Duurzaamheid is bij veel raden van toezicht en bestuurders nog te weinig een urgent strategisch thema. Vaak is er wel het besef dat men er ‘iets mee moet’, maar bestuurders en toezichthouders worstelen met de vraag ‘hoe dan?’. Stil zitten is echter geen optie. Wie nu nog wegkomt met niets doen, kan straks tot een eindsprint gedwongen worden, met alle extra weerstand en investeringen van dien.
Door Marcel van Woensel, voorzitter NVTZ-werkgroep Duurzaamheid
Het argument ‘we hebben al zonnepanelen’ is niet het antwoord op de duurzaamheidopdracht van zorgorganisaties. Het is een transformatie die veel meerjarige veranderingsprocessen vergt op tal van terreinen en bij voorkeur gevoed wordt door intrinsieke motivatie. Een cruciale vraag voor bestuurders en toezichthouders is hoe duurzaamheidsambities zich verhouden tot de maatschappelijke doelstelling van de eigen organisaties, zoals die in de statuten en beleidsplannen is vastgelegd.
Herpositionering
Duidelijk is dat verduurzaming zorgorganisaties dwingt tot een herpositionering. Uiteindelijk is de duurzaamste zorg de zorg die níet geleverd wordt. Dat betekent: meer eigen regie bij de cliënt en minder inzet van zorgprofessionals. Ook digitalisering, herontwerp en het schrappen van overbodige zorgactiviteiten kunnen bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Dergelijke concepten betekenen -wanneer ze worden doorgerekend- al snel tientallen procenten minder zorg gaan en dito minder vervuiling.
Gedragen alternatief
Wat mijns inziens nooit uit het oog verloren mag worden, is het cliëntbelang. Door hier out-of-the-box naar te kijken en het via ontwerpcycli mee te nemen, ontstaat er ruimte voor een gedragen, realistisch alternatief. Daarin komen eigen regie, zelfredzaamheid, samenredzaamheid, kwaliteitseisen en bedrijfsvoering geïntegreerd samen.
Uitleggen
Welke keuzes zorgaanbieders ook maken, stakeholders en samenleving zullen hen -al dan niet gesteund door wet- en regelgeving- steeds nadrukkelijker vragen om uit te leggen wat ze met het thema duurzaamheid doen. De NVTZ besteedt in haar bijeenkomsten, scholing en publicaties veel aandacht aan deze omwenteling. Financiers, zoals verzekeraars en banken, gaan aanbieders binnen enkele jaren afrekenen op duurzaamheid. Toezichthouders, zoals NZa en IGJ, zullen aanbieders scoren op hun mate van duurzaamheid. En medewerkers en cliënten zullen hun voorkeur voor groene organisaties met de voeten duidelijk maken.
Uiteindelijk zullen duurzaamheid en het verantwoorden van de resultaten op dit terrein onderdeel moeten zijn van het beleid, de bedrijfsvoering en het toezicht. De handreikingen van de NVTZ zijn daar zeer bruikbaar bij.
Op het congres ‘Duurzaamheid, van visie naar uitvoering’ krijgen bezoekers een indruk van hoe dit er uit kan zien, wat er voor nodig is om daar te komen én hoe het geborgd kan worden.
Uitvoeringsplannen
Wie houvast zoekt, kan te rade gaan bij de Green Deal Zorg 3.0. Om de prioritering en concretisering te verbeteren, zijn er in aanvulling op deze vernieuwde versie van de Green Deal per sector uitvoeringsplannen opgesteld. Om die plannen te realiseren is een gedegen business case noodzakelijk. Dat is geen gemakkelijke opdracht. Omdat de huidige financiering nog geen passende parameters kent, zal er vaak een voorinvestering uit eigen middelen nodig zijn. Veel zorgorganisaties hebben daar de mogelijkheden voor, maar misschien nog niet de moed om die te gebruiken.
Investeringen
De investeringen in afval-reductie, duurzame energievoorziening en betere isolatie komen er (gemiddeld) op de lange termijn waarschijnlijk deels wel uit. Op de korte termijn ligt dit anders. Veel organisaties moeten nu in het rood om straks niet veel dieper in het rood te komen.
Het zou daarom goed zijn wanneer een deel van deze investeringen ten laste komt van het Klimaatfonds. Het is echter nog de vraag of zorgaanbieders hier voldoende aanspraak op kunnen maken. Een noodfonds voor organisaties zonder spaarpot of met sterk verouderd vastgoed biedt wellicht uitkomst. Hier is een mooie rol voor financiers als banken en pensioenfondsen weggelegd. Zij zouden verduurzaming kunnen koppelen aan het verstrekken van goedkope leningen en/of het opkopen van vastgoed. Verduurzaming betekent hoe dan ook een aanslag op de reserves. De NVTZ vindt dat toezichthouders hier proactief op in moeten spelen namens de maatschappij die zij vertegenwoordigen. Dit vraagt tijdelijk om een geringere strengheid van banken en accountants.
Bij alle vragen, onzekerheden en uitdagingen is er ook goed nieuws. Veel zorgmedewerkers hebben een groen hart. Ze willen graag dat de werkomgeving zo duurzaam mogelijk is en hebben daar altijd ideeën bij. Tijdens ‘Duurzaamheid, van visie naar uitvoering’ krijgen deze medewerkers ruimte om hun ideeën en initiatieven te presenteren.
Praktijkvoorbeelden
Ook komt er steeds meer kennis beschikbaar. Er zijn inmiddels een aantal kennisbanken en duurzaamheidstools die geraadpleegd kunnen worden, zoals de tool van Actiz, de informatie van het Milieuplatform Zorg (MPZ) en publicaties van branchepartijen zoals de NVTZ.
Daarnaast valt er veel te leren van degenen die al ervaring hebben, waaronder koplopers in de zorg, maar ook commerciële bedrijven. Op het congres ‘Duurzaamheid, van visie naar uitvoering’ komen veel van deze praktijkvoorbeelden samen. Bezoekers kunnen zodoende horen wat de handige stappen zijn om de transitie naar duurzame zorg in gang te zetten én te houden.
Het congres ‘Duurzaamheid, van visie naar uitvoering’ wordt georganiseerd door Fizi in samenwerking met ActiZ, Intrakoop, NVTZ, NVZ en Rabobank. Het congres vindt op 12 april tijdens Dutch Health Week plaats bij Rabobank in Utrecht. Plenaire sprekers zijn onder anderen transformatieprofessor Jan Rotmans, bestuursvoorzitter Marjo Vissers van VGZ en bestuurder Frido Kraanen van Omring.