Hoe zou het Nederlandse zorg- en welzijnslandschap eruit moeten zien na 2050? Op die vraag probeert de nieuwe werkgroep Zorg 2050+ een antwoord te vinden. Oprichters Kees Ahaus, Pien Naber en Mart van de Laar vertellen over de noodzaak, de aanpak en de start van de werkgroep.
De keuze voor het jaartal ‘2050’ is enigszins symbolisch, aldus Kees Ahaus, hoogleraar bij Erasmus School of Health Policy and Management (ESHPM). “Wij willen nadenken over de toekomst. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is een geweldige kans, maar redeneert alleen vanuit het hier en nu. Wij hebben gekozen voor 2050 als stip op de horizon. Dat duurt nog even en biedt ruimte om de fantasieën over de inrichting van zorg de vrije loop te laten. Je hoeft daarbij geen rekening te houden met de belangen die er zijn in het hier en nu.”
Consortium
Ahaus, Van de Laar en Naber staan met Zorg 2050+ aan het roer van een consortium van experts van de Maastricht University, Radboud Universiteit, Universiteit Leiden, Universiteit Twente, Erasmus Universiteit Rotterdam, Vrije Universiteit Amsterdam, Rijksuniversiteit Groningen, Tilburg University, Universiteit Utrecht, het RIVM. Bij Zorginstituut Nederland en de Nza is men enthousiast over dit Linnean-initiatief.
De belangrijkste overeenkomst tussen de leden en hun organisaties is dat ze geen zwaarwegende belangen hebben in het huidige systeem. Het initiatief is opgezet vanuit puur maatschappelijk belang en daarom is Linnean een logische keuze, vindt Ahaus. “Linnean is een plek waar deelname gebaseerd is op persoonlijke titel en vanuit vrijwillige basis. Daarmee vinden mensen elkaar daar in het maatschappelijk belang in plaats van institutionele belangen.”
Institutionele belangen
Naber: “Die institutionele belangen hebben in de afgelopen jaren bijna elke verandering in de weg gestaan Dit heeft de zorg steeds verder op slot gezet. Verandering is altijd wel ergens pijnlijk. Die pijn wordt nu ontweken. Neem de kinderhartchirurgie in Nederland. Je ziet hoe ongelooflijk moeilijk het is om zo’n klein stukje van de zorg te veranderen. En dat terwijl iedereen ziet dat het anders moet.”
Met de eerste bijeenkomst op 19 december 2022 is Zorg 2050+ officieel van start gegaan. Van der Laar: “Wat mij opviel tijdens die eerste bijeenkomst is dat het niet meteen over de inhoud ging, maar dat besproken werd: hoe zit iedereen in de wedstrijd en wat kan hij bijdragen?”
Wetenschappelijk onderzoek
Naber: “We hebben een aantal werkblokken bedacht die parallel aan elkaar gaan lopen. Eén deel is internationaal wetenschappelijk onderzoek, aangevuld met literatuuronderzoek in Nederland. Daarnaast halen we kennis op via interviews met mensen met verschillende ‘stukjes’ expertise. Daarin komen ook patiënten aan het woord. Het mooiste zou zijn als we vervolgens kunnen regelen dat de samengebrachte ideeën worden getoetst bij een groep burgers uit alle lagen en plekken van de samenleving.”
Het doel van Zorg 2050+ is een schets opleveren van het zorglandschap op de lange termijn. Van der Laar: “We willen de politiek een toekomstbeeld aanleveren dat wetenschappelijk onderbouwd en maatschappelijk gedragen is. Het is onze ambitie om dat product klaar te hebben voor de formatie van de volgende kamerverkiezingen.”
Kwaliteit van leven
Als ze nu al iets moeten zeggen over het zorglandschap in 2050, waar denken de voorzitters van de werkgroep dan aan? Naber: “Wat mij betreft, moet kwaliteit van leven aan de basis liggen. De verbinding met het welzijnsdomein is daarin ontzettend belangrijk.”
Het antwoord van Ahaus op die vraag is mettertijd veranderd: “Waar ik eerst wilde kijken wat de mogelijkheden binnen het huidige bekostigingsstelsel zijn, ben ik langzamerhand gaan twijfelen. Men houdt zo aan zijn eigen belangen vast. In het IZA lees je het ook: meer regionaal organiseren, passende zorg en domein-overstijgende samenwerkingsverbanden, dat zijn de goede ontwikkelingen. Misschien gaat het toch harder dan gedacht, een ander stelsel. Geen revolutie, maar een evolutie.”
Daar sluit Van de Laar zich bij aan. “Hoe kun je op evolutionaire wijze doorgroeien naar een nieuwe situatie? Dat moeten we voor ogen houden. We zijn gewend om te handelen vanuit de situatie waar we nu in zitten, maar dat draagt niet bij aan waar we uiteindelijk naartoe moeten. Als zorgbestuurder moet je bedenken: als ik kies om hier een gebouw neer te zetten, past dat dan in wat we over dertig jaar nog nodig hebben? Want als het gebouw eigenlijk verderop zou moeten staan, dan moet dat nu al gebeuren. Dat is wellicht duurder, maar wel duurzamer. Je moet weten waar je naartoe gaat, anders kun je geen reis ondernemen.”
Bron: Linnean. Meedenken over de toekomst van zorg en welzijnslandschap. Mail naar linnean@zinl.nl