IZA-partijen zoeken naarstig naar verbinding met burger

IZA-congres
Philip van de Poel
Philip van de Poel
07 maart 2024
5 min

Twee jaar na ondertekening is het in de woorden van minister Helder hoog tijd dat de letters van het Integraal Zorgakkoord (IZA) ‘van het papier komen’. Hoe toch die burger te betrekken voor wie het allemaal bedoeld is, vroegen 1400 professionals, ambtenaren en beleidsmakers zich in Utrecht af tijdens het IZA-congres ‘Samen Werken aan Zorg en Welzijn’.

Foto: V&VN

Het is geen geheim dat het Nederlandse zorgstelsel bij ongewijzigd beleid de komende jaren uit zijn voegen barst. Als gevolg van de vergrijzing moet een krimpende groep werkenden voor een steeds grotere groep ouderen zorgen. Met de stijgende vraag rijzen ook de kosten de pan uit.

“Mijn grootste zorg is dat we straks geen zorg meer kunnen leveren aan mensen die dat nodig hebben”, waarschuwt hoogleraar Jan Kremer, tevens speciaal gezant Passende zorg, in het Beatrix Theater in Utrecht. “Als we de zorg niet anders gaan leveren, kunnen grote groepen geen zorg meer krijgen.”

Lange wachtlijsten

“We weten dat de zorg in de knoop zit”, stelt minister Conny Helder voor Langdurige zorg, die haar agenda heeft schoongeveegd om het hele congres in persoon te kunnen meemaken. “We zien nu al zorgverleners die tegen wachtlijsten aankijken en niet voor de patiënt kunnen doen wat ze eigenlijk willen. Dat moeten we veranderen en daarom zijn we twee jaar geleden de IZA-beweging begonnen.”

Integrale aanpak

Het IZA-gedachtengoed laat zich het best samenvatten in enkele vaste begrippenparen: minder zorg, meer gezondheid en welzijn; minder genezing, meer preventie; minder systeemwereld, meer leefwereld; minder markt, meer samenwerking; minder professionele bemoeienis, meer eigen regie. Dit alles moet zoals de naamgeving al zegt ‘integraal’, dat wil zeggen over de schotten tussen de verschillende sectoren heen, worden gerealiseerd.

Regioplannen

“Op papier klinkt het IZA fantastisch”, stelt directeur Nickie van der Wulp van de Parkinson Vereniging. “Maar het vereist dat er vanuit de praktijk gedacht wordt, niet vanuit beleid. Begin onderop, bij patiënten en professionals. De huidige plannen zijn vanachter de beleidstafel opgesteld. Patiëntenverenigingen zijn niet betrokken bij de regioplannen.”

Geeltjes plakken

“Landelijk zitten we aan de goede tafels, maar in de regio niet”, erkent voorzitter Arthur Schellekens van de Patiëntenfederatie Nederland. “Dan wordt er naar de Patiëntenfederatie gekeken om dat te regelen. Maar it takes two to tango. Als je aan de dansvloer staat en je wilt graag met iemand dansen, dan moet er ook een andere partij zijn die met jou wil dansen. We merken dat er in de regio’s nog vaak ‘over’ patiënten gesproken wordt in plaats van ‘met’. Ze worden hoogstens uitgenodigd om een middag geeltjes te komen plakken en dat heet dan inspraak. Bovendien: als je als welwillende patiënt moet gaan meepraten over zoiets als het inregelen van gefaseerde transitiebekostiging, dan merk je hoever de wereld van patiënt en beleidsmaker uit elkaar liggen.”

Awareness campagne

“Het IZA leeft, maar niet bij patiënten en burgers”, constateert Manon Crijns van de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). “Wij weten allemaal dat uitdagingen enorm zijn, maar we kunnen die alleen aanpakken als we gesprek voeren met huidige en toekomstige gebruikers. Ik pleit daarom voor een grote maatschappelijke awareness campagne.”

Kloof met praktijk

Niet alleen burger weet niet altijd goed raad met het IZA. Ook de professional blijkt geregeld met het thema te worstelen. “Als ik op werkbezoek ben, merk ik dat thema’s als preventie en eigen regie leven, maar het IZA als zodanig niet altijd”, vertelt voorzitter Bianca Buurman van beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). “We moeten de kloof tussen praktijk en beleid verkleinen en zorgen dat het IZA in het DNA van de zorgverlener gaat zitten.”

