Burger verdient stem in secundair data-gebruik

Jaarcongres Health-RI 2024
Philip van de Poel
Philip van de Poel
17 oktober 2024
5 min

Burgers moeten nauwer betrokken worden bij de inrichting en doorontwikkeling van een infrastructuur voor data-uitwisseling voor secundair gebruik. Dit pleidooi viel nadrukkelijk te beluisteren bij het recente jaarcongres van Health-RI in Jaarbeurs Utrecht. “Om wie gaat het uiteindelijk?”, hield CEO Leone Flikweert de ruim vijfhonderd bezoekers voor. “Wij zijn allemaal burger en patiënt. Het kan niet zo zijn dat we het zonder hen doen.”

Het bespoedigen van het hergebruik van gezondheidsgegevens voor onderzoek, innovatie en beleid. Daar draaide het ook tijdens de negende editie van het Health-RI jaarevenement om. Een taai proces, waarin niettemin recentelijk belangrijk stappen zijn gezet. Zo werken de ziekenhuizen onder de naam CumuluZ aan een virtueel ‘wegennet’, waarover straks verschillende soorten digitale informatie kunnen gaan ‘rijden’. Ook zijn er belangrijke stappen gezet op het gebied van autorisatie en registratie. VZVZ heeft onder de naam Mitz een online toestemmingsvoorziening ontwikkeld voor zeggenschap en registratie. Daarnaast heeft het kabinet zich achter de keuze voor SNOMED als uniforme standaard voor medische codering en documentatie geschaard. “Klinkt allemaal niet sexy, maar daarmee kunnen we aan de slag”, aldus Flikweert over het belang van deze stappen.

Data-autoriteit

Van nog groter belang is de komst van de European Health Data Space (EHDS). Dit omvangrijke pakket van wettelijke maatregelen moet de digitale uitwisseling van gezondheidsdata, voor zowel primair als secundair gebruik, een flinke impuls gaan geven. Eén van de verplichtingen die uit de EHDS voortvloeit is het opzetten van een data-autoriteit. Voor wat betreft het secundair gebruik moet deze Health Data Access Body (HDAB) de feitelijke uitwisseling tussen datahouders, zoals ziekenhuizen en kennisinstituten, en datavragers, zoals onderzoekers en beleidsmakers, in goede banen gaan leiden. Daarmee krijgt de HDAB straks een spilfunctie in het zorgdata-ecosysteem.

Patiënt aanhaken

De voortvarendheid en snelheid waarmee data-uitwisseling nu ter hand wordt genomen, kan in Utrecht op instemming rekenen, maar leidt ook tot bezorgdheid. Dreigt secundaire data-uitwisseling niet uit te monden in een onderonsje van louter institutionele partijen waarbij burgers en patiënten over het hoofd worden gezien? “De patiënt wordt teveel gezien als passieve speler, terwijl we actieve dataproducenten zijn”, aldus Gaston Remmers, lid van de maatschappelijke adviesraad van Health-RI. “Er zijn patiëntenverenigingen die data organiseren in een eigen infrastructuur. We worden nu niet actief aangehaakt. Wanneer komen wij in het spel? We willen geen situatie waarin dat niet meer kan. Wij zíjn de data. Dat bewustzijn moet veel sterker worden.”

Toestemming

Bestuurslid Stephan Meijer van de Nederlandse Vereniging van Hemofilie-patiënten (NVHP), wijst op een ander problematisch aspect van secundair gebruik. “Het gekke is dat je als patiënt wordt overvraagd én ondervraagd. Je moet telkens opnieuw toestemming geven en vragen beantwoorden, terwijl je best wilt. Maar op andere momenten wordt je juist weer niet gevraagd of geïnformeerd.”

Wat Leone Flikweert betreft is burger- en patiëntparticipatie cruciaal voor het welslagen van secundaire data-uitwisseling: “Om wie gaat het uiteindelijk? Wij zijn allemaal burger en patiënt. Het kan niet zo zijn dat we het zonder hen doen. We hebben iedereen in het ecosysteem nodig. Dat lukt alleen als er vertrouwen is.”

Transparantie

Health-RI bouwt op eigen wijze aan vertrouwen. “We willen verantwoording afleggen, want het gaat om veel publiek geld. Eerlijkheid en transparantie zijn pijlers van vertrouwen. We moeten open zijn over waar we heen gaan; doen we de juiste dingen? Is het helder?  We willen het ook horen als we het niet goed doen.”

Juridische inbedding

Mede om die reden heeft Health-RI een eigen maatschappelijke adviesraad in het leven geroepen. Maar in bredere zin heeft vertrouwen vanzelfsprekend ook een stevige juridische inbedding nodig. Als onafhankelijke tussenpersoon tussen datahouders en datagebruikers kan de HDAB in dit opzicht een belangrijk rol gaan vervullen. Hoe de HDAB voor secundair gebruik er uit moet komen te zien, mag Health-RI de komende tijd samen met CBS, ICTU en RIVM in een blauwdruk gaan vastleggen. Daarbij wil Health-RI leren van de ervaringen in andere landen. Eén van die landen is Noorwegen. Hier is al een al aantal jaren een HDAB actief, compleet met proces voor data-uitlevering, catalogus en governance-structuur.

Heldere richtlijnen

Voor Health-RI alle reden om senior-adviseur Truls Korsgaard van de Norwegian Institute of Public Health in Utrecht het podium te geven. “Vertrouwen begint bij relaties”, aldus Korsgaard in zijn officieuze spoedcursus ‘hoe bouw je publiek vertrouwen’. “Maar ook wetgeving, governance, een veilige infrastructuur en data minimalisering zijn ongelooflijk belangrijk.”

En niet te vergeten de praktische doorvertaling van al deze formele spelregels. “Onderschat nooit het belang van heldere richtlijnen bij het bouwen van vertrouwen”, aldus Korsgaard. “We werken binnen ons instituut veel samen met gespecialiseerde technici. Maar het zijn geen onderwerpen waar je zo even induikt. We moeten de gebruikers daarbuiten echt trainen. We proberen daarom ook de datahouders vanaf moment één actief te betrekken. Data-uitwisseling is een bottom up-proces dat bij hen begint.”

Cultuur

Korsgaard erkent dat Noorwegen op het gebied van vertrouwen in uitwisseling een historische voorsprong heeft. Korsgaard: “Noorwegen kent lange traditie van centrale registratie en uitwisseling van gezondheidsgegevens. Centrale zorgregistraties zijn echt onderdeel van onze cultuur en ons denken. In Nederland merk ik nog meer ongemak over delen van gezondheidsdata.”

Uitdagingen

Dit neemt niet weg dat er genoeg gezamenlijke uitdagingen zijn. Korsgaard wijst in dit verband op de moeizame toegang tot zorginformatiesystemen. Ook zijn er juridische voetangels: hoe moet de AVG worden geïnterpreteerd, wat betekent de opt-out regeling en welke regels gelden eigenlijk als data de grens over gaat? En ook Noorwegen kampt net als de rest van de wereld met een dalend vertrouwen in autoriteiten en instituties. Korsgaard: “Velen zijn sceptisch over wetenschap en technologie.”

Probleemgestuurde aanpak

Hoe die scepsis te ondervangen is de rode draad van het betoog van hoogleraar en celbioloog Christine Chomienne. Als vicevoorzitter van de Mission Board for Cancer is ze nauw betrokken bij Europese pogingen om de impact van kankeronderzoek te vergroten. Daartoe hebben Chomienne en haar collega’s een nieuwe methode van onderzoeksprogrammering opgesteld: probleemgestuurd, missie-gedreven met veel aandacht voor het bouwen van vertrouwen. “Burgers willen niet tien jaar wachten op een wetenschappelijke doorbraak, maar snelle, kwantificeerbare resultaten”, aldus Chomienne. “Ons doel is heel helder: drie miljoen levens redden in 2030. Onderzoek moet meer betekenis hebben voor burgers. De kunst is om iedereen vroegtijdig te betrekken, ook in de onderzoeksopzet. Zulk co-design betekent dat onderzoekers niet alleen moeten nadenken over de methodologie, maar in staat moeten zijn om met patiënt te spreken en antwoorden te geven. Daar hebben we de onderzoekgemeenschap wel van moeten overtuigen, want het betekent dat je mensen aan tafel brengt die niet zoals jij praten en je misschien niet eens vertrouwen.”

Prioriteiten

Die boodschap wordt door Health-RI van harte ondersteund. “Het gaat om helderheid”, aldus Flikweert. “De burger en de patiënt, maar ook de professional wil een helder systeem van gegevensuitwisseling. Ook de arts moet dat kunnen uitleggen aan de patiënt.”
Gevraagd naar de prioriteiten voor komend jaar noemt Flikweert, naast de HDAB-blauwdruk en de uitbouw van de datacatalogus, een grotere luidspreker voor de maatschappelijke adviesraad: “Misschien moet het wel een eigen congres worden.”

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen