Maroeska Rovers: ‘Stop met onnodige innovaties’

Maroeska Rovers
Saskia Engbers
08 februari 2022
3 min

Hoe kunnen we de zorg voor patiënten verbeteren via technologie en tegelijkertijd betaalbaar houden? Maroeska Rovers is daar duidelijk over: “We moeten jonge innovators helpen om veelbelovende technologie sneller op de zorgmarkt te brengen en onnodige innovaties vroegtijdig stoppen.”

Pure geldverspilling! Dat vindt Maroeska Rovers van de Da Vinci Robots die in maar liefst dertig Nederlandse ziekenhuizen staan te pronken. De hypermoderne operatierobot kost tussen de 1,6 en 1,8 miljoen euro, exclusief allerlei variabele kosten.

Rovers, hoogleraar evidence-based chirurgie bij het Radboudumc en directeur van Health Innovation Netherlands (HI-NL): “Opereren met de Da Vinci is twee tot drie keer duurder dan een operatie waarbij de chirurg geen robot gebruikt. Dat terwijl de uitkomsten voor de patiënt niet beter zijn. Ik ben niet tegen robots in de zorg; we hebben ze nodig. Maar we moeten ze zó ontwikkelen dat ze daadwerkelijk toegevoegde waarde hebben.”

Miljarden besparen

Het voorbeeld van de Da Vinci Robot staat niet op zichzelf.  “Uit onderzoek blijkt dat de helft van de innovaties die op de zorgmarkt komt niet beter is dan het bestaande alternatief. Als we daar iets aan doen, besparen we kosten. In Europa gaat het om miljarden euro’s.”

Aan de andere kant zijn er geweldige ideeën die de markt nooit bereiken, Ze zijn vaak afkomstig van jonge start-ups en spin-offs. “Die bedenken hele mooie technologie op het gebied van bijvoorbeeld e-health, diagnostiek en artificiële intelligentie. Het zijn ideeën waar patiënten écht iets aan hebben. Maar deze innovators weten vaak niet hoe ze die ideeën moeten uitwerken en in de markt zetten. Daar zijn ze niet voor opgeleid en het traject van idee tot implementatie is ontzettend complex.”

Kansrijke ideeën

Om de jonge innovators de weg te wijzen, werd in 2020 HI-NL gelanceerd. Het Canadees-Amerikaanse platform EXCITE International was een inspiratie voor HI-NL.

“HI-NL brengt alle belanghebbenden in het traject van idee tot implementatie bij elkaar”, aldus Rovers. “Het gaat onder andere om patiënten, artsen en andere zorgverleners, methodologen, CE-experts, verzekeraars, investeerders en beleidspartijen. Zo kunnen we kansrijke ideeën sneller en effectiever ontwikkelen en in de markt zetten. De minder goede ideeën worden aangepast of niet verder ontwikkeld.”

Caseteam

Hoe dat allemaal in zijn werk gaat? “Na een intakegesprek wordt een innovator gekoppeld aan een caseteam”, legt Rovers uit. “Dat bestaat vaak uit twee onderzoekers die veel van de zorg én de markt weten. In het gesprek met de innovator bekijken zij het idee van verschillende kanten. Zijn de wetenschappelijke claims onderbouwd? Welke concurrenten zijn er?”

Meerwaarde van innovatie

Is het idee geschikt om verder te bespreken, dan volgt een drie uur durend rondetafelgesprek. Hierin bekijken alle partijen samen de mogelijke meerwaarde van de innovatie. Ze voorzien de innovator van een advies-op-maat waarmee deze de volgende stappen in het innovatietraject kan zetten. Innovators horen bijvoorbeeld wat ze moeten doen om CE-certificering te krijgen, vergoeding te regelen en hun innovatie in het ziekenhuis geïmplementeerd te krijgen.

Sneller op de markt

Rovers: “Innovators vertellen ons dat ze voorheen wel een jaar kwijt waren met wat we nu in drie uur aan de ronde tafel doen. Ze moesten toen immers zelf langs de zorgverzekeraar en andere (beleids)partijen. En dan werden ze vaak ook nog van het kastje naar de muur gestuurd. Dat gebeurt nu niet meer. In totaal duurt het momenteel zo’n tien jaar om een zorginnovatie in de markt te zetten. Die periode willen wij bekorten, al weten we nog niet met hoeveel tijd dat kan.”

Zorg goedkoper

In de beperkte tijd dat HI-NL bestaat, zijn er volgens Rovers al een aantal ideeën voorbijgekomen waar alle partijen heel enthousiast over zijn. “De specifieke innovaties zijn vertrouwelijk, maar er zijn biomarkers en e-health-toepassingen die héél veelbelovend zijn.  Deze innovaties komen vaak in de plaats van iets wat er al was. Als bijvoorbeeld een patiënt een ingewikkelde diagnostische test voortaan zelf thuis kan doen, wordt de zorg goedkoper.”

Innovatie van buiten

Volgens Rovers wordt nog te vaak gedacht dat de bestaande zorg dergelijke innovatieve oplossingen gaat leveren. “Maar innovatie komt óók van buiten”, is haar overtuiging. “We hebben de ‘garageboxjongens’ met hun mooie ideeën nodig. En zij hebben op hun beurt de zorg nodig om het grillige landschap waarin ze moeten landen te leren kennen.”

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen