Jeanine Suurmond wordt per 1 september 2024 benoemd tot hoogleraar ‘Inclusieve persoonsgerichte zorg voor kwetsbare burgers’ aan het Radboudumc en de Radboud Universiteit. Deze leerstoel wordt mede gefinancierd door Pharos, het expertisecentrum gezondheidsverschillen. Met de leerstoel richt Suurmond zich op het verbeteren van de toegang tot zorg voor mensen die in moeilijker bereikbare en kwetsbare situaties verkeren.
De cijfers over gezondheidsverschillen liegen er niet om. Mensen met een lagere opleiding en minder geld leven gemiddeld vijf jaar korter dan mensen met een hogere opleiding of hoger inkomen. Het verschil in gezonde levensjaren is zelfs nog groter.
Mensen in achterstandssituaties worden gemiddeld veertien jaar eerder ziek. Daarbij gaat het om chronisch aandoeningen als diabetes, longziekten, hart- en vaatziekten, overgewicht en depressie. Naast sociaaleconomische positie is ook een migratieachtergrond van invloed op de gezondheidssituatie. Vergeleken met ouderen met een Nederlandse achtergrond ervaren ouderen met een buitenlandse achtergrond hun gezondheid als minder goed.
Gezondheidsverschillen
Het zijn deze gezondheidsverschillen tussen burgers die het onderzoeksterrein van Suurmond vormen. Ze richt zich onder meer op de vraag hoe meer inclusieve en persoonsgerichte zorg gezondheidsverschillen kan doen afnemen. Ze onderzocht verschillende vormen van zorg, waaronder naast brandwondenzorg, oncologische en palliatieve zorg, ook preventieve zorg zoals screening op tuberculose bij asielzoekers en het bevolkingsonderzoek darmkanker.
“In deze studies zagen we dat zorgverleners regelmatig barrières ervaren met gevolgen voor de zorg”, aldus Suurmond op de site van de Radboud Universiteit. “Denk bijvoorbeeld aan een patiënt die de Nederlandse taal niet goed spreekt of culturele verschillen.”
Cultuursensitieve informatie
Dit veldonderzoek onderstreept voor Suurmond het belang van trainingen en cultuursensitieve informatie voor zorgverleners. Samenwerking met kwetsbare groepen is daarbij volgens haar cruciaal. “Deze groepen worden vaak uitgesloten van onderzoek omdat ze de Nederlandse taal niet spreken of wantrouwend tegenover wetenschappelijk onderzoek staan. Ons onderzoek moet anders, bijvoorbeeld door met tweetalige onderzoekers te werken.”
Verder kijken dan zorg
Om gezondheidsverschillen aan te pakken, moeten we wat Suurmond betreft verder kijken dan de zorg. De gezondheid van burgers wordt voor slechts zo’n 10 procent bepaald door de zorg. Verschillen in bestaanszekerheid en leefomstandigheden hebben een grotere impact.
Samen met onderzoeksgroep Impuls bouwt Suurmond aan methoden om mensen in een achterstandssituatie te ondersteunen. De methodiek beoogt de samenwerking tussen zorgverleners en het sociale domein te vergroten. “Iemand die een aantal keer bij de huisarts komt met hoofdpijn, heeft misschien wel financiële zorgen. In dat geval is het mooi als de huisarts laagdrempelig maatschappelijk werk kan inschakelen.”
Suurmond is momenteel als universitair docent verbonden aan Amsterdam UMC. Ze geeft hier onderricht over inclusieve zorg aan studenten Geneeskunde. In Nijmegen gaat ze verder met de ontwikkeling van dit onderwijs, waarbij ze met name de rol van vooroordelen en discriminatie bij diagnose en behandeling wil aankaarten.
“Hier zit nog een gat. Denk hierbij aan een behandeling die niet gegeven wordt omdat een arts denkt dat de patiënt het niet begrijpt. Of een afbeelding in onderwijsmateriaal van een witte huid met de ziekte van Lyme en geen donkere huid”, aldus Suurmond.
Bestaanszekerheid
Ook wil ze onderzoeken hoe ze studenten meer kan leren over de invloed van bestaanszekerheid en leefomstandigheden op gezondheid. Ze kijkt hierbij naar de mogelijkheden om studenten via community-based learning buiten het ziekenhuis ervaring te laten opdoen. “Mijn missie is geslaagd als we op alle terreinen in de zorg én in het onderwijs, diversiteit en gezondheidsverschillen automatisch meenemen.”
Onderzoek
Directeur Patricia Heijdenrijk van Pharos is blij met de benoeming van Suurmond. “Met haar aanstelling halen we de wetenschap dichterbij. Dat is belangrijk omdat al ons werk gebaseerd is op onderzoek. De komende tijd gaan we verkennen hoe we samen kunnen optrekken om gezondheidsverschillen te verkleinen. Ik heb er alle vertrouwen in dat we de uitkomsten van haar wetenschappelijke onderzoek goed kunnen gebruiken in ons werk voor zorgprofessionals.”