‘Zelf als het kan; thuis als het kan; digitaal als het kan’. Ziedaar de heilige drie-eenheid van de ouderenzorg van morgen. Maar zolang beleidskeuzes uitblijven en de aanpassing van de woningvoorraad stagneert, groeien de wachtlijsten, constateert voorzitter Anneke Westerlaken van ActiZ: “Er wachten nu al 22.000 mensen op een verpleeghuisplek.”
Gebrek aan passende huisvesting speelt niet alleen ouderen parten die op een verpleeghuisplek wachten, benadrukt Westerlaken. “Ook in de wijkverpleging zien we ouderen thuis wonen in woningen die eigenlijk niet geschikt zijn, bijvoorbeeld omdat die niet gelijkvloers zijn of omdat iemand een woning nodig heeft waar veel meer zorg in geboden kan worden.”
Problemen als deze illustreren wat Westerlaken betreft hoezeer de zorg tegen grenzen aanloopt. Het aantal ouderen, en daarmee de zorgvraag, groeit substantieel, terwijl het aantal werkenden in het beste geval gelijk blijft. Tijd voor een drastische herijking, vindt Westerlaken.
“De balans tussen het aantal werkenden en het aantal gepensioneerden wordt zó anders. Die demografische realiteit is zo dwingend. ActiZ heeft daar twee boodschappen over. De eerste is gericht aan de burger: denk na over wat je als oudere zelf en met hulp van anderen kunt doen en handel daarnaar. De tweede boodschap is minstens zo belangrijk. De overheid moet faciliteren door mantelzorg te ondersteunen, goed te kijken naar het verzekerde pakket en regie te voeren op de bouwopgave.”
Transitie
Aan daadkrachtig overheidsoptreden schort het wat Westerlaken betreft. Met het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) heeft het huidige demissionaire kabinet weliswaar de grote lijnen geschetst, maar de uitwerking van de transitie laat te wensen over.
Aanspraak verblijfszorg
Dat constateert ook de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). In een recent adviesrapport stelt de NZa dat de WOZO-beleidsdoelen onvoldoende onderbouwd zijn. “De uitgangspunten van het WOZO: ‘zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan’ moeten concreter in de wet omschreven worden”, aldus de NZa. “Het moet duidelijk zijn welke zorg, voor welke doelgroep en in welke setting, wel of juist niet meer via de Wet Langdurige Zorg (Wlz) geleverd kan worden. Zolang dit niet duidelijk is, worden veldpartijen voor dilemma’s geplaatst die niet passen bij hun rol en verantwoordelijkheid. Het is aan de politiek om te besluiten over wijzigingen in de aanspraak op verblijfszorg.”
Heldere visie overheid
“We missen visie en informatie”, onderstreept Westerlaken het NZa-betoog. “Je kunt als veldpartijen eindeloos met elkaar overleggen, maar je hebt ook sturing en een heldere visie van de overheid nodig. Je ziet dat de regie en executiekracht van de overheid op veel dossiers achterblijft. In ons wensenlijstje voor de politiek vragen we daar aandacht voor. Daar staan regie op de bouwopgave en tempo in de bouw van ouderenwoningen absoluut ook in. We moeten gewoon beginnen, anders loopt het vast.”
Intramurale zorg
Gelet op de groeiende wachtlijsten begint het daar in de praktijk aardig op te lijken. Het kabinet mag dan meer zorg thuis willen, vooralsnog heeft iedereen met een juiste indicatie wettelijk recht op zorg met verblijf. Dus groeit het beroep op intramurale zorg stug door. Veel kunnen de zorgaanbieders hier niet aan doen, want vooruitlopend op meer ruimte voor zorg thuis heeft het kabinet de verpleeghuiscapaciteit bevroren.
Verlaging nhc
Bovendien zijn de aanbieders door een forse verlaging van de vergoeding voor vastgoed financieel gekortwiekt. Een lagere normatieve huisvestingscomponent (nhc) betekent minder ruimte voor investeringen in vastgoed. “Je hebt dat vastgoed voor dertig jaar, dus als de nhc tussentijds stevig wordt verlaagd is het veel moeilijker om je business case nog rond te krijgen. Zeker als je een instelling een erfenis uit het verleden heeft”, legt Westerlaken uit. “Bovendien komt de verlaging van de nhc boven op alle andere kortingen en een nieuwe cao. Daarmee staan aanbieders voor een hele grote financiële uitdaging. Daar hebben we veel aandacht voor gevraagd, maar we tot nu toe hebben we nul op het rekest gekregen.”
Financiële middelen versnipperd
De financiële middelen die er wel zijn, zijn volgens Westerlaken te versnipperd. “Zorgaanbieders hebben met tientallen potjes te maken. Er zijn transitiemiddelen, stimuleringsregelingen, middelen uit WOZO, middelen uit IZA… Al die systemen bestaan naast elkaar met elk een eigen verantwoording. Het helpt niet dat het zo versnipperd is.”
