Eva van Rikxoort: ‘Met AI kunnen artsen doen waar ze goed in zijn’

AI
Saskia Engbers
24 februari 2022
4 min

Artificiële intelligentie (AI) en gepersonaliseerde geneeskunde zijn de pijlers van de toekomstige zorg. Dat is de overtuiging van Eva van Rikxoort, directeur van Thirona. Maar voordat Nederland klaar is voor die toekomst, is er werk aan de winkel. Voor opleidingen, ondernemers en ziekenhuizen.

“Als wetenschapper bij het Radboudumc deed ik onderzoek naar beeldverwerking in de zorg met behulp van AI”, begint Van Rikxoort. “De resultaten bleven vervolgens op de plank liggen, waarna ik verder ging met het volgende onderzoek. Het drong tot me door dat waardevolle toepassingen niet bij de patiënt terechtkwamen.”

Artificiële intelligentie

Om de kloof tussen wetenschap en bedrijfsleven te dichten, richtte ze in 2014 Thirona op. Dat deed ze samen met collega-onderzoeker Bram van Ginneken. Het Nijmeegse bedrijf is gespecialiseerd in het analyseren van röntgenfoto’s en CT-scans bij longziektes als COPD, cystic fibrosis en tuberculose. Dat gebeurt met software op basis van artificiële intelligentie.

Gepersonaliseerde geneeskunde

Van Rikxoort: “Al in de ontwikkelfase zijn wij bij een nieuwe behandeling betrokken. Samen met de farmaceut kijken we hoe een ziekte zich bij verschillende patiënten uit. Welke behandeling past bij welke patiënt? Op die manier houden we ons bezig met gepersonaliseerde geneeskunde, die onnodige behandelingen en kosten bespaart.”

Al snel bleken de diensten een gat in de markt. Thirona groeide pijlsnel naar een bedrijf met zestig medewerkers, dat zo’n 400 tot 500 scans per maand analyseerde voor ziekenhuizen. Daar kwamen nog enkele honderden tot duizenden scans per maand bovenop voor studies van farmaceuten.

Nul inkomsten

Maar toen stak corona de kop op. “Iedereen moest thuis gaan werken”, herinnert Van Rikxoort zich. “Wij waren op vrijdag aan het overleggen hoe we dat zouden organiseren. Tot ik zei: ‘We kunnen dit overleg wel stoppen, want vanaf maandag hebben we toch geen werk meer.’ Dat bleek te kloppen. In de eerste lockdown kwam alle longzorg stil te liggen. We kregen geen scans meer om te analyseren en onze inkomsten gingen naar nul.”

Covid-product

Paniek? “Gelukkig niet, want al heel snel zagen we wat ons te doen stond. Er waren op dat moment nog geen sneltesten en maar weinig PCR-testen. In drie weken tijd hebben we op basis van onze bestaande software een product gemaakt dat longscans van covid-patiënten analyseerde. Met die informatie konden artsen beslissen of een patiënt opgenomen moest worden of niet.”

Binnen drie maanden

Voor de ontwikkeling kreeg Thirona een grote subsidie van de EU, ook vanuit de gedachte dat het product verder ontwikkeld kan worden bij eventuele volgende pandemieën. Amazon Web Services bood aan de software kosteloos te hosten. De certificering voor het nieuwe product werd  binnen drie maanden, geregeld. Dat lukte omdat Thirona voorrang vroeg en kreeg, ook in Amerika.

Gratis beschikbaar gesteld

Thirona heeft het covidproduct gratis beschikbaar gesteld, zodat ook ontwikkelingslanden toegang hadden. “Aan het product zelf hebben we niet verdiend”, aldus Van Rikxoort. “Maar het heeft ons wél geholpen om flink te groeien. Het heeft pr en nieuwe samenwerkingen opgeleverd. Maar ook heel veel nieuwe klanten. Ziekenhuizen werden namelijk nieuwsgierig naar wat ze nog meer konden met digitalisering en AI.”

Screenen weg bij arts

De komende jaren wil Thirona fors verder uitbreiden en het bedrijf worden dat álle longziektes analyseert. Van Rikxoort: “Waar we naartoe willen, is dat onze software een CT-scan analyseert van élke longpatiënt die in het ziekenhuis komt. Als de patiënt vervolgens bij de arts komt, heeft die alle informatie al die nodig is om de beste behandeling te kiezen. Artsen kunnen op die manier weer doen waar ze goed in zijn: patiënten aandacht geven, onderzoeken en behandelen.”

Grote efficiëncyslag

Het zou een grote efficiëntieslag voor de zorg zijn. Maar een die in eerste instantie natuurlijk ook veel geld gaat kosten. Dat maakt een brede implementatie moeilijk, beaamt Van Rikxoort. “Ik hoop daarom dat artsen zelf gaan aangeven dat ze dit nodig hebben om hun patiënten goed te kunnen behandelen.”

Werken bij een startup

Als het gaat om innovatie in AI, heeft Van Rikxoort vooral verwachtingen van kleinere bedrijven. “Die zijn flexibel en kunnen ergens vol passie voor gaan. Maar het is een probleem dat veel afgestudeerde softwareontwikkelaars liever kiezen voor een baan bij een goed geolied groot bedrijf. Dat terwijl je zó veel opsteekt van werken bij een startup. Het is breed, vormend en je hebt er als werknemer veel invloed. Opleidingen moeten hun studenten leren dat werken bij een startup óók een serieuze optie is. Ze zouden daar een speerpunt van moeten maken.”

Nederland als proeftuin

Tot slot pleit Van Rikxoort voor een Nederlands ‘ecosysteem’ naar het voorbeeld van Silicon Valley. “Als startups meer samenwerken, krijgen ze meer voor elkaar, bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving. Ook zorginstellingen kunnen meedoen in zo’n ecosysteem. Voor startups is het heel lastig om ziekenhuizen te vinden die mee willen denken en hun product willen testen. Mijn wens is dat Nederland een proeftuin wordt, waarin ondernemers en ziekenhuizen samenwerken om innovaties sneller gevalideerd in de zorg te krijgen.”

 

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen