Kijk bij innovatie over de grenzen van het zorgdomein heen. Dat is de raad die zorginnovatie-strateeg Lucien Engelen start ups wil meegeven: “De toegang tot gezondheidszorg bepaalt slechts 6 procent van onze gezondheid.” Het moet dan ook niet meer gaan over de patient journey, maar over de journey of life. Engelen reikt op 10 april tijdens Zorg & ict de Nationale Zorginnovatieprijs uit.
Wat Engelen betreft, spelen start ups een vitale rol bij zorgvernieuwing. “Het start up mechanisme is onlosmakelijk verbonden met innovatie in de gezondheidszorg”, aldus Engelen. “Er zullen altijd start ups zijn en dat is goed. Wat ik start ups die nadenken over oplossingen zou willen meegeven is: focus je niet te veel op de zorg.”
Patient journey
Blijkens onderzoek wordt gezondheid voor gelijke delen van elk zo’n 20 procent bepaald door respectievelijk genetische factoren, sociaaleconomische positie en levensstijl. “De gezondheidszorg bepaalt slechts 6 procent van onze gezondheid”, constateert Engelen.
“Toch gaat daar nu nog 90 procent van het budget heen. Maar we zitten aan het begin van een omslag. Talloze rapporten laten zien dat we van ‘zorg’ naar ‘gezondheid’ gaan. Dus mijn advies aan start ups is: kijk eerder en verder in die keten rond de burger. Op enig moment kan hij patiënt worden, maar daarvoor en daarna is hij weer gewoon burger. Dat betekent dat je meer naar de journey of life -moet kijken dan naar de patient journey, om maar te refereren aan Anne-Miek Vroom van Ikone.
Beweging van buitenaf
Zorginnovatoren kunnen zich wat Engelen betreft spiegelen aan de retail-sector. Daar heeft digitale technologie een logistieke revolutie teweeg gebracht. Die heeft niet alleen gezorgd voor verbeterde efficiency, maar ook voor betere service en grotere klanttevredenheid.
Engelen: “Met wat er bij de supermarkten, online warenhuizen en drogisterijen gebeurt, kunnen we de druk op de ziekenhuizen en huisartsen sterk verlagen. Daar merk ik nog te weinig beweging.”
Als de zorg niet zelf gaat bewegen, dan komt die beweging van buitenaf, voorspelt Engelen. “We zullen verrast worden door wat er van buiten de zorg op ons afkomt. Dan heb ik het over bedrijven als Amazon, Google en MicroSoft.”
Monopolie Big Tech
Voor start ups zitten er twee kanten aan de groeiende bemoeienis van grote tech-bedrijven. Enerzijds ontstaan er kansen voor opschaling, anderzijds wordt het voor start ups steeds moeilijker om tegen Big Tech op te boksen. “Deze partijen gaan op jacht naar start ups”, voorziet Engelen. “Als ze iets zien in wat jij hebt gemaakt, kopen ze je. De Amerikaanse online-apotheek PillPack is destijds is voor 6 miljard dollar door Amazon overgenomen om maar een voorbeeld te noemen. Dat is een mechanisme waar we aan zullen moeten wennen.”
Start ups die meer businessgeoriënteerd zijn dan missie-gedreven, zullen juichen bij een dergelijke buy out. Maar de trend heeft ook maatschappelijke implicaties. “Het betekent dat de zwaartekracht van dit soort platforms alleen maar groter wordt”, constateert Engelen. “Daardoor monopoliseert het nog meer.”
Co-creatie
Toch ziet Engelen ook ontwikkelingen die het zorginnovatieklimaat in Nederland ten positieve veranderen. “We hebben de laatste jaren vooral puntoplossingen gezien. Iedereen zei: we moeten het samen doen, maar het begint bij mij. Oftewel: ik doe het eerst voor mezelf, dan kunnen anderen zich bij mij aansluiten. Die benadering maakt steeds meer plaats voor samen doen. Je ziet meer co-creatie, zowel over de domeinen heen als met familie en mantelzorgers.”
Patiëntvraag
Tot zijn tevredenheid ziet Engelen dat ook steeds meer partijen de patiëntvraag als vertrekpunt nemen, waar voorheen vooral de techniek leidend was. “Het is nog geen gemeengoed, maar daar waar een paar jaar geleden een enkeling dat deed, zie je dat nu steeds meer. Het landschap is aan het veranderen. Maar het andere is ook nog steeds waar: we hebben de techniek, welk probleem lossen we er mee op? Gelukkig worden financiers steeds kritischer op die benadering. Je bent er echt niet meer met alleen een mooi stukje techniek.”
Richtlijnen en protocollen
Daarnaast ziet Engelen minder passiviteit onder zorg-innovatoren. De neiging om te wachten op overheidsoekazes of subsidie, wordt minder. “Je hoort nog wel eens roepen: de overheid moet met richtlijnen komen. Als je wilt dat eerst alle richtlijnen en protocollen er zijn, kun je wachten tot je een ons weegt, dan is die trein allang weg.”
“De houding was heel lang: er komt iets nieuws aan en daar wachten we op. Steeds meer mensen in de start up wereld realiseren zich dat je moet starten met het adopteren van standaarden die er zijn. Niemand stelt zich nog de vraag of FHIR door gaat en of dat data FAIR moet zijn. Dat is ingedaald. Echte entrepreneurs gaan gewoon aan de slag. Men gaat steeds meer op zoek naar de ruimte die er is om voortgang te boeken. Daardoor komt men sneller bij elkaar.”
Aparte financiering
Dit betekent dat ook de schaal groeit waarop innovaties worden uitgeprobeerd en toegepast. “Je ziet nu oplossingen zien waar 1.500 patiënten zijn geïncludeerd”, zegt Engelen. “Vroeger waren dat er misschien vijftig of zestig.” Toch is de Nederlandse zorg er nog niet wat betreft digitale bekwaamheid. “Digitale zorg begint steeds meer gemeengoed te worden. Maar we moeten van het woord e-health af. Zolang we dat gebruiken, blijft het een apart clubje met aparte financiering. Het is 2024 en dus gewone zorg geworden.”
Lerende cultuur
Ook hamert Engelen op het belang van een lerende cultuur. De zorg kan in dit opzicht nog wat opsteken van start ups. “Die gaan geregeld op hun plaat en staan dan weer op. Dat moeten we in de zorg ook een beetje leren. Mislukken en falen vind ik twee verschillende zaken. Iets kan niet lukken, maar je faalt als je er niets van leert. Mensen lopen vaak leeg qua ambitie en energie als ze in een omgeving werken waar niks mag mislukken. Bij Google X word je ook gepromoveerd als je project niet gelukt is, want er is van geleerd en dat wordt weer gebruikt voor nieuwe projecten. Die vorm van mislukken moeten we meer leren waarderen in de zorg.”
Zorginnovatie.nl reikt in 2024 voor de negende keer de Nationale Zorginnovatieprijs uit voor de meest vernieuwende zorginnovatie in de opschalingsfase. De acht finalisten maken kans op de vakjuryprijs ter waarde van 10.000 euro en op de publieksprijs ter waarde van 5.000 euro. Stemmen voor de publieksprijs kan van 20 maart tot 3 april. De winnaars worden op 10 april bekendgemaakt tijdens Zorg & ict, onderdeel van Dutch Health Week. De finalisten krijgen tijdens dit event een plek op het Heart of Health-plein.