Processen in de zorg heten traag en stroperig te zijn. Dit speelt ook innovatie parten. Een landelijk innovatieteam met mandaat en middelen om uit te zoeken welke innovaties werken, zou uitkomst kunnen bieden. Dat stelt UX-specialist Machiel Oskam in een podcast van Dutch Health Hub.
Als partner van het designbureau Online Department is Oskam -samen met zijn collega’s- al jaren in de zorg actief. Tijdens health tech event Zorg & ICT 2023 deelt hij enkele observaties in een podcast van de Dutch Health Hub. Bijvoorbeeld over de hardnekkige neiging om de eigen organisatie of expertise als maat der dingen te nemen. “De eindgebruiker wordt in de zorg nog weleens uit het oog verloren”, aldus Oskam. “Wij beginnen daarom altijd met onderzoek naar diens behoefte, gekoppeld aan vragen als: kunnen we tijd besparen of de administratieve lasten verlichten?”
Eigen taal
Een ander obstakel voor innovatie ligt in het feit dat verschillende beroepsgroepen ieder een eigen taal en idioom hebben, waardoor ze elkaar niet altijd verstaan. Oskam: “Er wordt veel gepraat, ook veel langs elkaar heen gepraat. Zorgverleners en IT’ers spreken vaak letterlijk een andere taal.”
Test en leer
Toch hoeft dit alles volgens Oskam geen beletsel te zijn voor snelle innovatie. Als alle betrokken partijen bereid zijn om een aantal duidelijke gemeenschappelijk principes rond het ontwerpproces te omarmen, ligt een versnelling binnen handbereik. “Vanuit de ontwerpdiscipline kun je mensen elkaar heel goed laten begrijpen. Ik merk iedere keer hoeveel er in een dag gedaan kan worden als je mensen op die manier bij elkaar zet. Waar het om gaat is dat je met oplossingen komt zonder dat je zeker weet dat die gaat werken. Die oplossingen test je en door middel van zulke experimenten leer je.”
Versnellen
Een dergelijke aanpak zou ook op landelijk niveau vruchten kunnen afwerken, denkt Oskam. Daarbij denkt hij aan een separaat innovatieteam met mandaat en middelen om uit te zoeken welke innovaties werken. “Neem het Integraal Zorgakkoord. Dat kost veel tijd. De vraag is echt hoe we met elkaar sneller kunnen.”