Vergrijzing wordt regelmatig voorgesteld als een wicked problem. Gezien de urgentie en maatschappelijke reikwijdte van de kwestie is het misschien hoog tijd om ook maar eens wicked solutions te formuleren. Dit opperde moderator Lennart Booij tijdens de tweede bijeenkomst in het kader van de ‘doe-fase’ van het programma Ouder Worden 2040.
De bijeenkomst en de bijhorende inspiratietour op de Beleef!-beurs maakten in ieder geval duidelijk dat de ouder wordende samenleving kan putten uit een schat van vindingrijke initiatieven.
Vergrijzing is een breed maatschappelijk vraagstuk dat niet louter door een zorgbril bekeken kan worden. Dat is kort samengevat het vertrekpunt van het programma Ouder Worden 2040. “Willen we de uitdaging van de ouder wordende samenleving het hoofd bieden, dan moet het ook gaan over wonen, over werk en inkomen, over digitalisering en over zingeving”, aldus Maurits Verweij, die namens strategie- en adviesbureau BeBright als gastheer optrad tijdens de bijeenkomst in Utrecht.
Als mede-initiator is BeBright nauw betrokken geweest bij de eerdere stappen rond Ouder Worden 2040. Uit een uitvoerige maatschappelijke dialoog destilleerden de deelnemers in 2022 een transformatie-agenda. Die moet de komende jaren praktisch vorm krijgen. “We zijn nu in de doe-fase”, aldus Verweij. “We hebben plannen, we hebben afspraken. De vraag is hoe we daar verder invulling aan kunnen geven.”
Concrete initiatieven
In Utrecht draaide het op 12 september vooral om het verbinden van concrete initiatieven met het netwerk rond Ouder Worden 2040. Door de denk- en slagkracht van dit uitgebreide netwerk te mobiliseren, krijgen deze initiatieven idealiter een extra zet in de rug. Wil deze aanpak werken, dan is een open vizier gewenst, hield dagvoorzitter Booij de deelnemers voor: “We hebben met elkaar een zoekende opdracht waar we de uitkomst niet precies van kennen.”
Vraagbaak voor mantelzorgers
Om de bijeenkomst toch in te kaderen, kregen twee initiatieven de gelegenheid om zich te presenteren aan het Ouder Worden 2040-netwerk. Namens Zorggenoot lichtte Jeroen Vermeulen het initiatief van een AI-ondersteunde vraagbaak voor mantelzorgers toe. “Nederland telt meer dan vijf miljoen mantelzorgers”, aldus Vermeulen.
“Dat is een groot maatschappelijk probleem. En 30 tot 40 procent van de werknemers is ook mantelzorger. Maar liefst 18 procent van het verzuim is mantelzorg gerelateerd. Eén op de tien medewerkers kan zelfs werk en mantelzorg niet meer combineren. Als mantelzorgers overbelast zijn, zullen ze ook een groter beroep doen op hulp en ondersteuning van gemeenten. En uiteindelijk kan een overbelaste mantelzorger ook niet meer zorgen voor zijn naasten, waardoor er weer meer professionele zorg nodig is.”
Passende digitale informatie
Vaak is het volgens Vermeulen niet de mantelzorg zelf, maar het gedoe er om heen dat mantelzorgers de nekslag geeft. “Mantelzorgers lopen vaak tegen dezelfde vragen en problemen aan. Doordat informatie zo verspreid is, zijn ze daar iedere week uren mee bezig en moeten ze het wiel vaak opnieuw uitvinden.” Met passende digitale informatie die toegesneden is op de persoonlijke situatie, wil Zorggenoot de mantelzorger de weg wijzen door het doolhof van regels en instanties.
Bruisende gemeenschappen
Waar Zorggenoot kiest voor een digitale route, wil Butterfly Effect letterlijk middenin de buurt staan. “Wij helpen zorgorganisaties en woningcorporaties met het ontwikkelen van bruisende gemeenschappen”, aldus initiatiefnemer Stijn van Kreij . “Niet door meer professionals op pad te sturen, maar door ‘buurtverbinders’ te werven. Dat zijn bewoners die met hun talent willen bijdragen aan de gemeenschap.”
Kleinschaligheid en vrijwilligheid zijn hierbij de sleutelwoorden. Van Kreij: “De naam Butterfly Effect komt uit de chaostheorie. Het wil zeggen dat een vlinderslag aan de ene kant van de wereld een orkaan aan de andere kant van de wereld kan veroorzaken. Wij zien kleine ontmoetingen tussen mensen als vlinderslagen. Zeker als je kwetsbaar wordt, kunnen die kleine contacten cruciaal zijn.”
Kamers met Aandacht
Als onderdeel van de Ouder Worden 2040-bijeenkomst konden deelnemers in Utrecht ook ‘in het wild’ kennis maken met initiatieven die aansluiten bij de verschillende lijnen van het programma. Decor van deze inspiratietour was de Be!eef-beurs, tot voor bekend als de 50plus-beurs. De gang door de Jaarbeurs voerde langs verschillende exposanten. Als eerste maakten de deelnemers aan de inspiratietour kennis met de Stichting Kamers met Aandacht. “Wij koppelen jongeren tussen de 18 en 23 jaar die zonder vangnet uit de jeugdzorg komen aan particulieren die in hun huis een kamer willen verhuren”, aldus directeur Bianca van der Neut.
