Werd zorg in pre-coronatijd hoofdzakelijk door een financiële bril bekeken, de coronapandemie heeft duidelijk gemaakt dat zorg over meer gaat dan geld alleen. “We zijn ons bewuster geworden van het feit dat zorg integraal onderdeel is van de maatschappij”, zeg directeur Ben Crum van de VU School of Governance.
Het is een herwaardering met scherpe randjes. “De crisis is ook een snelkookpan. De hoge druk laat zien waar de kwetsbaarheden en barsten in het systeem zitten.”
Marktprikkels
Die kwetsbaarheden zijn niet van vandaag of gisteren. “In de aanloop naar de crisis waren het ministerie van VWS en SER al bezig met grote zorgnota’s”, constateert Crum. “Daarin ging het vooral om financiële vraagstukken. Er klonk ook het besef in door dat de sector te complex en gefragmenteerd is. We zoeken ook nog steeds naar de juiste mix tussen marktprikkels en publieke sturing. De governance van de zorgsector is dus niet ideaal. Voorheen verzandden discussies hierover. De huidige crisis is een uitgelezen moment om slagen te maken. Het is natuurlijk een zware tijd en je kunt enorm klagen over dingen die niet goed gaan, maar we moeten ook het potentieel van de crisis benoemen.”
Dat potentieel zit hem vooral in een verbrede kijk op de aard en betekenis van zorg, denkt Crum. “We zijn ons bewuster geworden van het feit dat zorg integraal onderdeel is van de maatschappij. Voor veel mensen was zorg lange tijd iets dat betrekking had op een uitzonderingssituatie. Zolang je jong en gezond bent, wil je niks met de zorg te maken hebben. Je krijgt er pas mee te maken als je oud en ziek wordt. Corona laat zien dat onze maatschappij op de zorg draait. Als die schakel verzwakt raakt, zie je dat in alle sectoren terug, dan gaat het hele maatschappelijke proces sputteren. Als je de zorg bekijkt als integraal onderdeel van de samenleving met economische, maatschappelijke en zelfs psychologische aspecten, ga je andere afwegingen maken.”
Governance
Eén van de terreinen die aandacht verdient, is wat politicoloog Crum betreft de governance. De coronacrisis heeft volgens Crum duidelijk gemaakt dat het bestuurlijk samenspel tussen landelijke overheid en de regio alsook de samenwerking binnen de regio niet optimaal is. Om hier verbetering in te brengen zouden zorginstellingen in de regio meer gezamenlijke slagkracht moeten krijgen.
“Wat we voorstellen, is een soort coöperatieve constructie, die bottom up georganiseerd wordt”, legt Crum uit. “Je wilt voorkomen dat Den Haag regiobestuurders gaat benoemen die de boel moeten gaan runnen. Je wilt ook niet dat zo’n regiobestuur wordt ervaren als inperking van de autonomie van de instellingen. We hebben het afgelopen jaar juist gezien dat daar veel kracht zit. Maar je wilt dat zorgaanbieders elkaar meer versterken dan nu. Ziekenhuizen weten elkaar onderling wel te vinden. Maar het contact met de verpleeghuizen en de ggd’en liep te traag.”
Randvoorwaarden
Is Crum niet bang dat een dergelijk regionaal platform neerkomt op formalisering van het recht van de grootste en dus sterkste spelers? “De grap is juist: hoe minder je het organiseert, hoe meer de grootste partijen het voortouw zullen nemen. Als je de bestuursstructuur institutionaliseert, kun je zorgen dat kleine partijen een stem hebben. Door randvoorwaarden te stellen kun je aan de ene kant de kracht van grote instellingen benutten en aan de andere kant garanties inbouwen dat kleine partijen niet gepasseerd worden.”
Bestuurlijke kerstboom
Met gremia als Veiligheidsregio’s, GGD’en en ROAZ’en kent de regio al een hele bestuurlijke kerstboom. Kan één van deze partijen de door Crum bepleitte verbindende rol niet op zich nemen? “Misschien moet je inderdaad één van deze partijen centraal zetten”, reageert Crum.
“Maar in de huidige crisis zie je dat geen van deze organisaties over de kracht en middelen beschikt om alle relevante partijen samen te brengen. Doordat de GGD’en minder geld kregen, bleven er minder middelen voor coördinatie over en hebben ze zich teruggetrokken op hun kerntaak.
Crisistaak
“Bovendien: doordat de GGD’en minder geld kregen, bleven er minder middelen voor coördinatie over en hebben ze zich teruggetrokken op hun kerntaak. De Veiligheidsregio’s hebben primair een crisistaak. De ROAZ’en zijn in een gat gesprongen, maar waren daar ook niet echt voor ingericht.”
De bestuurlijke lappendeken in de regio laat wat Crum betreft dan ook vooral zien hoe onnodig ingewikkeld we het zorgstelsel hebben gemaakt. “De zorg is sowieso al complex, maar we hebben het nog complexer gemaakt. Niemand overziet het geheel. Ook typerend is dat mensen er heel diep in zitten. Begrijpelijk, want het gaat over mensenlevens. Maar daardoor opereert iedereen vanuit een positie in het veld. Juist door de crisis zie ik ook dat mensen gedwongen worden los te komen van hun dagelijkse routine.”
De VU School of Governance bespreekt op vrijdag 21 mei tijdens de Dutch Health Week de lessen van de coronacrisis met opinieleiders uit de zorg. Onder de sprekers Aura Timen (Hoofd Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding RIVM), Hanneke Klopper (Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN), Hans Boutellier (Hoogleraar Polarisatie), Henk Nies (Directeur strategie en ontwikkeling Vilans), José Manshanden (GGD Amsterdam), Marcel Canoy (Economisch adviseur bij de Autoriteit Consument & Markt), Maurice van den Bosch (OLVG Amsterdam) en Ruud Koolen (Director Dutch Health Hub). Meer informatie en aanmelden