Openingssessie Dutch Health Week: samen werken aan gezondheid

Openingssessie
Pieter Verbeek
Pieter Verbeek
16 juni 2022
4 min

Van meer mensvriendelijkheid in de dementiezorg, het tegengaan van administratieve rompslomp tot revalidanten helpen zoeken naar nieuwe doelen. De openingssessie van de derde dag van de Dutch Health Week stond in het teken van hoe we de zorg beter kunnen organiseren zodat de patiënt meer als mens centraal staat.

Zo vertelde Teun Toebes over zijn ervaringen vanuit de gesloten afdeling in de dementiezorg waar het systeem vaak de mens achter de patiënt uit het oog heeft verloren. Oud-wielrenner Rob Harmeling zag met eigen ogen bij een bezoek aan een revalidatiekliniek hoe revalidanten in een zwart gat terecht kunnen komen nadat ze de behandeltrajecten en het ziekenhuis hebben verlaten. Daarom startte hij de Maartens Foundation en het programma Geluk in Beweging om revalidanten een nieuw doel in hun leven te helpen vinden en talenten te ontdekken.

Samen Voorop Award

Er zijn dus genoeg initiatieven die laten zien hoe het anders kan, vertelt Marjo Vissers, CEO van VGZ. Om deze meer bekendheid te geven, reikt de zorgverzekeraar sinds vijf jaar de VGZ Samen Voorop Award uit aan koplopers. “Als het op één plek goed werkt, moet je het kunnen opschalen naar de rest van Nederland”, aldus Vissers.

Het gaat bijvoorbeeld om hoe je zorg voorkomt en om toekomstbestendige zorg. Nog steeds stoten we als zorgsector 7 procent van de CO2 uit, benadrukt ze. Als voorbeeld van een koploper laat ze een filmpje zien van zorgverleners die GGZ-patiënten helpen bewegen. “Ze bieden gezondheid aan mensen die je normaal niet bereikt. Door het in hun GGZ-behandeling te injecteren kunnen ze er niet meer omheen.”

Obesitas

Gezondheid is ook een thema als het gaat om voorkomen van obesitas. “Het is vijf voor twaalf in de strijd tegen overgewicht en obesitas in Nederland”, zo introduceerde dagvoorzitter Eva Eikhout Liesbeth van Rossum, internist-endocrinoloog bij Interne Geneeskunde in het Erasmus MC.

“We hebben echt een volksgezondheidsprobleem in Nederland met overgewicht en obesitas”, vult Van Rossum aan. “Op dit moment heeft ruim de helft van de volwassen Nederlanders overgewicht, een BMI dat hoger is dan 25, en 14 procent heeft obesitas. We leven te ongezond.”

Vertaald in kosten is dat volgens het Partnerschap Overgewicht bijna 11.500 euro per volwassene met overgewicht/obesitas per jaar. Dit leidt tot een totale kostenpost voor Nederland van ruim 79 miljard euro per jaar.

Meer dan alleen leefstijl

Daar moeten we dus iets aan veranderen. Maar gedragscampagnes alleen zijn niet genoeg, want overgewicht is breder dan alleen leefstijl, stelt Van Rossum. “Obesitas is een chronische ziekte. “Het gaat om de hoeveelheid vetmassa die we hebben. Vet op zich is heel goed, het is een orgaan dat honderden stoffen aanmaakt die goed zijn, bijvoorbeeld voor je immuunsysteem. Maar als er te veel vet is, wordt het ziek. Dan raakt het ontstoken en gaan er ontstekingsstofjes je hele lichaam door. Dat leidt weer tot andere ziektes.”

Volgens Van Rossum worden er wel tweehonderd andere ziektes veroorzaakt door obesitas, waaronder dertien vormen van kanker, depressie, incontinentie, knieklachten en apneu. Ook versterkt het andere ziektes.

En elke dag komen er mensen met obesitas bij in Nederland. Het is echt de taak van de overheid om dit te voorkomen, vindt Van Rossum. “Met een suikertaks, met een gezondere voedselomgeving. Het preventieakkoord moet echt worden aangescherpt.”

Maar er ligt ook een taak voor de gezondheidszorg in die preventie. Hoe kun je iemand helpen? Wat is de oorzaak? Er zijn allerlei maatregelen die kunnen helpen, van crashdieet tot het eten van beperkt voedsel. Ook cognitieve gedragstherapie kan helpen om af te vallen.

Van Rossum vergelijkt de obesitasepidemie met een bad waarbij de kraan loopt en het bad bijna vol is. Wat de gezondheidszorg kan doen, is de stop eruit halen. “Pas als we de kraan dicht doen en bad leeg hebben laten lopen, hebben we de obesitasepidemie gestopt.” En daar komt de rol van de overheid bij kijken, aldus de internist.

Anderhalve dag per week rompslomp

Een andere verandering die hard nodig is in de zorg, is die van de papierwinkel. Eikhout nodigt mede-rolstoelrijder Naomi Vervaart uit op het podium om haar ervaringen te delen hierover. “Een PGB is als een baan. Het is echt een uitdaging in deze maatschappij”, stelt Eikhout. Daar is Vervaart het helemaal mee eens. Ze krijgt PGB uit twee gemeentelijke potjes en twee van de zorgverzekeraar.

“Ik ben er nu anderhalve dag per week mee kwijt aan administratie, huisbezoeken, medicaties opnieuw aanvragen en andere zaken. Ik werk 32 uur per week als programma adviseur bij Nyenrode University. Naast fysiotherapie hou ik geen tijd over om nog leuke dingen te doen. Ik vind het heel fijn om via het PGB zelf regie op mijn zorg te houden, wie er aan mijn bed staat. Alleen met de administratie kom ik met de knoei, mijn ouders helpen mij ermee. Al die huisbezoeken, telefoontjes waarin je nog eens moet vertellen wat voor beperking je hebt. Het verhaal is inmiddels bekend, wat ik heb gaat niet over. De indicaties zijn bekend maar toch moet ik elke keer weer opnieuw mijn verhaal vertellen op formulieren en in telefoontjes.”

Bewustwording

Vervaart deelde haar verhaal op LinkedIn wat leidde tot enorm veel reacties. “Dat zorgt voor bewustwording”, stelt ze. “Mijn vraag nu is aan de verschillende instanties om na te denken hoe ze het anders kunnen gaan inrichten. Mijn beperking gaat nooit meer over. Het is fijn als een indicatie langer loopt dan een jaar.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer
Pieter Verbeek
Pieter Verbeek

Gerelateerde artikelen