Palliatieve zorg: weerstand tegen technologie verdwijnt

Palliatieve zorg
Rob Bruntink
19 oktober 2021
6 min

De palliatieve zorg is van alle sectoren in de gezondheidszorg waarschijnlijk de sector waarin de grootste weerstand bestaat tegen de inzet van technologie. Toch zijn er goede ervaringen met VR-brillen, domotica en de robotkat.

“Zelfs in de coronatijd heeft de huivering ten aanzien van techniek standgehouden”, zegt Richard Evering met een lichte verbazing in zijn stem. Evering is hoofddocent Living Technology en onderzoeker op het gebied van Technology, Health & Care aan Saxion Hogeschool in Deventer.

Terminale zorg

Zijn tweejarige postdocproject, dat aan het eind van dit jaar stopt, richt zich op terminale zorg en techniek. “Door corona zag je in de hele maatschappij een enorme toename van het beeldbellen. In de gezondheidszorg gingen allerlei poliklinieken over tot teleconsultatie. Maar voor zover ik heb kunnen overzien, heeft corona geen enkel effect gehad op de mate waarin dergelijke techniek werd toegepast in de zorg voor terminale patiënten. Zorgverleners blijven zich afvragen of het echt wel zo wenselijk is om dergelijke mogelijkheden toe te passen bij deze categorie patiënten.”

Hospices

Cindy Fokker, directeur van het Hilversumse hospice Kajan, herkent zich in dit beeld. “Ook hospices kregen in de coronatijd natuurlijk te maken met bezoekbeperkingen. Ik ken echter geen enkel hospice waarin de gasten in coronatijd werden aangemoedigd om te gaan beeldbellen met hun naasten. Het is mij ook niet bekend of er hospices zijn die daarvoor de beschikbare apparatuur en randvoorwaarden in huis hadden. Áls er al een toename was in het beeldbellen, dan lag het aan de gast of de familie zelf.”

Domotica

Fokker is één van de actiefste aanjagers van het gebruik van techniek in de hospicezorg, het ‘laatste stukje’ van de palliatieve zorg. Hospice Kajan, dat zeven kamers telt, startte al in 2015 een project rondom ‘hart en tech’. Sinds Fokker begin dit jaar directeur van Kajan werd, is het project in een stroomversnelling gekomen.

“In één kamer kunnen gasten optimaal gebruik maken van domotica”, geeft ze als voorbeeld. “Gasten kunnen met hun stem de gordijnen open of dicht doen en kunnen met een afstandsbediening de lichten bedienen. In een andere kamer is de RollAssist geïnstalleerd. Met dit hulpmiddel kunnen we bewoners eenvoudig op het bed verplaatsen, bijvoorbeeld als wisselligging vereist is.”

“Onze bewoners zijn kwetsbaar, dus soms kan het verplaatsen een pijnlijke zaak zijn. De RollAssist kan dit voorkomen. Ook zijn er soms meerdere verpleegkundigen nodig om het draaien van de bewoner pijnloos te laten gebeuren. Met de RollAssist kan één verpleegkundige dit doen.”

Medicalisering van sterven

Ook in haar hospice kwam ze de nodige weerstand tegen. “Palliatieve zorg is bij uitstek de tak van de gezondheidszorg die geassocieerd wordt met warm, menselijk en liefdevol”, zegt Fokker. “Dat vinden veel zorgprofessionals botsen met de inzet van techniek. Daardoor betwijfelen ze het nut en de noodzaak van technologie.”

Voor wie de achtergrond en herkomst van palliatieve zorg kent, is deze reactie niet geheel onbegrijpelijk. Onderzoek van collega’s van Fokker in 2015/2016, waarvan ze een artikel in vakblad Pallium verslag doen, spreekt boekdelen. “Het ontstaan van hospicezorg was en tegenreactie op de medicalisering en technologisering van het sterven”, aldus de auteurs. “Techniek was in de allerlaatste fase van het leven niet meer nodig, was 25 jaar geleden de gangbare gedachte bij de pioniers.”

Contact via iPad of smartphone

Wat hoofddocent Evering betreft klopt deze gedachte in de huidige tijd niet meer. “De vooronderstelling is dat techniek niet kan bijdragen aan warme, menselijke of liefdevolle zorg. Het tegendeel kan echter het geval zijn. Denk maar even terug aan de tijd waarin er allerlei beperkingen golden voor bezoek aan mensen die in hospices verbleven. Als je op zo’n moment via een iPad of smartphone contact kunt laten ontstaan tussen de bewoner en iemand die níet fysiek op bezoek mag of kan komen, dan is dat toch fantastisch?”

Fokker beleeft de weerstand zeer concreet in haar hospice, alhoewel niet iedereen op voorhand tégen is. “De houdingen zijn heel divers. De ene zorgprofessional of vrijwilliger ziet de techniek als een bedreiging, de andere als een waardevolle uitbreiding. Neem de inzet van de RollAssist. Sommigen keurden het af. Die vonden het net alsof iemand al in een doodskist lag. Terwijl anderen juist wel de voordelen zagen.”

VR-bril geeft rust

Samen met hospice Kajan experimenteren een paar andere hospices met technologische innovaties. Ze delen hun ervaringen met elkaar. Hospice Bardo (Hoofddorp), De Duinsche Hoeve (Rosmalen) en hospice Kuria (Amsterdam) zetten bijvoorbeeld regelmatig VR-brillen in. De eerste ervaringen zijn uiterst bemoedigend.

Zorgprofessionals gebruiken ze om de bewoners de kans te geven herinneringen op te halen aan bepaalde locaties. Ze kunnen naar plekken gaan waar ze vanwege hun lichamelijke toestand niet meer heen kunnen. “Ik heb een bewoonster via de VR-bril kennis laten maken met een oceaan vol dolfijnen’, schreef verpleegkundige Evi de Beer onlangs in Pallium. “Dat gaf een rustgevend effect. Mevrouw genoot er zichtbaar van. Ze was duidelijk even met haar gedachten weg uit het hospice.’”

Beelden op muren

Al even rustgevend is de Qwiek.up, een apparaat dat beelden op muren of het plafond projecteert, al dan niet vergezeld van muziek. Hospice Rozenheuvel (Rozendaal) gebruikt bijvoorbeeld dit apparaat.

Eigen regie

Fokker hoopt dat de weerstand in de hospicewereld snel vermindert. “Laat het duidelijk zijn: we duwen onze bewoners de techniek niet door de strot. We geven ze een extra keuze-optie. Dat past heel erg bij de kern van palliatieve zorg. De wens van de patiënt is leidend voor wat we wel of niet doen. Als je geen gebruik wilt maken van de domotica, dan hoef je dat uiteraard niet te doen. Dan kunnen nog steeds de verpleegkundigen en vrijwilligers naar je kamer komen om de gordijnen te openen of te sluiten of bepaalde lampen aan of uit te doen. Dat is geen enkel probleem. De één wil het wel, bijvoorbeeld omdat het hem/haar meer privacy en een groter gevoel van eigen regie geeft, en de ander heeft er geen behoefte aan. Laten we vol inzetten op die uitbreiding van de keuze-optie.”

Beeldbellen

De weerstand kan maar op één manier verdwijnen, denkt hoofddocent Evering, en dat is door ervaring op te doen. “Bij alle zorgverleners die bijvoorbeeld merken hoe prettig een bewoner zo’n VR-bril vindt, zal de huiver verminderen. Het kost dus gewoon enige tijd. Wat ook helpt, zeker als het gaat om beeldbellen of teleconsultatie, is dat de randvoorwaarden goed moeten zijn. Dan bedoel ik: een goede internetverbinding, goede apparatuur met goede accu’s. Niets is zo frustrerend als techniek in huis te hebben die niet vlekkeloos werkt.”

Robotkat

Ondertussen gaat Fokker verder met experimenteren. “Toen ik directeur werd in Kajan bleken we al geruime tijd een robotkat in de kast te hebben liggen. Het personeel dacht dat er eerst een hygiëneprotocol moest komen. Of dat er een protocol moest komen waardoor we bewoners of familieleden om toestemming konden vragen de kat in te zetten. Ik zag die bezwaren niet. Ik neem ‘m af en toe mee naar de huiskamer van het hospice. Instinctief gaat iedereen ‘m aaien. Dan begint de kat te spinnen. Wat ik zie is dat mensen erdoor ontspannen. Het geeft afleiding. En de kat biedt troost. Ik zie nog steeds geen enkel protocollair bezwaar om de kat in te zetten. En mocht hij te ranzig worden om aan te pakken, dan zien we wel weer verder. Dan kunnen we alsnog een hygiëneprotocol gaan maken.”

Meer palliatieve zorg op Dutch Health Hub

 

 

 

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen