Bewoners van zorglocaties hebben net zo veel recht op hun eigen oprit naar het internet als iedere andere burger in Nederland. Dat is de stellige overtuiging van telecomspecialist Telefactory. Toch gaat er in de praktijk veel mis met die telecomvoorzieningen. Met nadelige gevolgen voor zowel bewoner als zorgaanbieder.
“Je ziet dat er veel resources opgaan aan in stand houden van oude en niet geschikte installaties om internet en televisie te leveren”, zegt Bernard Edelenbos van Telefactory. “Dat is zonde van de tijd en van het geld.”
“De focus moet natuurlijk op de zorg gericht zijn en niet op het onderhouden van een netwerk”, vult Edwin Schaafsma aan. “De facilitymanager is al heel druk. Die moet niet constant bezig zijn met internet draaiend houden. Maar de realiteit is dat ze daar vaak veel tijd aan kwijt zijn.”
Gepruts en geknutsel
Ondanks al die inspanningen laat de kwaliteit van de oplossingen geregeld te wensen over. “Wat ik in de praktijk zie is dat er veel wordt geprutst en geknutseld met collectieve voorzieningen die geschikt worden gemaakt voor individuele dienstverlening”, aldus Edelenbos. “Bijvoorbeeld een Wifi-verbinding die door iedereen gebruikt wordt. Dat geeft gedoe. Dat kan een boze cliëntenraad zijn die diensten eist die er al lang hadden moeten zijn. Of een installatie die op half zeven hangt, waar de facilitair manager bakken geld aan uitgeeft.”
Allemaal situaties die wat Edelenbos betreft niet door de beugel kunnen: “Technisch niet, operationeel niet en wettelijk niet.” Met dit laatste doelt hij op de verplichte scheiding tussen wonen en zorg, zoals vastgelegd in de Wet Langdurige Zorg (Wlz).
Goede telecomverbinding
Dit betekent dat zorginstellingen geen dure collectieve arrangementen in de lucht hoeven te houden. Kosten voor het gebruik van internet en tv komen in principe voor rekening van de bewoner. Maar de huisvester moet wel zorgen dat de juiste randvoorwaarden voor goede telecomverbindingen zijn getroffen.
Maatwerk
Dat vergt naast specialistische kennis ervaring in de langdurige zorg, stelt Schaafsma. “Het probleem is dat grote telecomproviders de zorgsector minder interessant vinden. Ze focussen zich met name op particuliere huishoudens. Daar zijn er zes tot zeven miljoen van. Daar kun je toe met algemeen stampwerk. Een zorginstelling vraagt maatwerk.”
Meer service
“Je moet een product kiezen dat bij de doelgroep past én bij de instelling”, legt Edelenbos uit. “De ene instelling heeft een oud coax-netwerk liggen dat nog prima te hergebruiken is, de andere instelling gaat nieuwbouw doen. Daarnaast moet je een goede helpdesk hebben. Een oudere in een instelling die belt met een vraag is echt een ander verhaal dan een jonge bewoner van een Vinex-wijk. Je hebt meer service nodig en soms aangepaste producten.”
“Als je dat goed regelt”, besluit Schaafsma, “heb je als zorgaanbieder minder werk, tevreden cliënten, je kosten gaan omlaag en je wordt beter geserviced.”
Meer weten over telecom op maat voor de intramurale zorg? www.telefactory.nl