Eén loket voor digitale zorginnovaties

Jasper Enklaar
08 april 2025
3 min

Vanaf de ontwikkeling en de eerste experimenten met digitale zorginnovaties tot aan praktische toepassing: waar en bij wie moet je als ontwikkelaar of zorgaanbieder aankloppen voor advies en hulp?

Op talloze fronten werken zorgprofessionals en ondernemers aan digitale zorginnovaties. Dit zijn de toekomstige oplossingen voor het groeiende tekort aan handen aan het bed. Volgens adviesbureau McKinsey kan de digitale zorgrevolutie zelfs 22 miljard besparen. Maar op de soms lange weg naar toepassing in de praktijk lopen ontwikkelaars aan tegen wetten en praktische bezwaren. In een volle theatertent gaan vertegenwoordigers van Zorginstituut Nederland, de NZa en Zorgverzekeraars Nederland met elkaar in gesprek over obstakels, regels en betaaltitels.

Over één ding zijn Robin Toorneman, ZiN, Dennis Japink, ZN, en Anthony Heil, NZa, het roerend eens: de digitale zorgtransformatie is noodzakelijk, het mantra ‘digitaal als het kan’ omarmen ze allemaal. Maar wat ieders rol dan is in die noodzakelijke transformatie, dat verschilt.

Digitalisering en hybridisering

Bij de zorgverzekeraars is digitalisering en hybridisering van de zorg steeds meer een overweging bij de jaarlijkse inkooprondes, maar partijen die ‘digital first’ zijn, krijgen nog niet echt voorrang. “Zo ver zijn we nog niet”, zegt Japink.

De NZa krijgt weer andere vragen als het gaat over digitale zorginnovaties, want welke betaaltitel kan daaraan worden toegekend  en waarom duurt dat zo lang? “Het is soms mogelijk binnen een paar maanden een ‘experimentele betaaltitel’ toe te kennen”, vertelt Heil, “als een innovatie een bepaalde schaal heeft en als zorgverzekeraars er achter staan.”

Basispakket

Het Zorginstituut heeft een handleiding, die beschrijft hoe zorgaanbieders, zorgverzekeraars en ontwikkelaars kunnen beoordelen of digitale zorg thuishoort in het basispakket. De NZa heeft zijn eigen ‘wegwijzer bekostiging digitale zorg’, over de mogelijkheden in de bekostiging rondom digitale zorg. Dat wil nog wel eens ingewikkeld zijn, bijvoorbeeld bij de zogenaamde ‘asynchrone digitale zorg’ oftewel digitale zelfzorg.

Een opvallend verschil met Duitsland, vertelt Toorneman. “Het is wel bijzonder dat Duitsland nu eens op ons voorloopt in digitalisering van de zorg, want daar kunnen artsen al een ‘recept’ uitschrijven voor digitale behandelingen of een app.”

ZN is op dat vlak bezig met experimenteren, vult Japink aan. “Samen met een aantal andere partijen, zoals de LHV en patiëntenfederaties hebben we het initiatief genomen om te verwijzen naar applicaties voor digitale zelfzorg. Dit jaar is vooral om te leren, in 2026 willen we drie apps verwijsbaar maken.”

Transformatieagenda

Japink noemt tevens vanuit ZN het platform Digizo: “Voor 2022 waren de zorgverzekeraars vooral vanuit zichzelf bezig met de digitale transformatie. Maar zo’n transformatie kun je niet alleen voor elkaar krijgen.” Vanaf 2023 hebben 14 verschillende partijen elkaar gevonden in Digizo. “Samen hebben we een transformatieagenda opgesteld van relevante processen die we gaan digitaliseren.”

Centraal aanspreekpunt

Bij al deze verschillende bronnen wijst Toorneman uiteindelijk met name op de website zorgvoorinnoveren.nl. Dat is volgens hem hét loket en het centrale aanspreekpunt voor alle vragen van zorginnovatoren. “We zitten volop in de digitale transformatie. Het belangrijkste is dat de zorg toegankelijk blijft, die urgentie blijft groot.”

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen