De zorg loopt qua duurzaamheid vijftien tot twintig jaar achter op andere sectoren. Dat stelt ‘duurzaamheidsprofessor’ Jan Rotmans. Op grond van energieverbruik en afvalproductie is de zorg in zijn woorden ‘één van de meest onduurzame sectoren’. Voeg daarbij het gebrek aan leiderschap en daadkracht en de kans dat de zorg de doelen van de Green Deal Duurzame Zorg 3.0 haalt is volgens hem nihil.
Hoogleraar Rotmans deelde zijn naar eigen zeggen ‘mild-kritische reflectie’ met enkele honderden deelnemers aan het druk bezochte ‘Zorgcongres: Duurzaamheid, van visie naar uitvoering!’, dat op 12 april in Utrecht werd gehouden (zie video).
Organisatoren Fizi, ActiZ, Intrakoop, NVTZ, NVZ en de Rabobank schotelden de aanwezigen een stevig doortimmerd programma voor. Het Bravis ziekenhuis en VVT-aanbieder Omring mochten in de plenaire zaal hun duurzame pioniersarbeid toelichten.
Bestuursvoorzitter Marjo Vissers van Coöperatie VGZ en directeur gezondheidszorg Michel van Schaik van de Rabobank vertelden hoe ze als financiers verduurzaming van de zorg stimuleren. Daarnaast was er brede waaier van workshops over zulke uiteenlopende onderwerpen als rapporteren volgens de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), regionale samenwerking en het samenspel tussen bestuurders en werkvloer.
Verbale kastijding
Rotmans was ingevlogen om te reflecteren op het programma en daarmee iets te zeggen over de stand van de verduurzaming in de zorg. Het werd een verbale kastijding. “Hoe is het mogelijk dat 7 procent van de CO2-uitstoot voor rekening van de zorg komt?”, vroeg Rotmans zich hardop af. “Dat is meer dan lucht- en scheepvaart bij elkaar. De zorg verbruikt 13 procent van de grondstoffen en produceert 4 procent van het afval. Een kwart van het afval in de ouderenzorg is incontinentiemateriaal, nog een kwart van het afval bestaat uit voedselresten. De zorg is daarmee één van de meest onduurzame sectoren.”
Gebrek aan urgentie
Dat de zorg hier verandering in probeert te brengen, wil Rotmans best geloven. Maar hij ziet vooral onwennigheid en een gebrek aan urgentie. “Duurzaamheid is nieuw voor de zorg. Het is zoeken en experimenteren. Organisaties vinden het vaak nog eng. Ik zie ook een neiging tot problematiseren. En ik hoor de echte reden voor verduurzaming niet. In essentie betekent duurzaam ‘volhoudbaar’. Oftewel: is de huidige zorg vol te houden?”
Rekensom
Ter beantwoording van deze vraag hield Rotmans zijn gehoor een kleine rekensom voor. “In 2040 zijn er 4,7 miljoen 65-plussers, waarvan 1,5 miljoen 80-plussers, vaak met meerdere aandoeningen. Om aan de zorgvraag te voldoen, is straks misschien wel een budget van 300 miljard euro nodig en moet een op de drie werknemers in de zorg aan de slag.”
“Er is geen sector die zoveel op zich af krijgt. Robotisering en digitalisering kunnen het probleem maar voor een klein deel opvangen. Op de huidige manier is de zorg niet vol te houden. Eigenlijk weet iedereen dat een omslag nodig is, maar als je over een stelselwijziging begint, zegt iedereen: houd maar op…”
Zolang de zorg zich de existentiële noodzaak tot verduurzaming niet eigen maakt, blijft het volgens Rotmans bij letters op papier. Als voorbeeld haalde hij de Green Deal Duurzame Zorg aan, waarin de sector allerhande doelen ten aanzien van CO2-uitstoot, energieverbruik, afvalproductie en circulariteit heeft vastgelegd. “De kans dat die doelen worden gehaald is nul”, aldus Rotmans. “Daar wil ik een fles whisky om verwedden. En zo heb ik er al meer dan 80 gewonnen.”
Duurzaamste ziekenhuis
Waar Rotmans de grote trom roerde, was het betoog van Leo Simons, manager bedrijfszaken van het Bravis ziekenhuis, over de duurzame nieuwbouwplannen van zijn ziekenhuis een stuk prozaïscher. “Ik ga niet zeggen dat we het duurzaamste ziekenhuis zijn of gaan worden”, aldus Simons. “Ook niet dat wij de beste methode hebben. Wel hoe je met honderd en één andere prioriteiten duurzaamheid in het beleid kunt incorporeren.” Met andere woorden: hoe verhouden duurzame ambities zich tot de vaak weerbarstige praktijk van de zorg?”
