Veel zorgprofessionals denken dat ze samen met de patiënt beslissen, terwijl dat niet zo is, aldus Haske van Veenendaal. Er is volgens hem nog veel ruimte voor verbetering.
Met zijn bedrijf Trant voor de zorg van morgen zet Van Veenendaal zich in voor de implementatie van samen beslissen. Hij is projectleider Best Onco Care Samen Beslissen bij Longkanker Nederland én is gepromoveerd aan de Erasmus Universiteit met zijn onderzoek naar de toepassing van gedeelde besluitvorming in de dagelijkse praktijk.
Wanneer en waarom besloot je van samen beslissen een dagtaak te maken?
“Ik hou me al sinds 2006 met dit thema bezig. In mijn opleiding tot gezondheidsvoorlichter leerde ik heel klassiek dat er een zender en een ontvanger zijn. Als zender probeer je je boodschap zo goed mogelijk naar de ontvanger te sturen.”
“Eenmaal aan het werk, ging ik keuzehulpen ontwikkelen voor een groot landelijk project van ZonMw. Tijdens literatuuronderzoek voor dat project had ik mijn aha-moment. Ik realiseerde me dat het onhandig is om informatie van de ene kant naar de andere te sturen. Want communiceren is een interactief proces. De dialoog over en weer bepaalt hoe succesvol een gesprek is. Zéker in de gezondheidszorg.”
Hoe ging het verder met de keuzehulpen voor het project?
“Die hebben we in een vrij korte tijd ontwikkeld op basis van wetenschappelijk onderzoek, in aansluiting op de landelijke richtlijnen en met patiëntenparticipatie. Ze kwamen op de overheidswebsite KiesBeter te staan. Uit onderzoek wisten we dat ze heel effectief waren, maar in de praktijk werden ze bedroevend slecht gebruikt.”
“Ik dacht: vanaf nu moeten we het écht anders aanpakken. Bij samen beslissen gaat het altijd over: gaan we hier links- of rechtsaf? Die momenten zijn bepalend voor hoe het leven van patiënten eruit komt te zien. En daarom heel belangrijk. Juist op zo’n keuzemoment moet de interactie tussen zorgverlener en patiënt optimaal zijn. Die interactie werd het speerpunt van onze zoektocht naar de manier waarop samen beslissen meer toepassing in de praktijk kan krijgen.”
Hoe staan patiënten en zorgverleners nu tegenover samen beslissen?
“Een groeiend aantal patiënten – op dit moment meer dan 90 procent – vindt samen beslissen belangrijk. Ook steeds meer zorgprofessionals zeggen dat ze er veel waarde aan hechten. In beleidsdocumenten van beroepsorganisaties is er veel aandacht voor. Iedereen lijkt het belang er dus van in te zien.”
“Maar er is één heel interessant probleem. Professionals hebben de indruk dat ze allang samen met de patiënt beslissen. Terwijl het niveau waarop ze samen beslissen veel ruimte voor verbetering laat zien. Er bestaat een instrument dat meet in hoeverre het wordt toegepast. De maximale score is 100 punten. Tijdens observaties in een borstkankerproject kwamen we op gemiddeld 38 punten als startniveau van de zorgverleners.”
“In september is Isala-arts Ellen Driever gepromoveerd op een onderzoek naar samen beslissen aan de Rijksuniversiteit van Groningen. In Isala heeft ze op bijna alle afdelingen consulten met artsen geobserveerd. Zij kwam tot een score van onder de twintig punten.”
“En uit een internationale review – een verzameling van 39 studies die deze methodiek hebben gebruikt – kwam een gemiddelde score van 23 naar voren. Er is dus nog veel ruimte voor verbetering.”
Hoe komt het dat professionals minder aan samen beslissen doen dan ze zelf denken?
“Dat komt onder meer omdat patiënten heel tevreden zijn. Veel zorgverleners geven op een vriendelijke manier een goede uitleg, nemen er genoeg tijd voor en informeren bovendien of patiënten nog vragen hebben. Maar samen beslissen gaat veel verder.”
“Het gebeurt bijvoorbeeld regelmatig dat zorgprofessionals een aantal behandelopties niet noemen, omdat zij met hun team al hebben bedacht welke optie de beste is. Of omdat de richtlijn die optie voorschrijft. Zolang je een keuze niet aanbiedt, kun je ook niet samen beslissen.”
“Wat we ook zien, is dat zorgverleners er niet aan toekomen om aan patiënten te vragen hoe hun leven eruitziet en wat zij belangrijk vinden. Om vervolgens samen te kijken hoe zich dat verhoudt tot de voor- en nadelen van de opties die er zijn.”
Spannen zorgverleners zich onvoldoende in voor samen beslissen?
“Nee, absoluut niet! Zorgverleners willen heel graag op de juiste manier met hun patiënten communiceren. Dat vinden ze belangrijk. Ze hebben alleen inzicht nodig in hun manier van communiceren om een volgende stap te kunnen zetten. En vervolgens ook nieuwe vaardigheden om samen beslissen succesvol toe te kunnen passen. Dat is wat we in onze projecten en trainingen proberen te bereiken.”