Onderzoek naar digitale nazorg SEH roept vragen op

Digitale nazorg SEH
Philip van de Poel
Philip van de Poel
03 november 2022
3 min

Hoe effectief is nazorg op afstand in de acute setting? Volgens eerste resultaten van Amerikaans onderzoek zouden patiënten na ’tele-nazorg’ relatief vaak terugkomen naar de spoedeisende hulp en zouden zij vaker worden heropgenomen. Disclaimer: het onderzoek beperkt zich tot nazorg bij spoedeisende hulp.

Patiënten die na ontslag van de Spoedeisende Hulp (SEH) nazorg op afstand krijgen, komen vaker terug op de SEH dan patiënten die door artsen in persoon zijn gezien. Ook wordt de eerste groep nadien vaker opgenomen in het ziekenhuis. Dat constateren Amerikaanse onderzoekers. Probleem: het onderzoek roept net zoveel vragen op als het beantwoordt.

In totaal namen de onderzoekers bijna 13.000 patiënten in twee ziekenhuizen in Los Angeles onder de loep, samen goed voor circa 17.000 bezoeken aan de spoedeisende hulp. In het nazorgtraject telden de onderzoekers bijna 12.000 reguliere consulten tegen ruim 5.000 consulten op afstand.

Ongeplande SEH-bezoeken

Van de groep die de dokter na ontslag van de SEH in persoon zag, belandde 16 procent binnen een maand weer op de SEH. Nog eens 4  procent werd heropgenomen. Bij de groep die nazorg op afstand kreeg, bedroegen deze percentages respectievelijk 18 procent en 5 procent. Per duizend patiënten komt dit neer op 28 extra ongeplande bezoeken aan de SEH en bijna 11 extra heropnames.

Deze uitkomsten lijken te suggereren dat telezorg niet de beste vorm van nazorg is. Sterker nog: als de percentages kloppen, zou verdere invoering van telezorg op macroniveau gepaard kunnen gaan met een serieuze toestroom tot de SEH. Of zoals de onderzoekers het stellen: “Hoewel telezorg de beschikbaarheid van nazorg bevordert, is het paradoxaal genoeg ook mogelijk dat het leidt tot hogere terugkeer naar het ziekenhuis. Het lijkt er dan ook op dat bepaalde inherente tekortkomingen van telezorg een rol spelen.”

Communicatieve beperkingen

Om hun punt te onderbouwen, wijzen ze op de veronderstelde communicatieve beperkingen van telezorg. Uit twee recente studies zou blijken dat artsen telezorg minder geschikt achten voor de evaluatie van klachten als borstpijn, buikpijn en benauwdheid. “Dit kan ertoe leiden dat artsen bij twijfel patiënten sneller terugverwijzen naar de spoedeisende hulp of kiezen voor een heropname.”

Een sluitend antwoord durven de onderzoekers niet te geven. Sterker nog, ze geven zelf toe dat het verschil in heropnames statistisch niet langer relevant is wanneer de onderzoekspopulatie wordt gecorrigeerd voor factoren als leeftijd, geslacht en urgentie van de opname.

Digitale nazorg

Daarbij worden tal van relevante vragen überhaupt niet aangesneden. Op welke grond bijvoorbeeld kreeg de ene groep digitale nazorg en de andere niet? De onderzoekers geven ruiterlijk toe dat ze deze vraag niet hebben kunnen beantwoorden. Ook geeft het geen uitsluitsel over zaken als inkomenspositie, vertrouwen in de zorg en sociaal vangnet, terwijl dit toch allemaal factoren zijn die van invloed kunnen zijn op de effectiviteit van digitale nazorg.

Over de invulling van de digitale nazorg wordt met geen woord gerept. Is er sprake geweest van een beeld-geluid verbinding of telefoon? Waren zelfmetingen door de patiënt onderdeel van de digitale nazorg? Bij zoveel onbeantwoorde vragen dient zich als vanzelf een nieuwe hypothetische mogelijkheid aan. Misschien bewijzen de hogere herbezoekcijfers juist het succes van nazorg op afstand. Zo is het denkbaar dat patiënten eerder weer bij de dokter zitten doordat potentiële complicaties adequater worden opgespoord. Eén antwoord laat zich al raden: er moet meer onderzoek komen naar de merites van telezorg in een spoedeisende setting.

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen