Gang naar ‘ziekenhuis thuis’ verloopt onevenwichtig

Ziekenhuis thuis
Philip van de Poel
Philip van de Poel
04 augustus 2022
4 min

De verplaatsing van ziekenhuiszorg naar de thuisomgeving zit in de lift. Twaalf procent van de Nederlandse patiënten heeft inmiddels deze mogelijkheid. Dat constateert adviesbureau Gupta Strategists. Maar ondanks dat twee derde van de ziekenhuizen het concept zegt te omarmen, zijn er grote regionale verschillen.

Gupta maakt in de vervolgstudie ‘No Place like Home – the Sequel’ onderscheid tussen voorlopers, dromers, achterblijvers en buitenbeentjes. Qua aantallen zijn de vier kwadranten die Gupta aan de hand van deze typologie uittekent, min of meer gelijk gevuld. Niettemin vallen er een paar patronen op.

Uitvoeringskracht

Zo blijken vooral topklinische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen in stedelijk gebied voorop te lopen met de verplaatsing van ziekenhuiszorg naar thuis. Tergooi, Isala, Bravis, Haga, CWZ, OLVG, Spaarne, St Antonius, Zuyderland en het Diakonessenhuis in Utrecht scoren allemaal hoog als het op bereidheid en uitvoeringskracht aankomt.

Grote volumes

Deze voortrekkersrol is volgens Gupta vooral te verklaren uit het feit dat de betreffende ziekenhuizen grote volumes leveren in de vorm van behandeling van veel voorkomende aandoeningen.

Met uitzondering van UMC Utrecht, dat tussen leider en dromer inzit, lopen de universitaire medische centra achter als het om verplaatsing van zorg gaat. Gupta vermoedt dat dit te maken heeft met het feit dat umc’s zich als tertiaire ziekenhuizen steeds meer zijn gaan concentreren op hoog complexe zorg, die zich naar haar aard niet makkelijk naar thuis laat verplaatsen. Toch is er volgens Gupta veel mogelijk op het gebied van oncologische zorg die de umc’s leveren.

Achterblijvers

Ook regionale ziekenhuizen hebben een goede reden om te kiezen voor de verplaatsing van ziekenhuiszorg. Door de verspreiding van digitale technologie vervagen de traditionele grenzen van het verzorgingsgebied. In theorie kunnen kleinere ziekenhuizen daardoor ook patiënten van elders bedienen. Maar in de praktijk missen ze vaak de financiële slagkracht om zorg op afstand succesvol te introduceren. Daarbij komt dat Nederland zulke kleine reisafstanden kent, dat deze eigenlijk nooit een reden zijn voor het verplaatsen van zorg. Dit alles zorgt er voor dat Gupta het gros van de streekziekenhuizen tot de achterblijvers rekent.

Miljardenbesparing

Het potentieel is volgens Gupta immens. In het eerdere onderzoek berekende Gupta dat bijna de helft van alle ziekenhuiszorg thuis geleverd kan worden. Bijzondere aandacht verdient de groeiende groep multi-morbide oudere patiënten. Nu nog belanden die vaak onnodig in een ziekenhuisbed. Betere  coördinatie van de zorg voor deze groep kan een besparing van 1,6 miljard euro per jaar opleveren.

Covid-pandemie

Of het ‘thuisziekenhuis’ daadwerkelijk verder oprukt, hangt af van het optreden van overheid, zorgverzekeraars en ziekenhuizen. Op een aantal punten is de situatie gunstiger dan een paar jaar geleden. De covid-pandemie heeft veel koudwatervrees weggenomen. Ook het gebrek aan ervaring is daarmee weggenomen. Bovendien zijn de problemen rond vergoeding goeddeels opgelost. Daarbij dalen de kosten van de technologie.

Met name op het gebied van monitoring en zorg op afstand alsook communicatietechnologie zijn grote slagen gemaakt. Het aantal consulten is door corona meer dan verviervoudigd, twee keer meer dan Gupta in het onderzoek van vijf jaar geleden realistisch achtte. In totaal was bijna een derde van alle consulten in 2021 niet-fysiek.

Taaie problemen

Toch blijven er nog een aantal taaie problemen over. Gelet op de enorme hoeveelheid inhaalzorg lijkt verplaatsing van ziekenhuiszorg op korte termijn een zegen. Maar volgens Gupta dreigen voor ziekenhuizen die deze strategie volgen op termijn financiële problemen. Hoge vaste lasten in combinatie met lagere zorgvolumes en dus minder inkomsten betekenen dood in de pot.

Disruptie

Daarbij dreigt de markt overlopen te worden door private investeerders en bedrijven. “Net als bij de ontwikkeling van het internet, kan er makkelijk een winner-takes-all situatie ontstaan”, waarschuwt Gupta. “Er gaan internationaal al investeringsbedragen rond van veertig miljard, bijna twee keer het Nederlandse ziekenhuisbudget. Zullen deze investeringen de zorg efficiënter maken? Of leiden ze tot een disruptie waarvan de huidige aanbieders het slachtoffer worden?”

Meer ziekenhuisbedden?

Met het oog op deze ontwikkeling is een laissez-faire houding van overheid en zorgverzekeraars wat Gupta betreft uit den boze. Er moet een systeem komen waarin kwaliteit en veiligheid gegarandeerd zijn en dat tezelfdertijd ruimte biedt aan innovatie en samenwerking. Gupta vindt het in dit opzicht weinig hoopgevend dat de beleidsmatige ruimte uit de coronatijd deels weer wordt ingeperkt. Zie bijvoorbeeld de her-bekrachtiging van Artikel 67 uit de Geneesmiddelenwet, waardoor het online voorschrijven van medicijnen weer goeddeels onmogelijk wordt. Ook de roep om meer ziekenhuisbedden en vierkante meters kan de verdere ontwikkeling van het ziekenhuis thuis in de weg staan.

Trots

Aan problemen als deze laten de koploperziekenhuizen zich weinig gelegen liggen. Vol trots geven ze uiting aan de eervolle vermelding door Gupta. “Zorg Dichterbij is volledig geïntegreerd in de strategie van Tergooi MC en zorgverleners zijn altijd leidend in de verandering”, zegt bestuursvoorzitter Janneke Brink-Daamen op de website van het ziekenhuis. “Zo zorgen we samen dat de beste zorg beschikbaar blijft voor alle inwoners van onze regio.”

“Met diverse ziekenhuizen werken we aan het verzilveren van het enorme potentieel van digitale zorg om de zorg beter en slimmer te organiseren”, vult directievoorzitter Georgette Fijneman van zorgverzekeraar Zilveren Kruis aan.  “Zo ook met Tergooi MC. Zodat patiënten veel vaker zorg krijgen die aansluit bij hun wensen: in het ziekenhuis als dat moet, in de eigen omgeving als dat kan.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen