Roken is een onderwerp dat vaak onderbelicht blijft in de spreekkamer, aldus cardioloog Maurits van der Veen. En dat terwijl roken verreweg de grootste risicofactor is voor bijvoorbeeld hart- en vaatziekten. Tijd is geen excuus, want een stopadvies is snel te geven.
Maurits van der Veen, naast cardioloog voorzitter van RookStopZorg: “Het is opvallend hoe weinig we dit onderwerp met onze patiënten bespreken. Hier moeten we echt verandering in brengen. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat hoe meer zorgprofessionals het onderwerp roken met hun patiënten bespreken, hoe groter de kans is dat iemand daadwerkelijk stopt.”
Olifant in de spreekkamer
Van der Veen, cardioloog bij Ziekenhuis Gelderse Vallei, zet zich al meer dan vier jaar actief in voor dit onderwerp. Hij beschouwt roken als de ‘olifant in de spreekkamer’. “Hoewel veel collega’s terughoudend zijn om dit onderwerp te bespreken, kan stoppen met roken in sommige gevallen belangrijker zijn dan de medicijnen die we voorschrijven.”
Stopadvies
In Nederland roken bijna drie miljoen mensen. Er overlijden jaarlijks nog steeds bijna 20.000 mensen als gevolg van roken. RookStopZorg streeft ernaar dat elke zorgverlener in Nederland het rookgedrag van patiënten ter sprake brengt, een stopadvies geeft, basale ondersteuning biedt en zo nodig doorverwijst. Tijd is geen excuus. Het geven van een stopadvies kan al in een kort adviesgesprek van minder dan een minuut.
Vapen
Op dit moment werkt Van der Veen aan verschillende campagnes, waaronder de ‘#artsenslaanalarm‘-campagne in samenwerking met het Trimbos instituut. Deze campagne wil de aandacht vestigen op het risico van het extreem verslavende vapen, waar steeds jongere kinderen mee beginnen en dat als opstap naar roken wordt gezien. Het lijkt misschien een gezonder alternatief, maar is zeker net zo ongezond. De alarmerende cijfers over het vapen onder jongeren onderstrepen de noodzaak van de tegenmarketing van #artsenslaanalarm tegen de tabaksindustrie. In januari volgt een derde deel van de campagne, gericht op de jeugd zelf.
