Duurzaamheid in de zorg verdient een betere fiscaal-juridische inbedding en concrete, meetbare doelen. Deze doelen zouden verder moeten gaan dan alleen milieu, vindt bestuurder Frido Kraanen van zorgorganisatie Omring.
“Duurzaamheid gaat over de balans van people, planet en profit. Organisaties beginnen vaak met planet en vergeten de rest, terwijl circulariteit in de kern een economische agenda is.”
Eenzelfde beperkte interpretatie van duurzaamheid ziet Kraanen terug in de recent afgeronde Green Deal Zorg 2. Deze draaide om vier speerpunten, waaronder vermindering van de CO2-uitstoot en het terugdringen van medicijnresten in het oppervlakte- en grondwater. “Op zich waren die vier onderwerpen goed, maar ik zou liever vanuit een integrale ambitie willen werken dan vanuit allerlei deelstukjes”, reageert Kraanen.
“Het is nu een soort lappendeken. ActiZ praat momenteel mee over een Green Deal 3. Ik hoop dat we verder gaan dan het toevoegen van nog één of twee onderwerpen, maar zoeken naar meer ordening en logica.”
Meetbaar maken
In een nieuwe Green Deal mag wat Kraanen betreft ook meer aandacht komen voor maat en getal. Uit een recente evaluatie van de Green Deal blijkt dat het ontbreekt aan meetbare doelen, waardoor vrijblijvendheid op de loer ligt.
“Op andere fronten zijn we heel goed in het meetbaar maken van dingen; bij tarieven en budgetten zelfs tot op de millimeter”, zegt Kraanen. “Bij duurzaamheid hoor je veel warme woorden en mooie intenties, maar gaan we die stap naar SMART-doelen zetten? Durven we bijvoorbeeld daadwerkelijk te zeggen dat geen enkele zorgorganisatie over vier jaar nog grijze energie inkoopt? We kunnen het concreter maken, dan weet ik ook waar ik als bestuurder op moet sturen.”
Pioniersarbeid
Als lid van de raad van bestuur van Omring heeft Kraanen zich de afgelopen drie jaar ingezet voor verduurzaming van de langdurige zorg, zowel binnen zijn eigen organisatie als binnen de sector in den brede. Symbolisch boegbeeld van deze inspanningen is het Groene Verpleeghuis dat Omring op Texel bouwt. Voor dit ontwerp ontving Omring vorig jaar de juryprijs voor Duurzaam Zorgidee van het ministerie van VWS.
“Wie zich niet voorbereidt op duurzaamheid staat één-nul achter”, motiveert Kraanen de pioniersarbeid van Omring. “Als je zelf nadenkt, word je niet overvallen door de grillen van de ander. Op een gegeven moment komen de verzekeraars, de banken of de inspectie met voorwaarden op het gebied van duurzaamheid.”
Bestuurlijke kronkel
Met name de zorgverzekeraars maken volgens Kraanen nu serieus tempo. Toch betwijfelt hij of duurzaamheid daarmee overal in de langdurige zorg al op de bestuurlijke agenda staat. “Veel aanbieders zitten in een kronkel. Als je ze vraagt of ze beleid hebben voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, zeggen ze vaak: we zijn een maatschappelijke organisatie die zorg levert, dus mijn bedrijf is honderd procent MVO.”
“Daarmee ga je voorbij aan het feit dat die activiteiten ook schade kunnen opleveren. Daarnaast leeft het idee dat de sector grotere problemen heeft. Bestuurders hebben buikpijn van de vraag hoe ze de kwaliteit op orde kunnen houden, terwijl het aantal klanten toeneemt en de arbeidsmarkt krimpt. Dus duurzaamheid kunnen ze er even niet bij hebben.”
Aantrekkelijk werkgeverschap
Met zulke argumenten schiet de sector zich in eigen voet, denkt Kraanen. “De toekomstige generaties eisen dat we werk maken van duurzaamheid. Als ik mensen wil verleiden om bij Omring te komen werken, moet ik ook denken aan MVO. Het wordt een belangrijke factor voor aantrekkelijk werkgeverschap. Je kunt werknemers niet langer uitleggen waarom ze op hun werk alles in één bak mogen gooien, terwijl ze thuis afval staan te scheiden. Ook andere stakeholders zoals banken en contractpartners vragen erom.”
