Passende zorg moet passen vanuit drie perspectieven. Professioneel, vanuit de patiënt en vanuit de samenleving. Dat is wat Jan Kremer medisch leiderschap noemt. Niet het leiding geven aan anderen, maar aan jezelf. Doen wat goed is op drie niveaus.
Het is volgens Jan Kremer, hoogleraar Zorg en Samenleving aan het Radboudumc en special gezant Passende Zorg, niet eenvoudig om de perspectieven van de professional, de patiënt en de samenleving te combineren.
“Goede zorg is geen eitje waarvan iedereen denkt ‘dat is toch logisch dat je dat doet’. Je kunt niet met één wetenschappelijk onderzoek voor iedereen in Nederland bepalen hoe dat zou moeten zijn. Het is een taai vraagstuk.”
Grotere belang
Medisch leiderschap begint natuurlijk bij wat een professional, bijvoorbeeld een gynaecoloog, goede zorg vindt. Maar daarbij kun je nooit het grotere belang uit het oog verliezen. Kremer geeft een voorbeeld. “Een gynaecoloog kan vinden dat het op de verloskamer vanuit professioneel perspectief het beste als er op iedere barende vrouw zes verpleegkundigen aanwezig zijn. Maar dat is niet reëel met het huidige personeelstekort. Zelfs twee lukt vaak al niet. Je moet ook open staan voor het perspectief van de samenleving. Er zijn gewoon niet meer mensen. Dan heb je een probleem. Hoe ga je om met de beschikbaarheid van mensen versus jouw optimale kwaliteit. En wat wil de patiënt? Die drie belangen moet je altijd bij elkaar brengen.”
Drie perspectieven
Een medisch leider moet continu de drie perspectieven in het oog hebben en die op een professionele manier met elkaar verbinden. Jan Kremer: “Stel dat iemand op het einde van het leven zit. Er kan dan een internist met alweer een chemokuur komen. Als de patiënt daar geen zin meer in heeft, moet dat zwaar meewegen. Maar ook het perspectief van de samenleving is belangrijk. Als een maand levensverlenging 200.000 euro kost, is het maatschappelijk gezien wellicht geen goede beslissing.
Verantwoordelijkheid professional
Om de perspectieven op elkaar af te stemmen, zijn op landelijk niveau grote kaders nodig, aldus Kremer. Maar het blijft de verantwoordelijkheid van iedere professional. “Ik denk dat bijvoorbeeld verzorgenden in een verpleeghuis dat heel goed in de gaten hebben. Die doen niet anders dan afwegen wat kan ik met de mensen die ik op mijn afdeling heb wat kan ik betekenen voor de kwetsbare ouderen.”
Kremer noemt de term ‘medisch leiderschap’ misleidend. Het lijkt alleen over leiders te gaan, maar het gaat over iedereen. Iedereen is leider van zijn eigen werk. “Ik denk dat veel mensen het wel beseffen, maar door het leiderschap te noemen, heb je een excuus om er niet zoveel mee te hoeven doen. ‘ik ben de baas niet’.”
“Het is medische professionaliteit, het is de core business van je eigen beroep. Als dit soort afwegingen niet meer gemaakt hoeft te worden, kun je het werk ook door een robot laten doen, dan hoeft er geen mens meer tussen te zitten.”
Passende zorg
Passende zorg is continu zoeken, leren, reflecteren en weer stappen zetten, aldus Kremer. “Het is niet meer plannen, doen en controleren zoals in de eenvoudige wereld. Het is nu heel vaak te vervangen door doen, reflecteren en leren. En dat met elkaar. Passende zorg is een lerende beweging. Verschillende perspectieven zijn dan interessant, niet irritant.”
“Er is lang gedacht dat passende zorg het systeem passend moest maken. De zorgverlener zou zich dan moeten plooien naar het passende systeem. Je moet het omdraaien. Zorgverleners doen passende dingen, het systeem moet zich daar omheen plooien zodat zorgverleners dat kunnen doen. Iedereen in de zorg wil het goed doen voor zichzelf, de patiënt en de samenleving.”
Klein vonkje
Maar hoe bereik je de professionals? “Het afgelopen jaar heb ik als Speciaal Gezant Passende Zorg bij het Zorginstituut wel op honderd bijeenkomsten gesproken. Elke keer valt me weer op dat er bij zorgverleners heel weinig nodig is om dit vuurtje aan te wakkeren. Een klein vonkje is voldoende.”
“Niemand gaat naar zijn werk om het verkeerde te doen voor zichzelf, de patiënt of de maatschappij. Het is de kunst om daar verantwoordelijkheid voor te willen nemen. En om te zorgen dat degenen die dat doen de wind mee krijgen. Nu is het vaak zo dat als je je nek uitsteekt, dat je vooral wind tegen krijgt.”
Kremer heeft het in de praktijk vaak genoeg gezien. “Een geriater bij ons in het Radboudumc ging meedenken bij de besluiten die genomen werden over een hele dure hartklepvervanging bij kwetsbare ouderen. Dankzij deze geriater nam het aantal hartklepvervangingen af. Dat werd haar niet in dank afgenomen omdat het ziekenhuis minder inkomsten kreeg. Daar werkt het systeem tegen.
Tegenslagen
Maar het systeem veranderen, klinkt simpeler dan het is. “We moeten niet denken dat we hier binnen een jaar een oplossing voor hebben. We leven in een ontzettend haastig land waar we alles meteen willen oplossen. Het probleem is misschien wel dat we over dé oplossing praten en niet over de weg er naartoe.”
“Dat is een weg met tegenslagen waarvan je moet leren. En je kunt het zelf ook wel eens fout hebben. Je hebt geduld nodig. En je moet andere mensen toelaten. Als je de zorg zoals die geriater anders wilt organiseren, moet je eerste gedachte zijn dat je er bijvoorbeeld een verzekeraar bij moet betrekken. Je kunt het niet alleen.”