Alleen uitkomstmaten en kosten meten zonder robuuste methodologie maakt het sturen erop lastig, vindt Sjoerd Repping. Hij pleit voor een wetenschappelijke bril bij het kijken naar sturen op uitkomsten en kosten.
Sjoerd Repping is hoogleraar Zinnige zorg in het Amsterdam UMC en voorzitter Zorgevaluatie en Gepast gebruik. Repping: “Welke zorg is echt van meerwaarde voor de patiënt? Dat is de vraag die we als partijen in het zorgveld moeten beantwoorden. Zorg moet van hoge kwaliteit, toegankelijk, duurzaam en betaalbaar zijn. Dat zijn volgens mij de belangrijke pijlers van het stelsel.”
Het zicht op die pijlers is vrij beperkt, aldus Repping. “Maar door in te zetten op uitkomsten en kosten, kun je wel sturen op zorg die waarde toevoegt voor de patiënt. Daarnaast kunnen we kijken naar de kosteneffectiviteit van zorg. Waar kun je je geld het best op inzetten? Daarin moeten we slimme keuzes maken.”
Twee aanvliegroutes
Historisch gezien zijn er volgens hem twee aanvliegroutes voor het maken van die keuzes. “Ten eerste vanuit het inzichtelijk maken van de uitkomsten én de kosten in reguliere zorgpaden. Dat is de essentie van de waardegedreven zorgaanpak.” Uitkomsten worden volgens hem nog lang niet overal standaard gemeten, dat zou wel moeten. “Er zijn vijftig standaard-uitkomstensets beschikbaar. Die zijn zeker nog niet op alle mogelijke plekken geïmplementeerd.”
De tweede aanvliegroute is het gericht onderzoeken van de meerwaarde van bepaalde zorg in klinisch evaluatieonderzoek. “Daarvan wordt specifiek data verzameld in een onderzoekssetting. In de toekomst zouden die twee aanvliegroutes eigenlijk samen moeten gaan.”
Specifiek onderzoek
De vervolgbenadering van het meten van uitkomsten en kosten via waardegedreven zorg is uitzoeken waarom een bepaalde uitkomst tussen ziekenhuizen verschilt. Repping: “Dat is een lastige zaak, omdat er wel honderd verschillen kunnen zijn die van invloed kunnen zijn op die uitkomst. Wat ga je dan veranderen? Er kunnen allerlei factoren meespelen die niet bekend zijn maar wel het verschil in uitkomst kunnen verklaren.”
Dan is het toch vaak nodig om specifiek onderzoek op te zetten. “Met prospectief onderzoek, door het randomiseren van patiënten, kun je heel specifiek kijken of het ene zorgpad of een element daaruit tot betere uitkomsten leidt dan het andere. Zijn er verschillen, dan weet je met deze studie-opzet in ieder geval zeker dat die komen door de verschillen in zorgpaden. En niet door al die andere dingen die je níet hebt gemeten.”
Vertekende data
Methodologisch gezien is deze manier van meten het sterkst. Een nadeel is de intensiteit van het opzetten van een onderzoek. “Het structureel meten van uitkomsten en kosten wordt in de praktijk niet altijd gezien als onderzoek. Op die manier kun je op eenvoudige wijze veel data vergaren. Maar die data kunnen dus best vertekend zijn.”
Duurzaamheid meten
Repping noemt naast kwaliteit en betaalbaarheid ook personeelsinzet en duurzaamheid als pijlers van het zorgstelsel. “Vooral de duurzaamheid is lastig te meten, maar daar moeten we het zeker over hebben. Naast het standaard meten van uitkomsten en kosten is de volgende stap het standaard meten van personeelsinzet en duurzaamheid.”