‘Eén kankermedicijn kan niet voor iedereen werken’

Dure medicijnen
Gastauteur
Gastauteur
10 januari 2024
4 min

Met de komst van dure medicijnen wordt steeds vaker de vraag gesteld of deze het geld wel waard zijn. En of de kosten niet veel te hoog zijn als die worden afgezet tegen overlevingscijfers. Longkanker Nederland ging over dit onderwerp in gesprek met longkanker-patient Jan-Willem Simons en longarts Egbert Smit.

 Door Christel van Batenburg, Longkanker Nederland. Foto: Roland Kranz

Tot 2012 leefden kankerpatiënten na diagnose gemiddeld nog vijf maanden. Dat is nu ruim zes maanden. Een gemiddelde toename van slechts één maand dus. NRC berichtte dit in oktober 2023 in een artikel over het vele geld dat de afgelopen jaren is uitgegeven aan geneesmiddelen tegen kanker.

Ongekend grote verbetering

Egbert Smit, longarts in het Leids Universitair Medisch Centrum, plaatst hier graag een kanttekening bij.  “Als je op deze manier naar de cijfers kijkt, zou je kunnen denken dat nieuwe kankermedicijnen inderdaad het geld niet waard zijn. Maar dat is te kort door de bocht.”

“Ook al is het effect op de overlevingskansen gemiddeld genomen voor de hele groep misschien beperkt, in de historie van longkanker maken we een ongekend grote verbetering mee. Want 35 jaar geleden overleden bijna alle patiënten met uitgezaaide longkanker binnen een jaar. Nu is de kans dat iemand vijf jaar na de gestelde diagnose nog leeft voor patiënten met longkanker 25 procent. Sommige subgroepen zitten nog een stuk hoger, soms wel tot 50 procent.

Genetische mutatie

Zo’n patiënt is Jan-Willem Simons, lid van het patiëntenpanel van Longkanker Nederland. Hij hoorde drie jaar geleden dat hij longkanker had. Het zag er slecht voor hem uit, ook omdat behandelingen niets uithaalden. “Mijn scan leek wel een kerstboom, de kanker zat overal. Ik was al afscheid aan het nemen en dacht dat ik niet lang meer te leven had.“

Moleculair onderzoek wees uit dat de longkanker werd veroorzaakt door een genetische mutatie. Simons werd doorverwezen naar een van de zeven expertisecentra die gespecialiseerd zijn in de behandeling van zeldzame vormen van longkanker. Een jaar later is er op de scans niets van de kanker meer terug te vinden.

Twee nieuwe behandelingen

Specifiek voor patiënten zoals Simons, met uitgezaaide longkanker met een genetische oorzaak, is de afgelopen jaren grote vooruitgang geboekt geeft Smit aan. Het gaat dan om ongeveer 15 procent van de totale populatie longkankerpatiënten.

Voor deze patiënten zijn er tegenwoordig twee nieuwe behandelingen beschikbaar; doelgerichte therapie en immuuntherapie. Allebei zijn het voorbeelden van nieuwe kankermedicijnen met een goede kans van aanslaan en aanzienlijke levensverlenging met een goede kwaliteit van leven. Simons:  “Voor mij betekent de behandeling die ik krijg het verschil tussen doodgaan en springlevend zijn.”

Doelgerichte therapie

Doelgerichte therapie wordt volgens Smit ingezet bij mensen met longkanker door een genetische oorzaak; een mutatie of een translocatie. “In dat geval is een bepaald eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de deling van cellen veranderd, waardoor de cel ongeremd gaat delen en een tumor vormt.”

“Omdat we op moleculair niveau weten wat er aan het eiwit veranderd is, kunnen we  medicijnen ontwikkelen die dit veranderde eiwit heel specifiek uitschakelen. Deze therapie is zo specifiek dat het aantal bijwerkingen over het algemeen beperkt is.

Simons beaamt dit. “Voordat ik de diagnose uitgezaaide longkanker kreeg, sportte ik intensief. Ik ervaar weinig bijwerkingen door de doelgerichte therapie. Qua sporten zit ik bijna weer op het niveau waar ik zat voor de diagnose. Ik ben al twee jaar stabiel.”

Immuuntherapie

Voor ongeveer 25 procent van de mensen met longkanker maakt immuuntherapie een wereld van verschil.  Smit: “Voor longkanker hebben we nog geen gegevens over hoe het zit met de 5-jaars overleving bij immuuntherapie. Maar we weten dat dit er bij melanomen behandeld met immuuntherapie goed uitziet, en dat is een goede voorspeller voor de resultaten met longkanker.”

Zoeken naar indicatoren

Helaas is het nog niet mogelijk om helemaal goed te voorspellen of immuuntherapie bij iemand werkt of niet. “Wie de beste kans heeft om gevoelig te zijn voor een bepaalde behandeling kunnen we dus onvoldoende goed aanwijzen”,  legt Smit uit. “We moeten verder speuren naar indicatoren die de reactie op een behandeling beter kunnen voorspellen. Alleen op die manier kunnen we de best passende mix vinden tussen patiënt en medicijn.”

Stukje van de puzzel

“Als je kijkt naar kleinere subgroepen patiënten, dan is duidelijk dat er geen sprake is van een lage opbrengst in de zin van overlevingscijfers. Je kunt alleen helaas niet van een kankermedicijn verwachten dat het voor iedereen werkt. “We hopen dat alle nieuwe ontdekkingen een nieuw stukje van de puzzel helpen oplossen.”

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen