Ziekenhuizen zwommen zelf leveranciersfuik in

Levenciersfuik
Philip van de Poel
Philip van de Poel
06 oktober 2022
6 min

Ziekenhuizen voelen zich in de tang genomen door de EPD-leveranciers. Die leveranciersklem leidt tot onnodig hoge kosten, suboptimale systemen, slechte service en een gebrek aan innovatie. Aldus kartelwaakhond ACM. Maar zijn ziekenhuizen niet zelf het leveranciersfuik in gezwommen? Een analyse.

Na jaren van desinteresse hebben de afgelopen tijd heel wat gezaghebbende partijen hun kijk gedeeld op de markt voor ziekenhuisinformatiesystemen (ZIS) en elektronische patiëntendossiers (EPD). De unanieme conclusie: de dominante rol van een zeer beperkt aantal leveranciers leidt tot een ongezonde situatie. De eenzijdige afhankelijkheid betekent hoge prijzen en ondermaatse dienstverlening. Bij aanpassing van de systemen bepalen IT-aanbieders het tempo en de kosten. Ook krijgen afnemers geregeld ongevraagd dure updates opgedrongen.

Patiënten betalen

“Het ontbreken van een gezonde marktwerking schaadt onder meer samenwerking, interoperabiliteit en innovatie op de zorg-ICT-markt”, constateert adviesbureau Deloitte in een recent rapport. “Patiënten en verzekerden betalen de prijs voor ontbrekende of foutieve informatie of ondergaan onnodige (herhaal)onderzoeken”, stelt KPMG vast in een eerdere rapportage in opdracht van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

Publieke ophef

In de recente documentaire ‘Dodelijke zorg’ deed regisseur Wilfried Koomen een boekje open voor het grote publiek. Hij richtte zijn pijlen met name op marktleider ChipSoft, goed voor een marktaandeel van 70 procent. Maar ook andere leveranciers kregen er en passant van langs: net als de marktleider te duur en uitsluitend uit op winstmaximalisatie.

De uitzending deed op sociale media heel wat stof opwaaien. Woede, ongeloof en verbijstering over het optreden van de leveranciers voerden in de meeste reacties de boventoon. Maar een enkeling liet weten dat de ziekenhuizen ook maar eens naar zichzelf moesten kijken.

“Ik vraag me wel af wie of wat er daadwerkelijk faalt”, aldus een zorg-IT-ondernemer op LinkedIn. “Het begint bij de heilige huisjes van de zorg. Iedereen wil het op zijn/haar eigen manier doen. Eigen afkortingen, eigen workflow en er maar aan vasthouden en anderen de schuld geven.”

Bevreemding

It takes two to tango, wil een Engels gezegde. Zijn ziekenhuizen al die jaren een willoze speelbal van de leveranciers geweest? Gezien het feit dat de circa tachtig ziekenhuizen gezamenlijk een serieuze economische machtsfactor vormen, roept deze suggestie bevreemding op. Hadden de ziekenhuizen collectief weerwerk kunnen en moeten bieden? In hoeverre zijn ze zelf verantwoordelijk voor de ontstane situatie? Wie goed kijkt kon de afgelopen jaren gedragingen zien die de dominante positie van leveranciers zo niet actief bevorderd dan toch zeker bestendigd hebben.

Marktwerking

Van oudsher zijn ziekenhuizen weinig genegen om informatie te delen met andere ziekenhuizen. Volgens veel bestuurders een logisch gevolg van de introductie van marktwerking in 2006. Want welke serieuze marktpartij gunt de concurrent een kijkje in eigen keuken? Bovendien zou uitwisselen van concurrentiegevoelige informatie helemaal niet mogen van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).

Eigenaarschap

De neiging om de kaarten tegen de borst te houden, lijkt echter ouder dan de marktwerking. Een kenmerkend element in de cultuur van ziekenhuizen, maatschappen en artsen is een uitgesproken gevoel van eigenaarschap: ons ziekenhuis, onze zorg, onze patiënten, onze data.

Hoe hardnekkig dit sentiment is, bleek tijdens de eerste coronagolf. Om de gezamenlijke uitdaging het hoofd te kunnen bieden, moesten ziekenhuizen in één keer samen werken. Toch bleef dit in de praktijk vaak zonder gevolg. Of het nu heupen, knieën of kankers waren, verschillende aanbieders stonden klaar om de geëxplodeerde wachtlijsten voor reguliere zorg te bekorten. ‘Covid-ziekenhuizen’ weigerden echter door te verwijzen naar plekken waar nog wel plaats was.

Deze houding werd volgens verschillende betrokkenen ingegeven door de angst om patiënten te verliezen. “Er heerst nog altijd een gevoel dat iemand anders er met ‘hun’ patiënten vandoor kan gaan”, aldus woordvoerder Herman Nieuwenhuis van Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN) destijds in Skipr over de opstelling van de ziekenhuizen.

Grondstof

Academische ziekenhuizen zijn als het op gegevensuitwisseling aankomt weer op een andere manier territoriaal. Data vormen de ruwe grondstof voor onderzoek. En dat onderzoek is weer de basis voor financiering, valorisatie en status. Dus geen universitair ziekenhuis dat zomaar data ‘weggeeft’ waar anderen mee kunnen scoren.

Versnipperde vraag

De gesloten datacultuur is door de jaren heen nog eens extra gevoed door het exclusieve zelfbeeld van veel ziekenhuizen, maatschappen en MSB’s. Standaardautomatisering heeft natuurlijk geen pas in een omgeving waar onvergelijkbare behandelingen worden uitgevoerd. “Ieder ziekenhuis heeft eigen focusgebieden”, constateert KPMG. “De vraag is versnipperd of programma-gedreven.”
Waar KPMG ‘focusgebieden’ ziet, spreken cynici ook wel van ‘privéhobby’s van artsen’. De grote EPD-leveranciers wilden het bijhorende maatwerk maar al te graag leveren, want al die bijzondere aanpassingen betekenden meerwerk dat de kassa deed rinkelen.

Hoge kosten

De enorme vraagdifferentiatie leidde er natuurlijk wel toe dat ziekenhuizen niet samen konden of wilden optrekken bij de inkoop van IT-diensten. “Vanwege de verschillende versies van ZIS/EPD-systemen in gebruik door de ziekenhuizen is de vraag naar systemen voor gegevensuitwisseling versnipperd en heterogeen”, aldus KPMG.

Ook Deloitte spreekt in dit verband van “versnippering van de vraagarticulatie”: “Doordat zorgaanbieders onvoldoende samenwerken bij het articuleren van de vraag naar maatwerk, vindt er een erg versnipperde vraagarticulatie plaats naar de zorg-ICT-leveranciers toe. Deze versnipperde vraag om maatwerk vanuit zorgaanbieders levert hoge kosten op voor ICT-leveranciers en vraagt om veel tijd en capaciteit, waardoor er weinig ruimte overblijft voor innovatie.”

Kennisgebrek

Nu vonden veel ziekenhuizen het articuleren van hun eigen automatiseringsvraag al lastig genoeg. Deloitte constateert bij ziekenhuizen “gebrek aan kennis, zowel in de organisatie als op bestuurlijk niveau”. “Hierdoor articuleren zij onvoldoende hun behoefte en zijn zij onvoldoende op de hoogte van hedendaagse technische mogelijkheden. Daardoor kunnen zij hun vraag -met betrekking tot het inspelen op nieuwe technologische ontwikkelingen- onvoldoende articuleren naar de ICT-leveranciers.”

Mededingingswet

Niet alleen de kennis van IT liet te wensen over, ook de inhoud van de Mededingingswet bleek slecht bekend. Gevraagd naar het uitblijven van inkoopsamenwerking, liet menig zorgbestuurder weten bang te zijn voor sancties van kartelwaakhond ACM. Wonderlijk, want de ACM heeft bij herhaling laten weten welwillend te kijken naar inkoopsamenwerking. “Bij inkoopsamenwerking vis-à-vis partijen met een sterke marktpositie ziet de ACM niet snel mededingingsrisico’s”, constateert KPMG nog maar eens. “Die zorgen zouden er pas zijn wanneer afstemming aan de inkoopkant zou leiden tot verminderde concurrentie op de markt voor ZIS/EPD-systemen […]”

Voorkeur

De ironie is dat de opstelling van de ziekenhuizen precies datgene heeft bewerkstelligd waar de ACM bang voor is: verminderde concurrentie op de markt voor ZIS/EPD-systemen. “Zorgaanbieders geven voorkeur aan stabiele en betrouwbare partijen met een bewezen trackrecord, waarbij zij zeker weten dat ze over een aantal jaar nog bestaan en dat zij de groei aankunnen”, aldus Deloitte. “Met trackrecord worden partijen bedoeld die al veel andere zorgaanbieders bedienen. Dit maakt het lastig voor een ICT-leverancier om tot de markt toe te treden, uit vrees voor onvoldoende animo.”

Toetreding van nieuwe partijen wordt verder bemoeilijkt door het verlanglijstje van ziekenhuizen. Het liefst willen ze alles-in-één software-oplossingen. Losse modaliteiten worden al snel als lastig inpasbaar gezien. Deze huiver voert ziekenhuizen automatisch weer naar de welbekende aanbieders van grote software-suites.

Alles in ogenschouw nemend past volgens Deloitte geen andere conclusie dan dat ziekenhuizen zichzelf in het pak hebben genaaid. Er was onvoldoende kennis, gezamenlijke inkoop was geen prioriteit en er was geen gezamenlijk doel met betrekking tot interoperabiliteit van de zorg-ICT.

Open breken

Dat moet anders, vindt Deloitte. Als het om het beleidskader gaat, kijkt het adviesbureau naar de overheid. Nieuwe wetgeving moet het zorg-ICT-landschap ‘open breken’. Een nieuw te vormen data-autoriteit zou moeten toezien op de architectuur, standaarden en infrastructuur.
Maar ook de ziekenhuizen hebben huiswerk te doen. Er moet geïnvesteerd worden in om- en bijscholing op het gebied van zorg-ICT, in alle lagen van organisaties: “Dit heeft als doel om de beoordelingsdeskundigheid te vergroten van sleutelfiguren die beslissingen moeten nemen.”

Juiste zorg

Daarnaast moeten de afnemers van IT-systemen “actiever met elkaar om tafel” om zo effectieve gezamenlijke inkoop en vraagarticulatie te realiseren. Gezamenlijke inkoop begint wat Deloitte betreft met een gezamenlijk visie en strategie. Oftewel: om wie en wat draait het nu eigenlijk bij digitalisering van de zorg? Op deze vraag geeft Deloitte een even bondig als veelzeggend antwoord: “Uiteindelijk gaat het hierbij niet meer om de zorgaanbieder of -leverancier van ICT, maar om de patiënt en medewerkers die de juiste zorg aan deze patiënt willen leveren.”

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen