Het beleidsmedicijn vertrouwen kan veel meer worden voorgeschreven door de overheid, zorgverzekeraars en instellingsbestuurders. Het is het meest effectieve en goedkoopste medicijn. Het kost namelijk niets. En er zijn geen leveringsproblemen, want er zijn grote, nog ongebruikte voorraden aanwezig. De RVS schrijft het medicijn voor in twee rapporten.
Door Guus van Montfort
De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving heeft recent twee interessante rapporten uitgebracht, namelijk Is dit wel verantwoord? en Kwaliteitsdenken in de zorg: verleden, heden en toekomst. Ik zie in deze rapporten een stevige nuancering van het huidige debat over verantwoording, transparantie en controle met betrekking tot de kwaliteit van de verleende zorg.
Dit debat leidt tot op de dag vandaag alleen maar tot meer indicatoren, registraties, certificeringen, control-achtige maatregelen enzovoort. Waarbij ik meteen opmerk dat dit zeker niet alleen door de overheid en zorgverzekeraars wordt opgeroepen, maar ook door instellingsbestuurders en beroepsorganisaties.
De RVS-rapporten pleiten er terecht voor om de discussie te starten bij de individuele vertrouwensrelatie tussen de zorgprofessional en de patiënt. Op de werkvloer dus.
Ontwikkelingen in het zorglandschap
In de afgelopen vijftig jaar is de concrete, dagelijkse zorgverlening zeer sterk veranderd. En dat in de goede richting. De kwaliteit en de uitkosten zijn sterk verbeterd, net als de efficiency. Die verbetering is voornamelijk gerealiseerd door en op de werkvloer. In de vertrouwensrelatie tussen de zorgprofessional en de patiënt. De werkvloer werd daarbij ondersteund door aan de ene kant veranderingen bij de zorgprofessional en de patiënt en aan de andere kant technologische en wetenschappelijke ontwikkelingen.
Zorgprofessionals en patiënten hebben gewoon hun verantwoordelijkheid genomen. Ze zijn verder gegaan met innovatie, kwaliteitsverbetering en efficiencyverbetering. Dit ondanks vaak terecht geklaag over de zeer sterk toenemende registratie- en administratieve lastendruk.
En natuurlijk het kan altijd beter en nog efficiënter. Immers de demografie en epidemiologie veranderen continu. Dat geldt voor patiënten, maar ook de technologie en wetenschap gaan verder. De werkvloer blijft dus bezig met innovatie, kwaliteits- en efficiencyverbetering.
Niet meer normatief
Protocollen, normen en standaarden moeten een hele andere betekenis krijgen. Ze moeten niet meer normatief zijn, in het kader van bijvoorbeeld bekostiging en de zorginkoop. Ze moeten veel meer in termen van leren en verbeteren zoals het RVS-rapport over de kwaliteit aangeeft.
De werkvloer heeft dit vertrouwen zeker verdiend. Want die heeft altijd haar verantwoordelijkheid genomen. Gelet op de innovatie en verbetering waartoe dat geleid heeft, is het vertrouwen royaal verdiend, zou ik zeggen.
Het beleid van met name de overheid heeft op sommige aspecten zeker de zorgdynamiek op de werkvloer ondersteund en gefaciliteerd. Denk bijvoorbeeld aan de structurele veranderingen in de bekostiging van vrijgevestigde medisch specialisten. Hierdoor is stap voor stap de directe productie-prikkel sterk gemitigeerd. Ook de bekostiging van instellingen met omzet- en volumeplafonds en met budgetachtige, meerjarenafspraken door zorgverzekeraars heeft hebben de ruimte voor de werkvloer eerder vergroot dan verkleind.
Gepersonaliseerde zorg
Bovengenoemde zorgdynamiek leidt tot een sterke toename van gepersonaliseerde, meer context-gebonden zorg en specifiekere behandeling en ondersteuning in de individuele relatie tussen de zorgprofessionals en de patiënt. Het Genootschap voor Gepersonaliseerde Zorg zet zich hier actief voor in.
Patiënten willen meer eigen regie. Dit vraagt van zorgprofessionals een andere relatie met de patiënt. Niet meer het toepassen en invullen van het protocol, maar veel meer kijken en luisteren naar de steeds meer eigen regie-nemende patiënt en zijn context. Hierbij gaan biologische en omgevingsfactoren steeds belangrijker worden.
Daarin zijn natuurlijk protocollen te betrekken, maar dan veel meer als achtergrond. De instellingsbestuurder zal geen hiërarchische, control-achtige leiderschapsstijl kunnen hanteren. Maar zal veel meer een dienende, luisterende, faciliterende en stimulerende leiderschapsstijl naar de werkvloer moeten hanteren.
Het bestuur en management zullen een innovatieve cultuur moeten creëren die zorgprofessionals en patiënten aanmoedigt om knelpunten en fouten juist te melden, zodat bestuur en management de werkvloer kunnen helpen.
Tienpuntenplan bekostiging
Dit vraagt om vertrouwen van bestuur en management in de werkvloer. En dat geldt ook voor de overheid en zorgverzekeraars. Dat kan door de bekostiging aanmerkelijk te versimpelen, conform het Tienpuntenplan. Uitgangspunten bij dit plan zijn de uitkomsten van de onderhandelingen op macroniveau en vervolgens vastgesteld door de overheid en de politiek. Dit geeft juist een groter draagvlak, ook bij de werkvloer, voor (financiële) randvoorwaarden.
Naar de werkvloer luisteren
Om de reductie van de registratie- en administratieve lastendruk in de praktijk handen en voeten te geven, moeten ICT-experts eerst naar de werkvloer om te luisteren wat de medewerkers daar aan informatie nodig hebben. Hoe kunnen ze gemakkelijk registreren om inzicht te geven in de effectiviteit en efficiency van hun handelen?
Dat moeten de ICT-experts omzetten in een gemakkelijk te hanteren softwarepakket. Vervolgens moeten ze met dat pakket naar de raad van bestuur en dus niet andersom.
Alle data die de zorgverzekeraars en de overheid voor hun werk nodig hebben, moeten hiervan worden afgeleid. We wilden toch eenmalige registratie aan de bron? Dat vraagt vertrouwen.
Guus van Montfort, emeritus hoogleraar Universiteit Twente, is founding member van het Genootschap Gepersonaliseerde Zorg