‘Community care maakt einde aan opknippen cliënt’

Community Care
Philip van de Poel
Philip van de Poel
04 mei 2023
5 min

Schotten en hokjes bemoeilijken de zorg voor kwetsbare ouderen in Nederland. Het Brabantse Dongen is één van de weinige plekken waar zorgaanbieder, verzekeraar, zorgkantoor en gemeente over de domeinen heen werken. Community care heet de aanpak waar zorgaanbieder Maria-oord zich sterk voor maakt.

Gemeten in klanttevredenheid en kosteneffectiviteit zijn de resultaten indrukwekkend. In een drieluik belicht de Dutch Health Hub de achterliggende visie, het bijhorende veranderproces en de praktijk. In deze eerste aflevering het verhaal van bestuurder Albert Vlemmix.

Aan de muren van de werkkamer van bestuurder Albert Vlemmix van Maria-oord hangen een paar opvallende oorkondes. Niet zonder trots licht Vlemmix ze toe. Twee keer het verpleeghuis met het laagste ziekteverzuim van Nederland. En de officiële erkenning van de experiment-status door VWS. Maar om officiële schouderklopjes is het Vlemmix niet te doen. Een omslag in denken over de zorg, of beter nog: een daadwerkelijk andere manier van werken, dat is wat Vlemmix drijft.

Veiligheid en vertrouwen

“Waar het in de zorg om gaat, is de mens. Mensen hebben behoeften en die zijn allemaal redelijk hetzelfde. Veiligheid en vertrouwen zijn voor iedereen belangrijk. Als je met dementie wordt geconfronteerd, voel je je juist onveilig en kwetsbaar. Dus wij proberen vertrouwen en veiligheid terug te brengen. Dat doen we door naar de mensen zelf te gaan, waarbij we de omgeving vragen om mee te doen. In gesprek gaan en vervolgens doen wat mensen echt willen. Iedereen die je dit vertelt snapt het, maar het systeem maakt het complex.”

Fragmentatie

Eén van die problematische systeemkenmerken is fragmentatie. De zorg voor ouderen is verdeeld over zeker drie juridische domeinen, te weten de Wmo, Wlz en Wvz. Voorspelbare gevolgen van deze knip zijn onnodig papierwerk, financieringsproblemen, oneigenlijke prikkels en slechte klantervaring. Die fragmentatie wordt volgens Vlemmix versterkt door achterhaald bedrijfsmatig denken.

“Het ging jarenlang over procesoptimalisatie”, stelt Vlemmix. “Opknippen is wat de overheid deed. Maar het Tayloriaanse denken van PxQ in de zorg werkt gewoon niet meer. De ouderenzorg zoals wij die kennen stamt uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Als je denkt dat die nog twintig jaar verder kan, ga je zoals ActiZ om 25.000 extra bedden vragen. Stel dat we die krijgen, waar halen we dan het personeel vandaan? We lopen tegen grenzen aan.”

Vrijheid geven en loslaten

De enige manier om niet tegen deze grenzen te pletter te lopen, is volgens Vlemmix een andere manier van werken. “Het is een maatschappelijk probleem. Dus we moeten over die domeinen heen. Dan ga je een andere vorm krijgen. Die heet maatwerk. Dat betekent ook dat niet iedereen hetzelfde krijgt. Dat moet je kunnen uitleggen. Misschien zit de blinde darm bij iedereen op dezelfde plaats, maar het is voor mensen in Heerlen echt anders dan in Blaricum. Je moet meer vrijheid geven en loslaten. Terwijl ons systeem juist is ingericht op steeds meer controle.”

Medicaliseren

Een ander pijnpunt is in Vlemmix’ optiek de reflex om maatschappelijke problemen te medicaliseren. “Oud zijn is geen medische conditie”, zegt Vlemmix. “Hoogleraar Joris Slaets rekende al uit dat er met 80 procent van de ouderen niets aan de hand is. Als er wel iets aan de hand is, moet je daar vanzelfsprekend naar kijken. Maar het is niet zo dat je ineens alles medisch moet gaan doen.”

Toch is dat laatste volgens Vlemmix precies wat de Nederlandse zorg doet. “Voor ondersteuning moet je naar een huisarts die een indicatie geeft. En we sturen verpleegkundigen naar eenzame mensen. Maar 40 procent van de mensen komt niet in een verpleeghuis omdat ze zo ziek zijn, maar omdat de steunstructuur wegvalt. De mantelzorg kan het niet meer aan.”

“Het is niet zo dat wij proberen te voorkomen dat ouderen naar het verpleeghuis gaan. Er kan altijd een moment zijn dat het thuis niet meer gaat. Maar als wij het gevoel veiligheid en vertrouwen helpen herstellen, kunnen kwetsbare ouderen langer het leven blijven leven zoals ze dat willen, in hun eigen vertrouwde omgeving.”

Klanttevredenheid

Die benadering kan niet alleen rekenen op fors hogere klanttevredenheid, ook de financiële winst is aanzienlijk. Onderzoeksbureau Significant Public nam in opdracht van VWS het domein-overstijgend werkend in Dongen en twee vergelijkbare pioniersprojecten in Ede en Hollandsche Veld onder de loep. Alle drie de projecten hebben van VWS een officiële experimentstatus gekregen. Hierdoor mogen ze ,verschillenden financieringsstromen bundelen.

De conclusie: domein-overstijgend werken leidt dankzij uitgestelde verpleeghuisopnames tot een besparing per oudere van bijna 40.000  euro in de Wlz. Daar zijn de meerkosten in de Wmo (circa 5.000 euro per cliënt) en dito kosten voor Zvw (gemiddeld 6.400 euro per cliënt) al vanaf getrokken. Op basis van tien casussen scoort Maria-oord zelfs nog hoger, met een bedrag van bijna 45.000 euro. “Als je 120.000 cliënten in de keten hebt zitten voor een plek in het verpleeghuis, dan heb je het wel over bedragen”, constateert Vlemmix.

Opschalen domein-overstijgend werken

Als volgende stap zou Vlemmix het domein-overstijgend werken graag opgeschaald zien. “Dit was een indicatief, kleinschalig onderzoek. Alle organisaties die deelnemen aan Hart van Brabant willen nu ook een pilot doen. Met 1.000 cliënten dan krijg je statistisch meer body. Bovendien kun je ook gaan zien of het in Tilburg ook werkt.”

Ook zou er antwoord moeten komen op een klassiek zorgdilemma: de winst van de werkwijze daalt niet neer bij de partijen die de grootste inspanningen leveren. “Voor de gemeenten wordt het duurder, want burgers blijven langer thuis. Via hogere ziektekosten wordt het ook duurder voor de verzekeraar. Voor de Wlz wordt het juist goedkoper. Als er veel kosten voor rekening van de gemeente komen, dan moet er misschien landelijk geld naar hen toe. Dat vraagt politiek tijd.”

Integrale financiering

Hoeveel tijd weet Vlemmix inmiddels uit eigen ervaring. “We pleitten al in 2014 bij Martin van Rijn voor integrale financiering. Hij vond dat een goed idee. De handtekening van VWS zorgde ervoor dat we met geld konden schuiven. Maar vervolgens waren we van 2015 tot en met 2018 bezig om de randvoorwaarden in te richten. Het vorige kabinet besloot dat er dit jaar een wet zou komen die meer duidelijkheid geeft. Dat kan nu zomaar 2024 worden.”

Toch is Vlemmix optimistisch. “Wij laten zien dat dingen echt anders kunnen. Bij VWS en ook de zorgkantoren zie ik beweging. Die willen echt mee.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen