We kijken allemaal op onze eigen manier naar de zorg. Maar het gaat om de patiënt, ook als die anders in het leven staat dan de zorgverlener. Mustafa Bulut biedt een frisse bril op cultuursensitieve zorg om steeds weer te zien wat die ene patiënt nodig heeft.
Mustafa Bulut werkt al jaren als geestelijk verzorger in het ziekenhuis. En houdt zich daar dagelijks bezig met de eindigheid van het bestaan en de ‘ongeplandheid van het leven’.
Zijn boek Wilt u weten wat u heeft verscheen half oktober. De eerst druk was binnen drie dagen uitverkocht. Daaruit blijkt dat cultuursensitieve zorg leeft. Zoals zoveel dingen in de zorg, komt dat mede door de coronacrisis, denkt Mustafa Bulut. “Patiënten werden over het hele land verdeeld. Ook ziekenhuizen die eigenlijk nooit mensen met een andere culturele achtergrond zagen, kregen patiënten die overal vandaan kwamen. Dat riep veel vragen op.”
Niet slapen
Bulut probeert met zijn boek niet zozeer antwoord op die vragen te geven, maar wel een frisse blik op normen en waarden. “In Nederland denken we vaak dat de patiënt goed vindt wat wij goed vinden. Wij vinden bijvoorbeeld dat een patiënt niet hoeft te lijden. Maar sommige mensen willen geen morfine en ze willen niet slapen. Ze willen bij bewustzijn naar hun Maker terugkeren. En dat geldt niet alleen voor moslims.”
“Je moet zien wat de patiënt nodig heeft. En daar zit een valkuil. Wij zijn er in Nederland te veel van overtuigd dat onze visie op goede zorg ook dé visie op goede zorg is. Zelfs in België of Duitsland wordt al anders naar de zorg gekeken.”
Navigatiesysteem
“Vanmorgen had ik een inspiratiemoment en ik bedacht zomaar een mooie metafoor. De dokter is een navigatiesysteem, die helpt de patiënt verder. Maar er zijn veel meer routes mogelijk. Je hoeft niet altijd de snelste route te pakken. Iedere patiënt kiest zijn eigen route. De een wil een bosroute hebben met heel veel groen. De andere kiest voor de snelweg om snel bij de eindbestemming te zijn.”
Slechtnieuwsgesprek
Maar hoe weet een zorgverlener nou wat goed is voor die ene patiënt? Bulut geeft aan dat dat niet altijd eenvoudig is, zeker als een zorgverlener een patiënt nog niet kent. “Neem als voorbeeld een arts die een slechtnieuwsgesprek moet voeren. Dat is altijd lastig, maar het wordt alleen maar lastiger als die de patiënt niet kent. De snelste route is dan niet de beste.”
“Je komt als arts een ziekenhuiskamer binnen. Neem eerst even de tijd om rond te kijken. Observeer en maak kennis. En wacht af hoe de patiënt reageert. In de zogenoemde ‘ik-culturen’ zal de patiënt vaak de voortouw nemen. Die zal waarschijnlijk duidelijk zeggen wat hij of zij wil. Dan kun je daar als arts bij aansluiten en de patiënt een duidelijke boodschap geven. Maar ook binnen de ik-cultuur is niet iedereen hetzelfde. Kijk naar de interactie tussen patiënt en familie. Hoe praten ze samen? En wie maakt er contact met de arts, is dat de patiënt of een van de andere gezinsleden?”
Cultuursensitieve zorg
Bij ‘wij-culturen’ zie je volgens hem dat patiënten stiller zijn en dat de families meebeslissen. “Dit is een indicator voor cultuursensitieve zorg. Sommige culturen zijn masculien, daar nemen mannen het voortouw. Als de patiënt een vrouw is, zal dus vaak een mannelijk lid van de familie het voortouw nemen. Daar kun je iets van vinden als je door je eigen culturele bril kijkt, maar op dat moment gaat het niet om jou. Het gaat om de patiënt. Het laatste dat je moet doen is zeggen ‘U moet praten, want u bent de patiënt. Niet uw echtgenoot’. Probeer aan te voelen hoe de man-vrouw verhoudingen binnen een familie zijn en maak daar geen probleem van. Als de patiënt zich hier comfortabel bij voelt, is er geen probleem.”
Medische plicht
Dat klinkt eenvoudig, maar is het niet altijd. Want er is ook nog een medische plicht. “Je moet vanuit de wet checken wat iemand wel of niet wil weten. Of de behandeling nog op genezing gericht is of palliatief wordt. Maar er is ruimte op te kiezen. Neem die ruimte, in het belang van de patiënt.”
Mustafa Bulut is één van de vele sprekers tijdens het Carend-congres Zorg rond de stervensfase van 6 november