Een visionaire, sector-overstijgende leidraad voor een toekomstbestendig zorgstelsel. Zo hadden minister Kuipers en collega Helder het Integraal Zorgakkoord (IZA) gedacht. Weg van de gefragmenteerde, financieel gestuurde sectorale zorgakkoorden van de afgelopen jaren. Maar nu er een conceptversie op straat ligt, heeft de discussie zich in no time verengd tot waar het in de zorg altijd over gaat: geld.
Dat het IZA een centenkwestie dreigt te worden, hebben de opstellers van het conceptakkoord aan zichzelf te danken. Of dit nu het gedeelde standpunt is van alle zeventien overlegpartijen of niet, de concepttekst is zonneklaar. “Alleen betaalbare zorg is toekomstbestendige zorg”. Het einddoel is verbetering van de kwaliteit bij een gelijktijdige besparing van 1,3 miljard euro.
Zware pijp
Dat geld moet onder meer komen door de uitgaven voor huisartsenzorg en de wijkverpleging te dempen. Met een budgetdaling van 80 miljoen euro is dit voor de huisartsen nog te behappen, al voelt de ingreep voor de overbelaste huisartsen als een zoveelste schoffering. Vooral de wijkverpleging krijgt een zware pijp te roken. Doordat er de afgelopen jaren geld op de plank is blijven liggen, wordt de komende jaren 600 miljoen euro in mindering gebracht.
Verbijstering
In de sector overheerst verbijstering. “Dit is echt niet te geloven”, laat bestuurder Inge Borghuis van Amstelring via LinkedIn weten. “Een verdubbeling van tachtigplussers tot 2025 en iedereen moet zo lang mogelijk thuis blijven wonen. De wijkverpleging en de huisarts zijn cruciaal om dit waar te maken.”
“Wat een belachelijk idee”, reageert Mariëlle van Dijk, verpleegkundige en werkbegeleider bij Amstelring Wijkzorg. “Huisartsen staan onder druk, wijkverpleging is noodzakelijk om langer verantwoord thuis te wonen. En dan geen geld erbij, maar heel veel eraf.”
Mes in de rug
Linda Konijn, e-health wijkverpleegkundige en ambassadeur wijkverpleging, noemt het voornemen ‘niet te rijmen’ met de toenemende druk op zorgmedewerkers en groeiende complexiteit van de zorg in de wijk. “Rationeel onbegrijpelijk, wie dit toch bedenkt? Emotioneel; een mes in de rug, en ontkenning van al het harde werken voor onze medemens…”
“Te gek voor woorden als het kabinet dit doorzet”, vindt Tera Stuut van Acare Thuiszorg. “Juist de eerstelijnszorg zou versterkt moeten worden. Dat voorkomt onnodige ziekenhuisopnames.”
Ernstige kwestie
Volgens VWS wordt er helemaal niet bezuinigd op de wijk- en huisartsenzorg. Het gaat om het anders besteden van geld dat anders helemaal niet wordt uitgegeven. “Het argument dat het geld niet opgemaakt wordt. is een hele ernstige kwestie”, werpt Borghuis tegen. “Bijna alle aanbieders voor wijkverpleging komen niet uit met de huidige tarieven en zorgverzekeraars zijn niet genegen rendabele tarieven te betalen en te investeren in innovaties en belangrijke systeem functies. Ook de coronacompensatie geldt niet voor de wijkverpleging. Ik begrijp het echt niet meer.”
Bij huisarts en bewegingswetenschapper Marit Jansen overheerst cynisme. “Waar we in ieder geval mee door kunnen gaan is dat we alles nog meer terug over de schutting naar de tweede lijn gooien. De tweede lijn krijgt er genoeg geld voor! Informatieverzoeken van de patiënt? Haal het maar bij de specialist!”
Actie
Ook onder wetenschappers valt kritiek te beluisteren. Emeritus hoogleraar Jan Moen noemt de plannen ‘onbegrijpelijk en onacceptabel’: “Actie dus.” Hoogleraar Fred van Eenennaam, tevens voorzitter van het VBHC Center Europe, spreekt van een voortzetting van het schrale beleid van de afgelopen vijftien jaar. “De vraag is of het goed is voor de patiënt en maatschappij of voor het ministerie van Financiën en het budget. Het is een beetje zero sum game voor betrokkenen.”
Van zorg naar gezondheid
Zijn de voorstellen uit het IZA werkelijk zo brisant? Wie bij de grote lijnen blijft, ziet eigenlijk weinig schokkends. Om de stap van zorg naar gezondheid te maken, komt er meer aandacht voor preventie in de vorm van ‘leefstijlprogramma’s’. Zorgaanbieders moeten het voor 2025 met al hun reguliere patiënten over hun leefstijl gepraat hebben.
Passende zorg
In het IZA wordt ook veelvuldig gewag gemaakt van ‘passende zorg’. Dat betekent onder meer afremmen van medicalisering. “Niet elke hulpvraag is een zorgvraag en niet bij elke zorgvraag past een medisch antwoord”, lezen we in het IZA. “Vroege signalering en waar nodig een brede en snelle probleemverheldering zijn essentieel om bij een hulpvraag de juiste vorm van ondersteuning te bepalen.”
Minder zorg dus, maar de patiënt krijgt wel een zwaardere stem bij beantwoording van de vraag wat een passend aanbod is. Kuipers en Helder verwachten daarnaast ook veel van intensievere regionale samenwerking, versterking van de digitale infrastructuur en snellere opschaling van innovaties bij gelijktijdige afschaling van zorg die niet meer van deze tijd is.
Uitwerking
Wie de discussies rond de zorg van de afgelopen jaren volgt, kan moeilijk verrast zijn door suggesties als deze. Over nut en noodzaak hiervan bestaat vrijwel unanieme consensus. De moeilijkheid zit hem natuurlijk in de uitwerking. De vaste bestuurlijk reflex in Nederland is dat stakeholders als verzekeraars, aanbieders, branche-, beroeps- en wetenschappelijke verenigingen de zaken onderling maar moeten uitlijnen.
Daarmee gaan de opstellers van het IZA volledig voorbij aan het feit dat stakeholders er vaak niet in slagen om onderling bindende afspraken te maken. Hoe lang wordt er al niet gedimdamd over gemeenschappelijk standaarden in de zorg-IT? Hoe wordt er wel niet gesoebat over de inkleding van nieuwe beroepsopleidingen in de zorg? Bij al deze netelige kwesties klinkt telkens de roep om sterkere regie van de centrale overheid. Maar die taak lijkt sinds de liberalisering van het stelsel vacant.
Geen brug
Naast uitvoeringslacunes kent het IZA ook een fundamenteel probleem. Hoewel het akkoord door de bedenkers wordt voorgesteld als ‘integraal’, valt daar wel wat op af te dingen. Voor alles is het een zorgakkoord waarin met een zorgbril naar zorgproblemen wordt gekeken, met als logische uitkomst ‘zorgoplossingen’.
Huisvesting, leefomgeving, sociale cohesie en inkomensbeleid. Het zijn allemaal kwesties die de vraag naar zorg aanjagen, maar niet of nauwelijks worden aangekaart in het IZA. Laat staan dat er daadwerkelijk een brug wordt geslagen naar andere beleidsterreinen. En ondanks verwoede lobbypogingen heeft een overkoepelend thema als ‘duurzaamheid’ niet meer dan een plek in de marge gekregen.
Beleidsabracadabra
Tekenend in dit verband is het royale gebruik van beleidsabracadabra, dat in alles de geest van VWS ademt. Wat te denken van treurige termen als: kwaliteitsregistratielandschap, concentratie-neutraliteit, transfertafels, expertiseconsulten, proximale en distale outcomes, prehabilitatie-programma, sectorplanning, escalatiecriteria, ketenimpact-analyse inclusief cascade-effecten…
Belofte
Met deze ambtelijke geheimtaal doorkruisen de opstellers de symbolische belofte die ze in de inleiding van het IZA doen aan ‘Hendrik, Sandra en Aisha’. “De zorg staat onder druk”, luidt de boodschap aan dit drietal in hun rol van respectievelijk zorgvrager, verpleegkundige en scholiere. “Hendrik, Sandra en Aisha denken daar bijna dagelijks over na. Wij willen de zorgen van Hendrik verzachten. We willen dat Sandra bij ons blijft. En we willen de twijfels van Aisha wegnemen. Daar gaan we samen aan werken. Daarom ligt er dit akkoord.”
Voorbarige conclusie
Voorlopig is deze laatste conclusie voorbarig. Kuipers en Helder willen het IZA voor Prinsjesdag tekenen. De facto hebben ze daarmee nog maar een paar weken om iedereen binnenboord te krijgen. Of dat lukt, is de vraag. Behalve de financiële uitwerking kent het IZA nog meer omstreden punten, zoals afschaffing van de 45-minutennorm voor spoedeisende hulp, aanscherping van de volumenormen, sterkere concentratie en spreiding van ziekenhuiszorg en inperking van de vrije artsenkeuze.