De zorg moet een voorbeeldrol spelen bij het aanbieden van gezonde en duurzame voeding, vindt Jeanine Hiemstra van Distrivers: “Verras de patiënt, maar dan gezond en duurzaam.” En de overheid zou dat moeten subsidiëren, want het levert duidelijke gezondheidswinst op.
Sinds enige tijd serveert het UMCG een dag in de week producten uit de regeneratieve landbouw. Voor Jeanine Hiemstra, manager marketing en innovatie bij Distrivers is dit een voorbeeld van waar het met voeding in de zorg steeds meer naartoe zal gaan.
“Sommige van onze klanten zetten nu één dag in de week regeneratief verbouwde producten in, Interzorg Noord-Nederland al dagelijks. Daar worden mensen enthousiast van. Het zijn kleine stapjes. Dat breiden we langzaam uit waar dat kan. Zo merk je dat er toch verandering komt.”
Duurzame keuzes
Hiemstra zit ruim zestien jaar bij Distrivers. “En ik heb het nog steeds naar mijn zin. De zorgbehoeftige klant stimuleren om gezonde en duurzame keuzes te maken, daaraan bij te kunnen dragen vind ik superfijn.”
In haar tijd bij Distrivers heeft ze het bedrijf zien veranderen van een ‘grossier’ in eten en drinken naar een adviseur en expert rondom gezonde en duurzame voeding. “De zorg verandert en wij moeten daarin mee veranderen. We adviseren zorginstellingen om het juiste aan te kunnen bieden aan hun cliënten. En de krapte op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat we vanuit onze rol ook concepten aanbieden waar zorginstellingen mee uit de voeten kunnen en waar zij energie en tijd kunnen besparen.”
Essentiële aminozuren
Daarbij speelt gezondheid en duurzaamheid een steeds grotere rol. Dat gaat niet alleen over verzadigde vetten en het gehalte aan essentiële aminozuren. Ook de herkomst van producten speelt een rol.
Voor Distrivers was het een bewuste keuze om producten te gaan leveren van biologisch boerenbedrijf Botmas in het Friese Engwierum. “70 Procent van de bodem is gedegradeerd in Europa”, zegt Hiemstra. “Die moet hersteld worden om gezonde producten aan te bieden. Een gezonde bodem is de basis voor het leven op lange termijn en voor gezonde producten. Willen we gezond voedsel blijven produceren, dan zul je toch wat moeten met de landbouw. Die gebruikt een aanzienlijk deel van de bodem in Nederland.”
Korte ketens
Duurzame producten gaan steeds meer deel uitmaken van het voedingsaanbod in de zorg, hoewel daar volgens Hiemstra nog wel veel te winnen valt. “Duurzaamheid, korte ketens, onbewerkte producten, veel instellingen zijn enthousiast, maar er wordt nog niet heel breed ingezet op de keuze voor regeneratief verbouwde groente en fruit.”
Het prijskaartje zal daar vast een rol bij spelen. Volgens Hiemstra slinken producten minder, bevatten ze meer smaakstoffen en wordt er zo geïnvesteerd in welbevinden. “Dat moet ergens van betaald worden”, erkent ze.
Eerlijke prijs
Alle betrokken partijen zouden daar een rol in kunnen spelen. “We zoeken partijen die hierbij passen. Voor klanten die zich voornamelijk op prijs richten, wordt het een uitdaging. Er moet echt een intrinsieke motivatie bij het management zijn om dit te laten slagen. Voor dit concept hebben wij ook water bij de wijn gedaan. We spreken met de boer een eerlijke prijs af en doen dat ook met de klant. Als iedereen in de keten een klein beetje bijdraagt aan gezonde voeding, dan kom je een heel eind.”
Overheidssubsidie
Hiemstra ziet hier een rol voor de overheid: een subsidie voor het aanbieden van biologisch of regeneratief verbouwde producten. “Die producten scoren echt hoger qua nutriënten en er worden minder of zelfs geen pesticiden voor gebruikt. Dus mensen krijgen gezondere voeding. Ik denk dat daar meer budget voor vrijgemaakt moet worden vanuit de overheid.” Want in combinatie met betere voeding levert dit gezondheidswinst op: welzijnsverhoging, reducering van medicijngebruik, minder diabetes type 2 of hart- en vaatziekten.
Goede voorbeeld
Voor ziekenhuizen ziet Hiemstra een voorbeeldrol op voedingsgebied. Gezien de toename aan welvaartsziekten zouden ziekenhuizen en andere instellingen door het goede voorbeeld te geven op voedingsgebied kunnen bijdragen aan preventie. “Natuurlijk mag je af en toe wat comfortfood geven. Maar het gaat erom dat je mensen laat zien wat gezonde voeding is en dat dat ook lekker kan zijn. Daarmee kun je mensen stimuleren hun leefstijl te veranderen. Met eiwitrijke producten kun je lekkere en aantrekkelijke gerechtjes maken, maar vaak is de leek daar niet van op de hoogte. Dus niet het standaard plakje brood op de buffetwagen, maar aantrekkelijke gerechtjes. Neem patiënten dagelijks mee in de verrassingen en verleidingen, maar dan gezond en duurzaam.”