasmeren om zelf ook aan de slag te gaan. Want ik ben er heilig van overtuigd dat verduurzaming het beste kan worden geïnitieerd van onderaf, door de mensen die de zorg leveren.”
“We hebben hiervoor het Center for Sustainable Healthcare opgericht. Ik wil bedrijven uitnodigen om samen met de zorg te werken aan innovaties. Ook leiden wij als academisch ziekenhuis veel nieuwe artsen op, die moeten ook al in de opleiding weet krijgen van verduurzaming. En ik wil dat ook voor verpleegkundigen: verduurzaming moet in de haarvaten van organisatie komen.”
Niek Sperna Weiland is één van de panelleden op het Zorg Samen Event 2022, op 20 mei in de Jaarbeurs in Utrecht. Een event gericht op young professionals (<35) in de zorg, die samen op zoek gaan naar oplossingen om de zorg te verduurzamen.