Digitale technologie en AI zijn niet meer weg te denken uit de zorg. Het onderwerp doet nu ook zijn intrede in het geneeskundeonderwijs. LUMC heeft technologie en AI officieel opgenomen in het geneeskunde-curriculum: “We leren studenten vooral kritisch reflecteren, zodat ze straks welbewust kunnen kiezen om toepassingen wel of niet te gebruiken.”
Met het nieuwe vak heeft LUMC naar eigen zeggen een Nederlandse primeur in handen. “Als thema voor een workshop of als eenmalig onderwerp in een minor, is er vast al iets mee gedaan”, reageert Marieke van Buchem, die als innovatiemanager van het LUMC expertisecentrum voor artificial intelligence CAIRELab nauw bij het lesprogramma betrokken is. “Maar technologie en AI als verplicht onderdeel voor alle geneeskundestudenten, dat is nieuw.”
Ruimte voor technologie
Met dank aan de curriculum-commissie. “Bij het maken van het nieuwe curriculum voor de bachelor geneeskunde heeft de commissie zelf bedacht dat er meer ruimte moest komen voor technologie en AI”, zegt Van Buchem. “Universitair docent Marcel Haas en ik zijn gevraagd om het vorm te geven en uit te voeren.
Evalueren
De reden achter de keuze voor technologie en AI in het curriculum laat zich raden. Digitale technologie is tegenwoordig alomtegenwoordig, ook in de zorg. Of zoals het LUMC het op de eigen website verwoordt: “Technologie neemt in de maatschappij een steeds belangrijkere plek in. Zo ook in de gezondheidszorg. Hoe pas je kunstmatige intelligentie en medische technologie effectief toe? En wat is je rol hierin als arts, bijvoorbeeld op ethisch gebied? Hoe evalueer je kritisch?”
ChatGPT
“Het kantelpunt was de introductie van ChatGPT”, licht Van Buchem het vertrekpunt toe. “Iedereen gebruikt elke dag ondertussen wel AI. Je ontkomt er niet aan. Een groot deel van de geneeskundestudenten zal arts worden. Dan ben je écht verantwoordelijk voor je patiënt. Dus voordat er dan AI-toepassingen gebruikt gaan worden is het heel belangrijk om ze een basis te geven.”
Conceptueel begrip
De ontwikkelingen op het gebied van digitale technologie gaan zo snel dat de vraag zich opdringt of dit überhaupt in een onderwijsprogramma te vatten is. “Je kunt studenten niet up to date houden met de nieuwste ontwikkelingen, zo snel verandert het”, erkent Van Buchem. “Maar uiteindelijk is het ook niet ons doel om antwoorden te geven. We willen studenten vooral prikkelen om er zelf over na te denken en vragen te stellen. Op die manier leren ze toepassingen op waarde te schatten en kunnen ze straks bepalen of ze iets wel of niet inzetten bij patiënten. Om een goede risico-inschatting te maken, moet je conceptueel wel een beetje begrijpen wat voor verschillende onderliggende technieken er zijn.”
“Juist bij zo’n onderwerp als dit kun je studenten goed zelf hun weg laten zoeken”, vult Haas aan. “We hebben het over de rol van artsen in ontwikkeling en gebruik van tech. Of dat nu mainstream of cutting edge is hoeft niet per se uit te maken, het gaat om de achterliggende vragen en uitgangspunten.”
Basis voor iedereen
Als vertegenwoordigers van Gen Z kunnen de huidige generatie geneeskundestudenten gelden als typische digital natives. Is het niet juist de oudere generatie artsen die het vak digitale technologie en AI zou moeten volgen? “Helemaal mee eens”, grinnikt Van Buchem. “Maar we doen vanuit het Expertisecentrum AI al veel bijeenkomsten voor bijvoorbeeld artsen en verpleegkundigen. Uiteindelijk zou iedereen een goede basis moeten hebben.”
Themaweek
In eerste aanzet wordt het vak technologie en AI in Leiden gedoceerd in de vorm van een 40-urige themaweek. Daar blijft het niet bij, verwacht Haas. “Waar passend wil de curriculumcommissie het in de rest van de bacheloropleiding laten terugkomen, dus binnen de medisch inhoudelijke vakken in plaats van als losstaande themaweek. Pas dan wordt het, ook in het onderwijs, echt geïntegreerd in de medische praktijk.”
Patiëntencontact
Voor eenzijdige aandacht voor louter technologische snufjes is Van Buchem niet bang. “Uit de eerste themaweek kwam vrijwel unaniem naar voren dat studenten het heel belangrijk vinden om patiëntencontact te blijven houden. Dat willen ze absoluut niet geautomatiseerd hebben. De grote administratielast willen ze absoluut wel geautomatiseerd hebben.”