‘Nieuwste VR-brillen niet zo belangrijk bij zorgeducatie’

Afke Teunen
09 maart 2023
5 min

Nieuwe brillen met betere chips bepalen het nieuws over VR.  Job van t Veer, lector Digitale Innovatie, vindt dat niet  zo interessant. “VR-leermodules gaan meer om het vakinhoudelijke deel en daar blijven kansen onbenut voor VR in de zorg.”

Heeft VR een educatieve meerwaarde in de zorg? En wordt die ook optimaal benut? Job van ‘t Veer, lector Digitale Innovatie in Zorg en Welzijn bij NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden onderzocht het.

Hij keek daarbij naar twee VR-modules van de VR-bieb. De ene module gaat over besmettelijke luchtweginfecties in de ouderenzorg. De andere heeft te maken met het stimuleren van beweging. De resultaten over de leereffecten van deze modules zijn positief. Gebruikers zien de meerwaarde van VR en vinden het leuk en spannend. Sommigen zijn vooral erg onder de indruk van de techniek. Het onderzoek bevestigt dat VR met spel en interactieve elementen een immersieve, levensechte omgeving kan bieden.

VR in zorg

Wordt die techniek ook optimaal benut? Nee, vindt Van ’t Veer. “Je kunt experimenteren met ander gedrag op het gebied van social skills of strategische keuzes. Wat gebeurt er als ik dat doe of als ik dat kies? En dat gebeurt weinig.”

Veel VR-omgevingen belonen nu het goede gedrag en het juiste antwoord. Dat zou Van ’t Veer anders willen zien. De mogelijkheden voor experimenterend leren worden volgens hem weinig opgezocht.“ Breng medewerkers in VR eens in heel andere situaties.”

Debriefing krijgt ook te weinig aandacht. Mooi dat VR een rijke, leerzame ervaring biedt, maar hoe neem je dit morgen mee in je eigen situatie? “Dat wil je bespreken. En dat is een achilleshiel, dat doorvragen. Dan laat je een belangrijk deel van je educatie liggen met VR in de zorg..”

Techniek moet werken

Nieuwe VR-brillen met betere chips blijken minder van belang. Van ’t Veer is liever zinvol bezig met de technieken die er nu zijn, die betaalbaar en stabiel zijn en die haalbaar zijn voor de gewenste content. Hij gaat niet voor de top of the bill.

Volgens hem staan zorgmedewerkers op veranderkundig vlak positief tegenover nieuwe innovaties, mits de meerwaarde klip en klaar is. En de techniek moet gewoon werken. “Je wil geen wifi-problemen of passwords die ineens weg zijn. Liever een simpel beeld waar de kijkhoek nog niet 100 procent is, maar wat wel werkt, dan iets wat nu nog onbetrouwbaar is. Houd et simpel en functioneel.”

Geen high end scenario’s

Ook de interventies en simulaties hoeven niet high end te zijn. Er zijn binnen een webbrowser scenario’s te spelen waarin studenten voornamelijk teksten lezen en die werken even goed. “Dat ontkracht dat je high fidelity beeld of technologie nodig hebt om mensen een gevoel van immersie te geven. Het gaat vooral om psychological fidelity, dus dat je gewoon snapt wat je in de simulatie moet doen.”

Obstakels met VR en AR

Obstakels bij zowel VR als augmented reality (AR) zijn er zeker wel, maar gaan voornamelijk over de randvoorwaarden. Wie laadt de batterijen op, liggen de brillen op de juiste plek en hoe maak je de techniek onderdeel van het onderwijs repertoire?

Een ander knelpunt zijn de verschillende platformen en contentaanbieders. Die hebben allemaal andere abonnementen en een eigen businessmodel en daarom heb je iemand nodig die in de materie wil duiken.

Samenwerking kan veel problemen oplossen. Dit gebeurt ook steeds meer. Organisatie lenen brillen uit en gaan samen gesprekken aan met contentleveranciers. “Als ik dit doe, doe jij dat. Dat helpt de ingewikkelde aanschaf en maakt de implementatie makkelijker”, zegt Van ’t Veer. Regionale programma’s zoals Anders Werken in de Zorg en de TZA’s (Technologie & ZorgAcademies) bevorderen deze samenwerking

Samenwerking

Samenwerking maakt ook de content beter. Van ’t Veer noemt zijn coöperatie met VR-ondernemer UbiSim en Medisch Centrum Leeuwarden voor een nieuwe VR-module. De ene biedt de technische knowhow, NHL Stenden Hogeschool heeft verstand van de didactische kant en het onderwijs en het ziekenhuis helpt met de levensechte scenario’s.

“Zorginstanties denken soms onterecht dat ze iemand nodig hebben ‘die van de VR is’. Maar er zijn vooral vakinhoudelijke mensen nodig. Die kun je betrekken bij de ontwikkeling van content. Op die manier is er bijvoorbeeld een VR-module over slik- en stikproblematiek tot stand gekomen. Onderdeel van die module is een kennistoets. De keuze van de vragen en de formulering daarvan werd overgelaten aan de zorgmedewerkers op de werkvloer.”

Geen VR of AR nodig

En soms hoeft een zorginstelling helemaal niet te investeren in VR of Augmented Reality (AR). De keuze hangt af van de inhoudelijke visie over educatie. Wat wil je medewerkers op een betere manier leren of laten uitvoeren en heb je daar wel VR of AR bij nodig? Soms kunnen laagdrempelige technieken gebruikt worden die zorgprofessionals al op zak hebben, zoals de smartphone. De ARNA-app maakt bijvoorbeeld gebruik van AR op de mobiele telefoon en biedt zo praktische informatie over allerlei medische apparaten.

Een ander voorbeeld is de slimme bril waarmee een medisch specialist meekijkt met een zorgmedewerker die op dat moment bij de patiënt thuis is. “Is zo’n bril noodzakelijk of kan de zorgmedewerker met zijn smartphone een foto of video maken en die versleuteld naar de specialist versturen?”

Verleiding van nieuwe snufjes

Overigens snapt Van ’t Veer de verleiding van alle nieuwe snufjes wel. Ruim tien jaar geleden kocht hij VR-brillen met het idee er iets mee te gaan doen en dat werd een ‘schitterende mislukking’. “Hebben we het geld, kunnen we het aanschaffen? Misschien wel. Maar waar in het onderwijs hebben we het nodig? Het klinkt maf, maar ik ben, als lector Digitale Innovatie, al vaker voor een investering in nieuwere technieken gaan liggen.”

Virtual Reality is één van de zes hoofdthema’s op Zorg & ICT 2024 naast AI, cyberveiligheid, databeschikbaarheid, Health IoT en Zorg op Afstand. Kom op 9, 10 of 11 april naar Jaarbeurs voor innovatie en inspiratie.

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen