De tweede dag van de Dutch Health Week staat in het teken van digitale zorg. De openingssessie behandelt digitale zorg vanuit het perspectief van zorgverlener, patiënt en leverancier. Van broodnodige gegevensuitwisseling tot games. Met als gemene deler de roep om meer samenwerking.
Het spits wordt afgebeten door Remco Hoogendijk, manager innovatie bij de Sint Maartenskliniek. Hij houdt de relatie tussen ICT en de zorginstellingen tegen het licht. Want daar gaat een hoop goed, maar kan ook nog een hele hoop beter. En dan heeft Hoogendijk het vooral over de manier waarop de ICT-partijen en de zorginstellingen met elkaar omgaan.
“We zijn veel te afhankelijk van elkaar. Naast goed opdrachtnemerschap heb je goed opdrachtgeverschap nodig. De macht van met name ‘grote jongens’ voelt erg bedreigend. Je bent als zorginstelling veelal afhankelijk van die ene aanbieder. In tien jaar tijd zijn de kosten van ICT verdrievoudigd, maar de output niet. En die output moet ook verdrie-tot wel vertienvoudigen.”
Hoogendijk roept zorginstellingen op tot verregaande samenwerking als het gaat om ICT. En tot kritisch kijken: “Hoe kunnen we werken met impactvolle en betekenisvolle implementaties die de zorg écht verbeteren.”
Lego en leiderschap
Daarna zet radioloog Sietske Rozie de zaal op scherp door het publiek met behulp van legoblokjes te laten visualiseren hoe AI werkt. De legoblokjes symboliseren de datasets die door AI biasvrij uitleesbaar zijn en waar in de zorg veel van te leren is. Maar hoe groot de kansen en mogelijkheden van AI en data ook zijn, AI verandert de positie, rol en werkwijze van zorgprofessionals. En vraagt daarom om zelfreflectie, vermogen tot leren en ontwikkeling en begeleiding daarbij. Het succes valt en staat volgens Rozie bij de mogelijkheid van zorgprofessionals om te leren en op die manier leiderschap te tonen. “Als we het goed willen gaan doen, moeten we ons kwetsbaar opstellen.”
Hoop dankzij data
Daarna volgt het strijdbare verhaal van Harry Verbunt. Verbunt lijdt aan uitgezaaide slokdarmkanker en werd verwezen naar de palliatieve zorg. Met dat doodvonnis nam hij geen genoegen. Samen met Susanne Baars van Genomics, zoekt hij met behulp van data en AI naar een gepersonaliseerde behandeling.
Baars: “We zitten in een transformatie. Waar je vijftien jaar geleden uitbehandeld was, kan men nu op basis van moleculaire data van de tumor een targeted medicine ontwikkelen waarmee er weer hoop is. Dat begint bij toegang krijgen tot je eigen data, hoe ziet je tumor eruit en welke kennis is er over die specifieke vorm?”
Met Verbunt als casus werken ze aan een platform waar informatie kan worden uitgewisseld over dit soort gepersonaliseerde behandelingen. “Ten dode opgeschreven in het ene ziekenhuis, maar met behulp van ICT toch op zoek naar verbetering of genezing, waarmee ook anderen geholpen kunnen worden. Dit verhaal kan model staan voor een grote verandering in de zorg”, concludeert dagvoorzitter Sabine Uitslag.
Deel die data!
David Tom van 6Gorilla’s komt op met een ‘gouwe ouwe’ videoband in de hand. Hij vergelijkt de zorg met de videotheek in tijden van Netflix. “Als je kijkt naar de investeringen in ICT loopt de zorg erg achter, ziet hij. Waar bij bedrijven als Picnic en Bol.com honderden mensen bezig zijn met data-analyse, zijn dat in een ziekenhuis maximaal twee. Dat moet beter kunnen.”
“Er wordt veel data verzameld, maar het blijft een worsteling. Waar zit de data, hoe kom ik erbij en hoe is het toe te passen? We moeten de silo’s van grote softwarebedrijven stuk maken om bij onze data te kunnen en die te kunnen delen.”
En ook hier moet effectiever samengewerkt gaan worden. “Zoek een dataplatform waar je breder gaat kijken dan je eigen instelling, breng de datamensen bij elkaar tot een grotere groep en verander de zorg.”
Spelenderwijs beter
Ten slotte viert Games for Health het tienjarig bestaan. Waarbij de games worden uitgelicht die de afgelopen tien jaar de toon hebben gezet. Van de eerste game die officieel werd toegelaten als medicijn tot het prijswinnende IC-dagboek dat posttraumatische stress na een IC-opname voorkomt. Met als voornaamste conclusie dat games in de zorg geen noviteit meer zijn, maar inmiddels alomtegenwoordig