Door bij de nieuwbouw te kiezen voor het samenvoegen van twee locaties op één plek, slaat Bravis twee vliegen in één klap. Het ziekenhuis kan afscheid nemen van twee gebouwen van eind jaren zestig. Simons: “Zelfs met heel veel geld zijn ze niet geschikt te maken voor alle klimaateisen.”
Bovendien kan het ziekenhuis compacter bouwen. En minder vierkante meters betekent minder energieverbruik, minder stookkosten en minder uitstoot. Maar krimp betekent ook standaardiseren en flexibiliseren. Niet eenvoudig, aldus Simons, “want je komt aan rechten en gewoontes van mensen.”
Zonnepanelen
Nieuwbouw biedt ook gelegenheid om state of the art oplossingen toe te passen, zoals CO2-gestuurde ventilatie, LED-verlichting, warmte-koudeopslag en vanzelfsprekend de laatste generatie zonnepanelen. Maar de beperkte financiële speelruimte noopt tot keuzes. “We zijn bij veel ziekenhuizen op bezoek geweest. Ik heb hartstikke mooie dingen gezien, met name in de academische ziekenhuizen, maar die hebben toch wat meer financiële ruimte. Je zult keuzes moeten maken in je programma van eisen.”
Waterzuivering
Zo had Bravis aanvankelijk een groot centraal systeem voor waterzuivering op het verlanglijstje staan. “Er zijn welgeteld twee leveranciers, waarvan er één recent failliet is gegaan. Dan kun je zeggen: laat maar zitten, maar dat vonden we te makkelijk. We hebben nu gekozen voor decentraal lokaal systeem op die afdelingen die het meeste vervuilend zijn, zoals nucleaire geneeskunde, radiologie en IC.”
Maatschappelijke plicht
Ook in de langdurige zorg vergen duurzame keuzes het nodige rekenwerk. Bestuurder Frido Kraanen kaartte in Utrecht het ‘icoonproject’ op Texel aan, waar Omring het duurzaamste verpleeghuis van Nederland aan het bouwen is. Daar hangt een prijskaartje van ruim 21 miljoen euro aan, met een onrendabele top van 1,5 miljoen euro.
Volgens Kraanen hebben zorgaanbieders de maatschappelijke plicht om deze meerkosten voor hun rekening te nemen. Voorzieningen die niet duurzaam zijn, doen afbreuk aan de kernmissie van de zorg, namelijk mensen gezond maken. Bovendien heeft de zorg forse reserves op kunnen bouwen met maatschappelijk kapitaal, dus is het niet meer dan logisch om de maatschappij terug te betalen in de vorm van duurzame voorzieningen.
Warme zakelijkheid
Een kwestie van ‘warme zakelijkheid’, aldus toezichthouder Peter Littooy, die samen met zijn bestuurder Kraanen op het podium stond. “Die onrendabele top van anderhalf miljoen is natuurlijk een punt, want waar is de limiet? Maar met een solvabiliteit van 50 procent kunnen we het betalen. Als grote instelling zijn wij aan zet.”
Circulair denken
In de ogen van Rotmans staren Bravis en Omring zich dood op traditionele cijfertjes. “Als je het over een onrendabele top hebt, dan reken je de enorme restwaarde en de gezondheidswinst in ieder geval niet mee. Onze huidige berekeningssystematiek klopt gewoon niet. We moeten circulair denken in plaats van lineair.”
Rotmans gaf daarmee en passant ook een opdracht mee aan financiers, zoals zorgverzekeraars en banken. “Als er ergens een sleutel is voor verduurzaming, dan ligt die bij de verzekeraars”, aldus Rotmans.
Lastig dilemma
Dat zorgverzekeraars voor een lastig dilemma staan, kwam naar voren uit het verhaal dat bestuursvoorzitter Marjo Vissers van VGZ vertelde. “Binnen en buiten de organisatie sturen we op drie pijlers: gezond, gelijk en groen. We hebben bijvoorbeeld het implementatieplan zoals Omring dat hanteert in onze inkoopkoffer. Maar er heerst schaarste in de zorg. We kunnen dus niet zeggen: we kopen alleen in als u voldoet aan alle duurzaamheidscriteria.”
Michel van Schaik, directeur gezondheid Rabobank, wees op de adviserende rol die financiële instellingen kunnen spelen. “Er is bij ons heel veel kennis en daar sturen we niet gelijk een rekening voor.” Rotmans toonde zich in het Rabobank-auditorium sceptisch: “Ook banken lopen tien tot vijftien jaar achter.”