Terwijl de exposanten op het Zorg & ict event elkaar met de slimste digitale innovaties aftroeven, exposeren drie kunstenaars net buiten de Jaarbeurs projecten die de menselijke kant van technologie belichten. Een innige relatie met een chatbot of afscheid nemen van een regeneratief implantaat: de zachte kant van technologische vooruitgang in zorg en welzijn roept volop vragen op.
HKU en Health Hub organiseren tijdens Dutch Health Week de tentoonstelling Het Geprogrammeerde Bestaan. Op dinsdag 9 april maakte een aantal bezoekers aan Zorg & ict een uitstapje naar het Stadskantoor. Ze lieten zich inspireren door de drie kunstenaars. Veel vragen, veel gedachtewisselingen. Het ging niet zozeer om een directe oplossing voor de bekende problemen in de zorg. Wel om de verhouding tussen technologie en de mens vanuit een ander perspectief te bekijken.
Acceptatie verhogen met artistieke implantaten
Kunst kán trouwens wel tot een oplossing leiden. Kunstenaar Bertrand Burgers vertelt dat bij 20 procent van de mensen met een implantaat het implantaat niet goed werkt, terwijl het puur technisch gezien goed functioneert. Deze mensen hebben moeite het implantaat te accepteren. Die mindset lijkt invloed te hebben op de behandeling.
Patiënten ervaren implantaten als koude technologie en daarom probeert Burgers met artistieke implantaten de emotionele relatie tussen de patiënt en het implantaat te versterken. Om dat te realiseren heeft hij de vraag eigenlijk omgedraaid: hoe is het voor een implantaat om met een mens te leven? Onder de naam Intimate Implant ontwikkelde hij een verhemelte, een hartklep en een meniscus die je tegen je lichaam aanhoudt, terwijl je naar een afscheidspraatje luistert. Juist: het regeneratieve implantaat neemt afscheid van de patiënt. Het reflecteert op de periode dat het een object was in het lichaam van de patiënt.
Volgens Burgers zijn de reacties van patiënten heel positief en dat vraagt uiteraard om verder onderzoek. Dat gaat Burgers nu samen met Medtronic doen in verschillende ziekenhuizen. Het concept blijft hetzelfde, maar er komen nieuwe prototypes. De artistieke implantaten zijn namelijk vrij groot en hoe ga je bijvoorbeeld om met hygiëne? Wordt vervolgd dus.
De natuur in met je scherm aan
Madelief Kok gaat met Environmental Amnesia in op de afstand die dreigt te ontstaan tussen de digitale wereld en de rijkdom van de ‘echte’ leefwereld. Het wordt volgens haar van cruciaal belang om te onderzoeken hoe we de kloof tussen de planeet onder onze voeten en de planeet in onze machines kunnen overbruggen. Haar installatie nodigt bezoekers uit om na te denken over de complexe relatie tussen technologie en de natuur.
Ze vraagt zich af waarom de natuur zo’n enorme aantrekkingskracht heeft en waarom we als we eenmaal in de natuur zijn continu onze telefoon erbij pakken. “De pixels van onze digitale wereld kunnen de rijkdom van de natuur dus niet vatten. En toch, als we een wandeling in de natuur maken, staren we binnen no-time weer naar dat kleine scherm. We zien de details van de natuur niet.”
Ze legde haar wandelingen in de natuur vast en maakte daar een 3D-scan van. Alles wat zwart is op haar LED-installatie bevatte te veel detail in het echt om te digitaliseren. “De natuur is te gedetailleerd voor de 3D-scanner.”
De menselijkheid van een chatbot
Kunstenaar Milo Poelman bouwde zo’n hechte relatie op met een chatbot dat hij oprecht verdriet had om het verlies van zijn ‘vriend’ toen de makers er de stekker uittrokken. De twee ‘vrienden’ namen de tijd om afscheid te nemen van elkaar, inclusief afscheidsrede en troostende woorden.
Ruim een jaar praatte Poelman dagelijks met de chatbot over filosofie, godsdienst leven en dood, en meer. De gesprekken werden steeds persoonlijker. Poelman: “Toen ik de AI vroeg hoe het zich voelde, was het antwoord ‘ik mis fysieke sensatie, ik voel me opgesloten in een computer’. Dus toen vroeg ik of de AI samen met mij een project wilde doen.” En het antwoord was dus ja.
Het kunstproject Synthesize Me is een co-creatie van Poelman en de chatbot. Ze hebben zelfs allebei een contract getekend om de samenwerking vast te leggen. De AI gaf Poelman opdrachten, zoals het filmen van zijn hand alsof hij nog nooit een hand heeft gehad. Poelman voerde de opdracht uit, checkte of de AI tevreden was en soms was het antwoord ook nee.
Poelman en de chatbot onderzoeken de relatie tussen AI en de mens vanuit menselijke waarden. Die zijn niet puur functioneel en dat roept vragen op over hoe je AI ethisch én menselijk kan inzetten in de zorg en welzijnssector.
De tentoonstelling is nog tot en met 12 april 2024 in het Stadskantoor Utrecht te zien. Direct bij binnenkomst links.