Woon-zorgvisie
Versnipperd is vaak ook het bestuurlijke landschap waarin de bouwopdracht moet worden gerealiseerd. “Het bouwen van woningen vergt veel samenwerking en planning van verschillende partijen. Dat is überhaupt niet makkelijk”, zegt Westerlaken. “Dat vraagt van gemeenten lokale visies op wonen en zorg. Het helpt als gemeenten echt beseffen dat ze met een verouderende populatie te maken hebben en er regionale woon-zorgvisies zijn waar partijen zich aan committeren.”
Ondanks de financiële en bestuurlijke hindernissen valt er volgens Westerlaken een simpele business case te maken rond wonen en zorg. “Met bouwen voor ouderen zit je nooit fout, omdat je ook weer woningen vrijspeelt. Als ouderen kunnen doorverhuizen naar een passende woning komt er ook ruimte voor starters en gezinnen.”
Sociale infrastructuur
Wel vraagt het bouwen voor ouderen een extra investering in de sociale infrastructuur. Ruimte voor informele zorg en ondersteuning biedt burgers de mogelijkheid om beter voor elkaar te zorgen. De vraag is natuurlijk of burgers wel zitten te wachten op die extra zorgtaken. “Als naasten de prullenbak bij moeder thuis nog niet kunnen vinden, wordt het een moeilijk gesprek”, reageert Westerlaken. “Maar uit publieksonderzoek blijkt dat meer dan zestig procent van de mensen bereid is om iets te doen voor een ander. Dat is hoopvol. Er is uiteindelijk wel een omslag nodig. Mantelzorg wordt nu vaak gezien als belemmerend in plaats van als een mooie eigenschap dan wel kwaliteit. We moeten daar anders naar durven kijken.”
Maatschappelijke discussie
Met het oog op de tanende arbeidsreserve is dit anders durven kijken wat Westerlaken betreft ook bittere noodzaak. “Er zit een grens aan de vanzelfsprekendheid waarmee nu een wijkverpleegkundige twee keer in de week komt helpen om te douchen. Daar moeten we de samenleving beter op voorbereiden. Dat vraagt een bredere maatschappelijke discussie over wat we collectief met elkaar regelen en financieren en wat we van elkaar mogen verwachten in de toekomst.”
Sociale aanpak dementie
In de praktijk ziet Westerlaken al ettelijke goede voorbeelden van een andere balans tussen formele en informele zorg. Ze roemt de sociale benadering dementie van zorgaanbieder Van Neynsel. “De zorgaanbieder heeft hier samen met de wijk, architect en alle andere partijen gekeken wat het vraagt als je die benadering in alles doorvoert. Dan gaat het over de inrichting van het zebrapad tot het informeren van bewoners over buren met dementie en het opzetten van een lunchgelegenheid voor de hele wijk. Als er voldoende visie is en partijen gunnen elkaar wat, dan kan er vaak veel.”
ActiZ geeft inclusieve, zorgzame wijken graag een zetje in de rug. Om die reden steunt ActiZ de wijkaanpak ‘Zo doen we dat’. “Dat is een initiatief van onder anderen de ggz en woningcorporaties voor vitale wijken. Het laat zien hoe je door samen te werken wonen, zorg, welzijn en de fysieke leefomgeving bij elkaar kunt brengen.”
Niet opknippen
En passant laten de goede voorbeelden ook zien waar de sleutel tot succes ligt. “Waar het goed gaat, wordt niet alles is opgeknipt”, verduidelijkt Westerlaken. “Er is juist gekeken hoe vraagstukken rond bijvoorbeeld wonen, dementie en overlast bij elkaar kunnen worden gebracht. Als een woningcorporatie veel verhuurt aan mensen die geen werk hebben, kunnen die misschien wel iets doen in het verpleeghuis in de buurt. Als we die vraagstukken stapelen vinden we eerder een oplossing dan ze in isolement te benaderen.”
Anneke Westerlaken was spreker tijdens het congres Wonen en Zorg dat Rabobank en BeBright op 18 september 2023 hielden in samenwerking met ActiZ en Dutch Health Hub. Naast Westerlaken voerden onder anderen Marcel Canoy (VU), Martin van Rijn (Aedes), Hans Adriani (aanjager wonen, welzijn en zorg voor ouderen), Tak Lam (BPD Woningfonds), Mariëlle Lichtenberg (Rabobank), Peter Boerenfijn (Habion), Anton van Mansum (Orpea NL) en Geertjen Pot (Zadelhoff / Centrum voor Zorg Slotervaart) het woord.