Uitkomsten meten en monitoren gebeurt in de Nederlandse hartzorg al veelvuldig. Dit leidt regelmatig tot concrete ideeën om de zorg te verbeteren. Maar in het gesprek over zorgkosten wordt het patiëntperspectief te vaak uit het oog verloren, aldus promovendus Gijs van Steenbergen.
Gijs van Steenbergen is ANIOS hartchirurgie in het Catharina ziekenhuis. De afgelopen 3,5 jaar deed hij onderzoek naar patiëntuitkomsten tegen een bepaald kostenniveau binnen de Nederlandse hartzorg. Hij promoveerde op 18 november 2022.
Wat Van Steenbergen betreft, is het gesprek over kosten nog te weinig gecentreerd om de patiënt. “Gaat het over zorgkosten, dan is de boodschap vaak dat die te hoog zijn. Je krijgt bijvoorbeeld spreadsheets van het management met de totale kosten van de afdeling. Door op deze manier naar kosten te kijken en na te denken over bezuinigingen heb je geen inzicht in de kwaliteit van de zorg die je inlevert.”
Patiëntperspectief zorgkosten
Van Steenbergen mist het patiëntperspectief. Het is volgens hem veel relevanter om te kijken naar parameters die iets zeggen over de kwaliteit van de geboden zorg, maar die ook gerelateerd zijn aan kosten. Denk aan kosten bij een bezoek aan de spoedeisende hulp, veelvuldig polibezoek of veel contact met de arts of huisarts vanwege onzekerheid of door onduidelijke informatievoorziening bij ontslag.
“Dergelijke parameters, wij noemen ze patiënt-relevante kostendrijvers, zeggen iets over de kwaliteit van zorg en over de gemaakte kosten. Ze zijn relevant voor de patiënt. Inzicht in klinische uitkomsten en patiënt-relevante kostendrijvers helpen bij het opzetten en implementeren van verbeterprojecten. Dit verbetert de kwaliteit en beteugelt de kosten.”
Zorgpad
De combinatie van hogere kwaliteit van zorg en minder hoge kosten is de focus van Van Steenbergens onderzoek. “Door patiëntwaarde te meten en overzichtelijk weer te geven in een spiderchart, kun je inzichtelijk maken wat in de organisatie doelmatiger te organiseren is. Zo’n spiderchart laat in één oogopslag zien welke effecten een verbetering heeft op alle parameters die aansluiten bij de patiëntwaarde voor dat zorgpad. We hebben voor enkele zorgpaden al samen met met patiënten, zorgverleners, data-analisten en managers uitgeplozen welke parameters voor alle partijen belangrijk zijn en welke samen de patiëntwaarde van een zorgpad vormen.”
Verbeterproject
Er is een aantal verbeterprojecten uit het onderzoek gerold. Van Steenbergen noemt een voorbeeld. “Na een hartoperatie krijgen mensen vier tot zes weken later een oproep voor hartrevalidatie. Voorafgaand aan hun operatie hebben ze voorlichting gehad. Ze krijgen ook adviezen als ze ontslagen worden uit het ziekenhuis. Patiënten hebben in korte tijd veel informatie gekregen. Onze ervaring is dat mensen thuis tegen problemen aanlopen en vragen hebben die in het ziekenhuis nog niet bij ze waren opgekomen. Dat schept onzekerheid bij de patiënt zelf of bij hun naaste(n). Daardoor nemen ze vaak contact op met de zorgverlener, bijvoorbeeld met hun huisarts of direct met het ziekenhuis.”
“Daar wilden we iets aan doen door het zorgpad anders te organiseren, patiënten zelf te benaderen en ze digitale aanvullende informatie geven vanuit de Nederlandse hartstichting. Hiermee helpen we ze al een eind op weg en voorkomen we bovendien dat patiënten zelf contact op moeten nemen met een zorgverlener. Patiënten hebben dit initiatief enthousiast ontvangen. Dat vertaalt zich in de resultaten van de studie. Mensen komen minder vaak naar de spoedeisende hulp, bellen minder vaak met vragen naar ziekenhuis of huisarts en herstellen sneller. Dit verbetert de kwaliteit van het zorgproces. En het minder gebruiken van zorg brengt bovendien de kosten omlaag.”
Continue kwaliteitscyclus
Het onderzoek van Van Steenbergen heeft aangetoond dat routinematig naar uitkomsten kijken de kwalitieit van zorg kan verbeteren terwijl de kosten omlaag gaan. Het zou volgens hem mooi zijn om deze manier van werken uit te breiden naar andere zorgpaden binnen de cardiologie en andere specialismen dan de hartzorg. Daarnaast in de regio of zelfs op landelijk niveau.
“We weten vaak heel goed in welk ziekenhuis je het best behandeld kunt worden voor een aandoening. Wat we niet weten van elkaar is in welk ziekenhuis bovenmatig veel of juist heel weinig mensen op de spoedeisende hulp terechtkomen. Heb je die informatie wel, dan kun je gaan vergelijken en bespreken waar de vandaan komen.”
Die ambitie is al concreet vertaald in een onderzoek. “We zijn in gesprek met bestuurders van andere ziekenhuizen. Net zoals we dat gewend zijn met parameters voor klinische uitkomsten die geselecteerd zijn door respectabele instituties, willen we dat met parameters voor kosten ook. De volgende stap is om voor kosten een net zo continue kwaliteitscyclus op te zetten als die voor uitkomsten. Routinematig verzamelen, meten, analyseren, verbeteren en door-evalueren dus.