Eenduidigheid
Juist die groeiende druk van buiten maakt dat Kraanen zo zoetjesaan meer beleidsmatige eenduidigheid zou willen zien. “Ik wil wel weten hoe we het duurzaamheidsstreven gaan realiseren in ons systeem. Komt er een decreet uit Den Haag? Wordt het onderdeel van een wet, zoals de WTZi? Je kunt ook de kaarten op het inkoopbeleid van verzekeraars, zorgkantoren en gemeenten zetten. We vinden inkoopvoorwaarden als naleving van de kwaliteitswet en verhoging van de cliënttevredenheid normaal, dus daar mogen van mij duurzaamheidsvoorwaarden bij komen.”
Geen eigen lijstjes
Eén bedenking heeft Kraanen wel. Contractpartijen moeten niet hun eigen lijstjes gaan maken. “Anders moet ik straks van de één afvalkilo’s terugdringen, de ander wil CO2-uitstoot omlaag brengen en nummer drie is voor biodiversiteit, dus moeten we opschieten met medicijnresten uit het afvalwater te halen. Als we dat allemaal moeten noteren en vastleggen, betekent dat extra administratieve lasten.”
Aanpassen belastingstelsel
Als de overheid echt werk wil maken van duurzaamheid, is herijking van het belastingstelsel essentieel, vindt Kraanen. “Het belastingsysteem is één van de grootste remmers op verduurzaming. Er is een soort energiesubsidie op fossiele brandstof. Kerosine en diesel zijn de enige producten in de EU waar geen belasting op wordt geheven. Door die korting op de energiebelasting wordt de businesscase voor hernieuwbare energie lastiger. Een ander fenomeen is dat we meer belasting heffen op arbeid dan op grondstoffen. Daardoor is repareren duurder dan nieuw kopen.”
Breder kijken naar duurzaamheid
Toch ziet bedrijfskundige Kraanen ruimte voor een duurzame business case, al is dat wel een kwestie van anders of in ieder geval breder kijken. “Het nieuwe stadhuis in Venlo laat zien dat een duurzaam gebouw gezonder is en tot minder verzuim leidt. Dus gezonde bouwen kunnen we deels terugverdienen in de vorm van verminderd ziekteverzuim. En dan heb ik het nog niet eens over wat een duurzaam gebouw voor de bewoners betekent.”
Texelse schapenwol
Dat een duurzame benadering ook winst voor de samenleving in den brede kan opleveren, bewijzen de plannen voor het Groene Verpleeghuis dat Omring op Texel gaat bouwen. Voor warmte-isolatie grijpt Omring naar de wol van Texelse schapen. “Schapenscheerders kunnen hun wol momenteel niet kwijt”, legt Kraanen uit. “Niemand wil die kopen. Dan moeten ze het afvoeren, wat een boer 20 cent per kilo kost. Wij gaan die wol gebruiken voor isolatie. Die isoleert beter dan steenwol én we maken de lokale economie vitaler. Daar heeft Omring ook weer baat van, want mensen willen bij ons komen wonen en werken.”
Onrendabele top
De kunst is om zulke baten zichtbaar te maken. In de zorg is dat lang niet altijd mogelijk, omdat kosten en baten vaak niet aan dezelfde partij toevallen. Dat kan een rem zetten op ontwikkelingen als verduurzaming. “Soms zie je de baten terug in je business case, zoals bij een gezonder gebouw in een lager verzuim”, aldus Kraanen. “Maar het is ook goed denkbaar dat het meer maatschappelijke baten zijn, die niet in jouw kasstroom terugkomen. Ik roep mijn collega’s op om dan niet meteen een streep door zo’n investering te zetten, maar juist goed te kijken of je deze onrendabele top uit eigen vermogen kunt bekostigen. We hebben het immers over geld dat is opgebouwd met maatschappelijk kapitaal.”
Economische P
De verkenning van nieuwe financiële instrumenten doet wat Kraanen betreft niets af aan de noodzaak van een robuust financieel fundament. “Als je wilt dat het systeem duurzaam is, heb je het ook over de P van profit. En dan bedoel ik niet ‘winstuitkering’, maar de economische P van prosperity. Die moeten we in de zorg niet vergeten, want we moeten wel elke maand de salarissen kunnen overmaken.”
Frido Kraanen is tijdens de Dutch Health Week op 14 juni één van sprekers tijdens de openingssessie over duurzame zorg in de Dutch Health Hub Arena. Registreer je gratis en reserveer je plek.