Jan Kremer: ‘We moeten niemand wegzetten’

Jan Kremer
Philip van de Poel
Philip van de Poel
16 maart 2022
4 min

Corona heeft de grenzen van het huidige zorgstelsel pijnlijk blootgelegd. Er is dan ook een transitie nodig die qua impact vergelijkbaar is met de energietransitie, stelt hoogleraar patiëntgerichte innovatie en RVS-lid Jan Kremer. De nieuwe zorgwereld gaat over meer dan zorg en speelt lenig in op maatschappelijke opgaven. Daar is leiderschap voor nodig dat stuurt op verbinding. Kremer: “We moeten niemand wegzetten. De opgaven zijn gewoon te groot.”

Een megafoon voor bestaande vragen en problemen rond de zorg, zo typeert Kremer de pandemie die Nederland bijna twee jaar in zijn greep heeft gehad. “Hoe mooi was het geweest als een vaccin alle problemen had opgelost”, blikt Jan Kremer terug.

“Maar we moeten erkennen dat er rond de zorg brede, complexe vraagstukken bestaan. In wat voor samenleving willen we leven? Wat voor zorg willen we bieden? Moeten we elk verschijnsel op gebied van gezondheid beantwoorden met gezondheidszorg?”

Zijn zulke grote vragen goed te beantwoorden?  

“Ze vragen vergen een breed kennisareaal en lange termijn perspectieven. Een eenduidig antwoord lijkt verder uit zicht te raken nu groepen tegenover elkaar komen te staan. We hebben daarom leiderschap nodig dat stuurt op verbinding. We moeten met elkaar een aantal klussen klaren. De grote opgaven zijn nog niet helemaal helder. Ze worden in ieder geval nog niet als gedeelde missie gevoeld. Maar we moeten met elkaar nieuwe vormen vinden.”

Hoe zou een beter geëquipeerd systeem eruit kunnen zien?

“Misschien moeten we het zoeken in de richting van lerend zorgstelsel dat we bij verrassingen op een adaptieve manier kunnen sturen. Passende zorg is daarbij een belangrijk gegeven. We zien de zorgwereld nu vaak als een geïsoleerd iets. Maar zorg is niet alleen van de patiënt en de professional, het is van ons allemaal.”

Een pleidooi voor verbinding met andere levensdomeinen dus?

“Het gaat om fundamentele vragen rond onze levensloop. Is het ideaal als we op ons tachtigste alleen in groot huis wonen of vergroot dat problemen als eenzaamheid? Er zijn nieuwe oplossingen nodig. Je kunt de zorgtransitie bijna vergelijken met de energietransitie. Als je precies het eindpunt weet, zou je een mooi plan kunnen maken, maar we moeten dat al lerend ontdekken. Geen grote plannen voor een nieuw stelsel dat alles beter gaat maken. Het stelsel moet zich vooral continu kunnen aanpassen aan nieuwe situaties.”

Over welke nieuwe situaties hebben we het?

“Een goed stelsel moet niet alleen bijdragen aan het goede leven, maar ook aan goed samenleven. Dat is nieuw. Het huidige stelsel is dertig jaar geleden bedacht op basis van wat wij professionals goed vonden. Langzaam kwamen daar de persoonlijke waarden van mensen bij in de vorm van persoonsgerichte zorg en shared decision making. Met grote maatschappelijke problemen als gezondheidsverschillen, personeelsschaarste, financiële houdbaarheid en duurzaamheid komt nu ook de samenleving aan boord.”

“Die maatschappelijke waarden zie ik nadrukkelijk naar voren treden. Dat is spannend. We hebben ons stelsel heel erg ingericht op één-op-één contacten van de clinical encounter. Wij zijn als professionals niet gewend om rekening te houden met wat we bijdragen aan de samenleving. Maar zorg staat niet los van rest van de samenleving.”

Moeten professionals nu voortdurend hun maatschappelijke voelhoorns uitsteken?

“Hoogleraar bestuurskunde Mirko Noordergraaf spreekt in dit verband van connected professionalism. Verbonden professionaliteit betekent dat je vraagt naar wat je handelen betekent voor gezondheidsverschillen, voor andere sectoren, voor duurzaamheid en betaalbaarheid. Dat maakt het er niet gemakkelijker op. Was het als dokter al moeilijk om in je eentje te bepalen wat goede zorg was, het werd al moeilijker toen de patiënt ging meebeslissen. En nu komt ook samenleving erbij, waardoor het nog complexer wordt.”

De zorg is de laatste jaren overspoeld met kwaliteitsindicatoren. Hoe meten we kwaliteit en resultaat in zo’n nieuwe situatie?

“Goede zorg wordt niet langer gedefinieerd aan de hand van een paar indicatoren die iemand achter een bureau heeft bedacht. Je hoeft niet langer schijndoelen na te jagen. De centrale vraag is of je in je werk voldoende oog hebt voor wat vanuit publiek oogpunt belangrijk is. Als je beweegt en je stelt je toetsbaar en lerend op, dan doe je het goed.”

Door corona doen zorgprofessionals nadrukkelijker dan ooit mee aan het publieke debat. Is daarmee medische expertise veranderd in “ook maar een mening”?

“Het is goed dat iedereen zich bemoeit met publieke debat. Er is nog wel een soort verlangen naar eenvoud in de trant van: beste medicus kom met een oplossing, dan kan ik mijn gewone leven weer oppakken. De inconvenient truth is dat veel grote opgaven breder zijn dan een medisch probleem. Laten we het hebben over wat voor wereld we in willen leven. Ik vermoed dat veel mensen daar wel aan toe zijn.”

Hoe valt dit te rijmen met de schrille toon van het publieke debat, met name via de sociale media?

“Uit die kritiek spreekt veel passie en energie. Dat wordt gevoed door diepe gevoelens als angst, hoop en teleurstelling. Dat zullen we komende jaren blijven zien. Toch moeten we mensen niet wegzetten.  We moeten leren die verschillende werelden niet als conflicterend te zien. Ze kunnen ook bijdragen aan volgende stappen. Daarom vind ik woord ‘debat’ niet goed. Het gaat er niet om wie gelijk heeft, maar hoe we verschillende perspectieven productief kunnen maken. Ik vind termen als gesprek en dialoog daarom beter. We moeten er samen chocola van maken, de opgaven zijn te groot om in je eentje op te lossen.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen