“We lossen in de zorg heel veel problemen op die eigenlijk niet zo veel met zorg te maken hebben. Als we onze samenleving inclusiever maken en ook goed kijken naar wat de patiënt nodig heeft, dan hebben we eigenlijk geen zorginfarct.”
Dat zegt Otwin van Dijk, voorzitter van de raad van bestuur van het Slingeland Ziekenhuis. Hij is een van de keynote sprekers op het Health Valley Event op 13 maart. Van Dijk pleit voor meer inclusiviteit in de zorg, patiënt-empowerment en sociale innovatie als oplossing voor de toenemende zorgdruk.
Als ervaringsdeskundige weet hij waarover hij het heeft. “Op mijn achttiende kreeg ik een ongeluk, waarbij ik een dwarslaesie opliep en in een rolstoel belandde.” Vanaf dat moment merkt Van Dijk hoe on-inclusief Nederland in feite is. Even de trein pakken, wat hij voorheen regelmatig deed, was er voor hem niet meer bij, simpelweg omdat hij met zijn rolstoel de trein niet in kwam. “Heel gek, omdat veel treinen in de wereld wel prima rolstoeltoegankelijk zijn.”
Systeemgekkigheid
Nog gekker vond Van Dijk het dat het regulier openbaar vervoer ook niet toegankelijk wordt gemaakt. “Nee, hier laten we aangepaste busjes achter niet-toegankelijk openbaar vervoer rijden. En die busjes worden niet betaald door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, maar door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hetzelfde gebeurt met onder meer de dyslexiezorg in het onderwijs. Dat betalen we vanuit de Jeugdzorg. Wat is dat voor systeemgekkigheid?”
OV-jaarkaart
Een ander obstakel bleek de gratis ov-jaarkaart voor studenten. “In de jaren negentig studeerde ik in Nijmegen en had ik dus recht op zo’n kaart. Vanwege de ontoegankelijkheid van het regulier openbaar vervoer kon ik die echter niet gebruiken. Vervolgens werd de vervoersvoorziening die ik aanvroeg om toch bij de universiteit te komen, afgewezen. Waarom? Omdat mensen met een handicap, zoals ik, later toch een uitkering krijgen. Dat stond zo zwart op wit in de brief die ik kreeg.”
Na van zijn verbazing te zijn bekomen, werd Van Dijk woedend. De brief-op-poten die hij naar de Tweede Kamer stuurde, sorteerde effect. Na kritische Kamervragen paste de toenmalige staatsecretaris het beleid aan. De voorzieningen voor gehandicapte studenten werden verhoogd.
Onbetaalbare zorg
Zijn persoonlijke ervaringen leverden Van Dijk een aantal interessante inzichten op. “In ons land hebben we de neiging om alles wat een beetje afwijkt van de norm niet in de samenleving op te lossen, maar met zorg. Geen wonder dat onze zorg zo ontzettend duur en bijna ook onhoudbaar is geworden”, concludeert de ziekenhuisbestuurder.
“Verder zetten we mensen met een handicap letterlijk apart. En dat is zo’n 15 procent van de Nederlanders. We zijn namelijk helemaal niet zo inclusief als we denken. Want ondanks het kwalitatief hoge niveau van de curatieve zorg, zorgen we niet zo goed voor mensen met een beperking.”
Bijna een jaar is Van Dijk nu voorzitter van de Raad van Bestuur van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem. Daarvoor was de PvdA’er 25 jaar bestuurlijk actief in de politiek, onder anderen als burgemeester, in de Tweede Kamer en als wethouder. Ook nam Van Dijk de afgelopen jaren namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten deel aan het Integrale Zorgakkoord (IZA), heeft hij zitting in diverse organisaties die inclusie en toegankelijkheid willen bevorderen en is hij voorzitter van de raad van toezicht van de Patiëntenfederatie Nederland.
Emancipatie en zeggenschap
Met die pet op zegt hij de patiëntenbeweging in Nederland niet altijd even sterk te vinden, zowel op macroniveau als op individueel niveau. Hij doet daarom een oproep voor meer emancipatie binnen de patiëntenverenigingen en meer zeggenschap binnen zorgorganisaties.
In zijn eigen ziekenhuis is de bestuursraad uitgebreid met twee verpleegkundigen. In een jaar tijd daalde de intentie onder verpleegkundigen om te vertrekken met 60 procent en steeg de zeggenschap en tevredenheid op het werk met 50 procent. “Zo zie je dat je met relatief kleine interventies de werktevredenheid van je medewerkers kunt vergroten, de betrokkenheid van patiënten kunt versterken en daarmee ook een bijdrage kunt leveren aan die sociale innovatie”, aldus Van Dijk.
Mouwen opstropen
“Je moet als patiënt of zorgprofessional niet wachten tot een ander het voor je regelt, je zult ook zelf een stapje naar voren moeten zetten. Letterlijk je mouwen opstropen en bedenken hoe je bijvoorbeeld je eigen organisatie inclusiever kunt maken, of met je arts het gesprek aangaan of je echt wel die ene behandeling wilt laten doen. Patiënt-empowerment, net als de vrouwenemancipatie destijds. Daar kan technologie trouwens prima bij helpen, begrijp me niet verkeerd. Maar we moeten de sociale innovatie niet vergeten, het verhalen vertellen over insluiting, eigen verantwoordelijkheid, zeggenschap.”
AI in de zorg
“We lossen veel te veel problemen in de zorg op die eigenlijk helemaal niet zo vreselijk veel met zorg te maken hebben”, vervolgt Van Dijk. “Als we onze samenleving inclusiever maken en ook eens goed kijken naar wat de patiënt werkelijk nodig heeft, hebben we dan wel een zorginfarct? Mijn stelling is: nee, dat hebben we dan niet. We verwachten tegenwoordig veel van artificial intelligence (AI). Ja, kunstmatige intelligentie kan zeker enorm helpen om de zorg effectiever te maken en de toenemende zorgvraag te bedienen. Toch hou ik vooral een pleidooi voor social intelligence, voor meer zeggenschap voor patiënt en medewerker. Dat is echt geen rocket science. Maar dan zullen we de gekke dingen in ons zorgsysteem, zoals apart vervoer voor valide mensen en apart vervoer voor mindervaliden, wel eerst moeten fixen.”