Artificial Intelligence (AI) is sterk in opkomst in de gezondheidszorg, maar de acceptatie ervan verloopt traag. Waar liggen toekomstige mogelijkheden om zorg verder te verbeteren met AI?
Kunstmatige intelligentie biedt allerlei mogelijkheden om voorspellingen te doen die bijvoorbeeld diagnostiek en behandelopties kunnen verbeteren. Het kan helpen om tot meer een meer proactieve en preventieve zorg te komen. AI kan helpen om het werk van zorgprofessionals te verlichten, zoals het sneller doornemen van vragenlijsten, het via algoritmen sneller en effectiever kunnen beoordelen van MRI-scans en echo’s of het online vergelijken van gezondheidsklachten met aandoeningen.
Nieuwe wereld van technieken
Maar zo ver zijn we nog niet, stelt James Norman, EMEA Health, Life Science & Pharma Solutions Director bij Pure Storage. Er is nog veel weerstand in de zorg. Toch zijn we al een eind gekomen, liet hij zien op de Zorg & ICT Beurs. “Eerst bestond het idee dat robots het werk van verpleegkundigen zouden overnemen. Nu zien we veel meer de meerwaarde. AI opent een hele nieuwe wereld van technieken en behandelingen voor patiënten. Het helpt ons in de zorg om betere analyses te maken met data sets, die steeds groter worden.”
Norman noemt als voorbeeld machine learning. Dat wordt gebruikt om frauderende patiënten op te sporen die op zoek zijn naar verdovende middelen-, maar ook voor genenonderzoek en radiologie. Ook zeldzame ziektes kunnen worden opgespoord doordat grote hoeveelheden data zijn verzameld. Er wordt ook gewerkt met digitale tweelingen, waarop scenario’s worden getest met gebruik van medicaties bijvoorbeeld.
Robots
En natuurlijk zijn er robotica. Norman: “Tien jaar geleden hadden we het beeld dat we vervangen zouden zijn door robots en dat patiënten hun klachten in een microfoon zouden delen, om vervolgens een diagnose te krijgen. Dat gaat niet gebeuren. We zijn de hype voorbij.”
Toch zegt 90 procent van de zorgorganisaties dat ze de komende vijf jaar waarschijnlijk of zeer waarschijnlijk AI gaan gebruiken. Maar daar is nu nog veel weerstand tegen, aldus Norman. “Van alle sectoren loopt de zorg behoorlijk achter op het gebied van AI.”
Er zijn nog allerlei uitdagingen te overwinnen, stelt hij. “Wie krijgt toegang tot de data en hoe zit het bijvoorbeeld met toestemming om data te delen? Het zijn allemaal drempels die de doorbraak tegenhouden.”
Geen mislukking
Toch is AI geen mislukking, gaat hij verder. “Maar door al die drempels gaat het langzaam. Uiteindelijk zal het zijn plek vinden in de zorg. We zijn al begonnen met programma’s en overeenkomsten waarin we afspraken maken over algoritmes. Er worden grote investeringen gedaan en er zijn teams vanuit verschillende zorgdisciplines die zich erover buigen.
Patronen ontdekken
Op dit moment liggen de kansen vooral in beeldanalyses. AI kan bijvoorbeeld patronen ontdekken om een tumor op te sporen, ook al is die nog heel erg klein. Norman ziet hier wel een keerzijde aan. “Al die data kosten alleen steeds meer geheugen. Want voor het gebruik van de data moet je een algoritme maken. Daarvoor maak je weer een kopie van de data. Je blijft kopiëren. Ook je algoritme wil je bewaren. En dat moet allemaal worden opgeslagen. En hoe kunnen we snel al die enorme data delen? De meeste IT-afdelingen hebben geen idee”, stelt Norman.
Genenonderzoek
Als voorbeeld laat hij zien hoe AI bij genenonderzoek kan helpen, door de verborgen informatie uit DNA te halen. Het komend decennium zal dat naar schatting ongeveer 40 exabytes aan data opleveren. Op dit moment zou je daar maanden over doen om dat te delen. “De enige manier om AI echt te laten slagen is als je nieuwe manieren van werken zoekt, en gaat samenwerken met nieuwe partners. We moeten data en algoritmen niet voor onszelf houden en het willen beschermen. AI kan alleen vooruit als we data, vaardigheden en uiteindelijk patiëntengegevens met elkaar delen. Dan krijg je betere uitkomsten.”