Een aanpak die volgens haar geknipt is voor ouderen. “We hebben hele mooie matches met ouderen zien ontstaan. De jongere heeft structuur en de oudere heeft gezelschap. De jongere kan in huis helpen met kleine klusjes, zoals een boodschap doen of een lampje vervangen. Maar we hebben ook een voorbeeld van oudere man wiens dementerende vrouw in het verpleeghuis zit. Dankzij die inwonende jongere kan hij haar weer bezoeken.” “De manier waarop dit initiatief jong en oud verbindt past mooi bij sub-thema ‘Van eigen huis naar samen wonen’”, concludeerde Verweij.
Eenvoudig is het daarmee nog niet. Van der Neut: “Banken en woningcorporaties vinden het ingewikkeld. Gemeenten willen elkaars jongeren niet hebben. En de kinderen willen weten waar hun ouders aan beginnen.” Toch heeft Kamers met Aandacht al 240 jongeren weten te plaatsen, staan er 1250 aangemeld en doen er honderd gemeenten mee.
Laatste duizend dagen
Bij het subthema ‘De laatste duizend dagen’ bleken zelfs twee exposanten aangehaakt. ‘Nabestaanden ontzorgd’ helpt ouderen en familie met een rimpelloze afhandeling van kwesties als woningverkoop en erfbelasting bij overlijden. “Veel ouderen liggen echt wakker van dit soort zaken”, aldus initiatiefnemer Gerard Wiegman. “Ze vragen zich af hoe ze hun kinderen kunnen ontzorgen.”
Zorgen over ‘dat laatste stukje van het leven’ kent de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) maar al te goed. “We doen niks anders dan mensen laten nadenken”, aldus Karina Scheirlinck, ter gelegenheid van de Be!eef-beurs uitbaatster van ‘Café De Goede Dood’. “Waar we op mikken is een voor ieder passend waardig levenseinde.” Dat kan een zelfgekozen levenseinde zijn, maar dat is volgens Scheirlinck zeker niet de inzet van de gesprekken die de NVVE met ouderen voert: “Als niets doen de uitkomst is van zo’n denkproces, dan is dat ook prima.”
Toepassing en gebruik
Van een andere orde zijn de activiteiten van Seniorweb, dat ouderen wegwijs maakt op computer, tablet of smartphone. Ondanks dat ouderen steeds digivaardiger worden, zijn de activiteiten van Seniorweb nog steeds nodig, aldus Saskia Hamminga. “Vroeger kregen we vooral technische vragen. Nu gaat het meer over toepassing en gebruik. Hoe moet ik inloggen bij de huisarts? Hoe werkt tweestapverificatie?” Om de digitale inclusie te bevorderen, is Seniorweb op 500 locaties door heel Nederland actief. Daarnaast doet Seniorweb mee aan de Alliantie Digitaal Samenleven. Naast ouderenorganisaties zijn ettelijk grootbanken en telecomproviders, alsook de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Amsterdam UMC lid van de alliantie.
Bewonersinitiatieven
Een doe-coalitie in optima forma dus. Maar wat gebeurt er als burgerinitiatieven zich binnen zo’n coalitie verbinden met ongelijke grootheden als brancheverenigingen, verzekeraars of banken? Op de bijeenkomst van Ouder Worden 2040 in Utrecht zaten grote institutionele partijen als ActiZ, VWS en ZN, schouder aan schouder met start ups en bewonersinitiatieven. De eerstgenoemde groep toonde grote bereidheid om kennis, netwerk en mogelijk zelfs financiële middelen te delen met de tweede groep. Maar is er een moment waarop beleidsmatige logica spontaniteit verdringt en samenwerking verandert in inkapseling?
Hond aaien
“Als je echt meer met informele zorg wilt samenwerken en naar een gemeenschap wilt gaan, dan moeten we leren om gelijkwaardig samen te werken”, betoogde Butterfly-initiator Van Kreij. “Maar daarvoor moeten we een proces van meer dan honderd jaar omdraaien.” Om de hardnekkigheid van institutionele logica te illustreren deelde Van Kreij een veelzeggende anekdote. “Een zorgorganisatie in onze buurt vroeg laatst buurtbewoners wie zijn of haar hond wil laten aaien door verpleeghuisbewoners. Maar dan wél graag op een vaste dag en op een vaste tijd!”
Slordigheden accepteren
“Durven we wicked solutions te omarmen die om de bestaande orde heen gaan?”, vatte moderator Booij het dilemma kernachtig samen. “Zijn we bereid risico’s en onzekerheden te accepteren in een systeem waarin alles van oudsher is vastgeschroefd? Kunnen we tussenruimte en misschien zelfs wel slordigheid accepteren? Dat vraagt ander gedrag, waarbij we over onze schaduw heen springen.”