Mijn innovatie werkt voor patiënten en vermindert de druk op de eerste lijn. Toch staan niet alle huisartsen te trappelen, want ze krijgen nu minder geld in het laatje. Het wordt tijd dat we eens in Frankrijk gaan kijken.
Wachtlijsten in de gezondheidszorg zijn vervelend voor de patiënten, maar zo heel niet erg voor de zorg zelf. Dat zegt niemand hardop natuurlijk. Maar als er altijd meteen een patiënt klaar, staat krijg je optimale benutting van je (dure) zorgvoorzieningen. Voor de verzekeraar is het ook niet zo’n issue, want zolang je in de wacht staat, hoeft de behandeling niet te worden vergoed. En in sommige gevallen is de aandoening zo erg en de wachttijd zo lang dat de patiënt zijn behandeling niet eens haalt.
Een tijdje geleden hebben zorgverzekeraars een studie gedaan naar chronische patiënten en wat die hen eigenlijk kosten. En wat bleek? Vanwege de zogenoemde risico-verevening brengen die patiënten de verzekeraar geld op. Die patiënten leveren dus een netto-positieve bijdrage aan het financiële resultaat van de verzekeraar. Waarom zou je die chronische ziekte dan eigenlijk willen verhelpen/of willen voorkomen?
Ander potje
Ik ben zelf digitale innovator in de zorg, met een digitale (thuis-) behandeling van net gediagnosticeerde diabetes 2 patiënten. De eerste keer dat we met onze resultaten bij een grote huisartsengroep kwamen zeiden ze: “Dus 25 procent van de patiënten is na drie maanden beter? Maar dat gaat ten koste van ons budget, want voor deze chronische patiënten krijgen we 800 euro per jaar….. Dus beter, tja, heb je nog iets anders?”
“Ja “, zeiden wij, “bijna de helft kan toe met minder medicijnen”
“Oh”, zeiden ze teleurgesteld, “daar hebben we niet zoveel aan, dat is een ander potje“.
Maar…………… HOE DAN?
Effectiever en goedkoper
Ik heb een innovatie ontwikkeld die effectiever is dan enig ander alternatief en goedkoper is dan enig ander alternatief. Het vermindert de druk op de eerstelijns zorg en de wachtlijsten, want we behandelen mensen thuis. En het maakt mensen beter, want de interventies zijn werkelijk effectief en veranderen hun gedrag. En dus kom ik er niet in. Huh?
Terwijl we de staat en dus de belastingbetaler per patiënt per jaar tussen de 2.000 en 5.000 euro aan zorgkosten besparen, moet ik als kleine maar zeer effectieve scale up zelf extra investeringen binnen halen. En die moet ik op enige manier als incentive naar de huisarts zien te krijgen zodat hij ook baat heeft bij onze innovatie.
Gelukkig werken wij met veel praktijken die zeggen: alles wat hierboven staat, klopt dan wel zo ongeveer, maar dìt kunnen we de patiënt niet onthouden. Digitaal, zelfregie, zorg op maat voor laag complexe patiënten; het werkt dus we doen het. Helden zijn het. Ondanks het systeem en niet dankzij.
Kijken naar de Fransen?
Recent is het platform Digizo.nu gelanceerd. Veertien systeempartijen in de zorg gaan samen de zorg helpen in digitale transformatie. Ik begrijp dat er nu nog sprake is van een warming-up fase. Ik heb vast een suggestie voor als de wedstrijd echt begint: kijk vast naar de Fransen.
Hun digitale innovatieprotocol PECAN geeft de huisarts dertig euro per patiënt per maand voor het voorschrijven van de digitale thuisbehandeling. Daar hoeft de arts verder geen prestatie voor te leveren, maar de digitale zorgpartij natuurlijk wel. Die krijgt overigens in jaar één vast bedrag van 780 euro vergoed. Daarna is er voldoende data en volgt de waardebepaling. Uiteindelijk hebben de Fransen door dat die zorg de staat én de belastingbetaler én de patiënt veel oplevert. En daar hebben ze wel wat voor over.
Bonne idée, toch? Wat vindt jij Emma? Goed idee van de PECAN? Of toch ‘n beetje Franse slag?
Ik schrijf dit blog als observator, denker en innovator binnen de zorg. Op uitnodiging van Dutch Health Hub. En op persoonlijke titel. Om zo open dialoog over zorginnovatie te stimuleren. En wissel af met Emma Coles, innovator en directeur van Voeding Leeft.