Buurman hamert in dit verband op het belang van opleiding en onderwijs. Ook werkplezier, zeggenschap en vertrouwen zijn cruciaal om de IZA-doelstellingen bij professionals te laten landen, benadrukt Buurman. “Uit een recente enquête van blijkt dat 85 procent van de professionals zich verantwoordelijk voelt voor de kwaliteit van de zorg. Maar ze willen de tijd en ruimte om daar invulling aan te kunnen geven.”

Passende zorg-dialogen

Kremer ziet naast “professionals die er met veel positieve energie in gaan” ook “zorgverleners die een bepaald cynisme uitstralen”. En dat is volgens Kremer gezien de werkdruk, bureaucratie en stroom van plannen die over de sector worden uitgestort niet eens onbegrijpelijk.

“Luisteren, luisteren, luisteren”, is het devies dat de kersverse (demissionair) minister Pia Dijkstra wil meegeven. Dat is precies wat Kremer als speciaal gezant Passende zorg het komende half jaar gaat doen met zogeheten ‘passende zorg-dialogen’. “We gaan huiskamergesprekken voeren om met mensen te praten over wat gezondheid voor hen betekent en wat de antwoorden zijn die zij nodig hebben.” Daarnaast komen er ‘participatie-hubs’ die de patiëntenverenigingen beter moeten equiperen voor de gesprekken met beleidsmakers en zorgaanbieders.

Bezuiniging

Ziet de burger achter al deze mooie voornemens uiteindelijk niet een ordinaire bezuiniging, wil dagvoorzitter Ruben Maes weten. “Passende zorg is het fundament van het IZA”, stelt Kremer. “Dat is zorg die in de eerste plaats past bij het leven van mensen, maar ook minder beroep dat op schaarse middelen en personeel. Dat moet geen rantsoenering worden, maar dat kan alleen als de hele samenleving meedoet.”

Onnodige zorg

Een bewustwordingscampagne is in dit verband geen slecht idee, vindt Schellekens. “Wat is het IZA? Wat zijn we nou aan het doen? Waar kun je als burger op rekenen als dit traject is afgerond? De boodschap moet zijn dat we het nog steeds goed met elkaar kunnen regelen, maar dat we het wel ánders moeten regelen. We hebben net onderzoek gedaan waaruit blijkt dat 40 procent van patiënten onnodige zorg ervaart. Patiënten willen daar het gesprek over aangaan, maar de helft vindt geen gehoor.”

Politieke urgentie

Aan de patiënt hoeft het welslagen van het IZA volgens Schellekens dus niet te liggen. Kan een nieuw kabinet met andere beleidsprioriteiten straks roet in het eten gooien? “Ik denk dat de urgentie blijft, omdat die urgentie niet van de politiek is, maar van iedereen die iedere dag voelt dat het vastloopt”, reageert Helder ferm. “De politiek moet zich ten dienste stellen van de IZA-beweging. Het is meer dan een akkoord waar je zomaar van kunt weglopen. Het gaat om dingen die soms ongemakkelijk zijn en pijn doen, maar wel moeten gebeuren. Ik ben er dus van overtuigd dat dit wordt overgenomen, ook als er ander kabinet is.”

Bevriezen transitiegeld

Met deze woorden laat Helder zien dat ze pal staat voor haar politieke nalatenschap. Of de Tweede Kamer deze intact laat, valt te bezien. Veelzeggend is het feit dat een ruime Kamermeerderheid onlangs besloot om één miljard euro aan IZA-transitiegeld die is bedoeld voor digitalisering van de zorg hangende de kabinetsformatie te bevriezen.

Helder blijft niettemin optimistisch. “Ik denk dat het is doorgedrongen dat we niet alleen op pad zijn, maar dat we moeten versnellen. Iedereen hier vandaag voelt de opdracht om het IZA nog verder van het papier te krijgen. Ik heb vandaag honger, enthousiasme en passie gezien waarvan ik hoop dat iedereen die meeneemt naar de eigen regio, organisatie en werkplek.”

 

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen