Voor de initiatiefnemers van De Groene GGZ is het duidelijk: natuur en gezondheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Wij geloven er heilig in dat natuur-inclusieve gezondheid helpt om veel van de huidige zorgproblemen op te lossen.”
Door Rosanne Silvis-Ottevanger
Renske Visscher (IVN Natuureducatie) en Rob Wolters (Nature For Health) hebben de natuur binnen de ggz op de kaart gezet. Visscher: “Binnen de ggz bestaat een beweging niet zonder een boek. Tijdens corona is het boek Green Mental Health uitgebracht. Toen IVN en NFH samen een seminar over de vergroening van de ggz gingen organiseren, hadden we binnen no-time 130 aanmeldingen vanuit 90 verschillende instellingen. Zo is de bal gaan rollen.”
Wolters vult aan: “We hebben het voordeel dat uit onderzoek naar de effecten van de natuur op onze gezondheid veel positieve effecten komen, vooral wat betreft mentale gezondheid. Evidence-based werken is een belangrijk onderdeel, maar intuïtief voelt iedereen wel aan dat natuur gezond is.”
Niet iedereen stond meteen te juichen. Visscher: “We hoorden vaak ‘Mijn cliënten hebben hier helemaal niks mee’. Als we dan gingen doorvragen, kregen we vaak te horen ‘Er zijn er in ieder geval drie die ik met geen mogelijkheid naar buiten kan krijgen’. Ons antwoord is dan heel simpel: met die cliënten ga je dus niet naar buiten. Begin met degenen die hier wel voor open staan.”
Integrale aanpak
Wolters: “Een andere weerstand waar we tegen aanlopen, is dat natuur-inclusief denken en werken een integrale aanpak is. Met een integrale aanpak kun je denken aan het samenwerken van de zorginstelling, de wijk, de gemeente, enzovoorts. Dat vraagt tijd, overleg en er is vaak geen financiële dekking voor. En dat terwijl de ggz al vaak een overbelaste instelling is. Die overbelasting geeft veel stress bij medewerkers.’
Minimale middelen
Wat Visscher en Wolters niet willen, is de kosten of werkdruk verhogen. Wolters: “Maar ook met minimale middelen kun je veel bereiken. Al heb je aanvankelijk wel middelen nodig om deze verandering op gang te brengen. Daarbij is investeren in meer natuur niet alleen een investering in zorg, maar ook direct in een gezondere toekomst.”
Visscher geeft aan dat targets praktisch en nodig zijn. “Maar we zijn primair een beweging die steeds breder wordt. Een beweging waar iedereen aan kan bijdragen. Of je nu bestuurder, verpleegkundige of begeleider of behandelaar of cliënt bent. Of gewoon iemand die hier iets in wil betekenen. We hopen dat we op GGZ-terreinen mooie voorbeelden kunnen neerzetten waar anderen weer van kunnen leren.”
Wolters: “Onze beweging is niet top-down, maar interactief. GGZ-instellingen en de Nederlandse GGZ werken samen met ons en andere partners aan veel bottom-up initiatieven. Daar zijn we super trots op. Het Collectief Natuurinclusief noemde De Groene GGZ zelfs als een van dé voorbeelden van het streven naar een natuur-inclusief Nederland. Gezamenlijk zullen we de komende jaren nog heel wat mooie dingen laten zien!”
Opschalen naar hele ggz
Hoe ziet De Groene GGZ er over tien jaar uit? Visscher: “De eerste twee jaar van bewustwording en agenderen zit erop. We hopen nu te kunnen opschalen naar de hele ggz-sector. En willen de samenwerking verbreden met onder andere het ministerie van VWS, het ministerie van LNV, andere beroepsgroepen, terrein-beherende organisaties, provincies en gemeenten. Daardoor willen we daadwerkelijk gezondere natuur, gezondere medewerkers, gezondere cliënten en gezondere buurten gaan zien.”
Wolters hoopt dat een natuur-inclusieve ggz het nieuwe normaal is over tien jaar. “Onze droom is dat straks alle ggz-instellingen vergroend zijn, zowel residentieel als ambulant. Terreinen zullen als een inspirerende en helende omgeving werken voor cliënten, vrijwilligers, zorgmedewerkers en buurtbewoners.”