Regionaal zorgbestuur moet balans brengen tussen flexibiliteit en sturing

Regionaal zorgbestuur
Ben Crum
07 mei 2021
4 min

Met een vernieuwd regionaal zorgbestuur, waarin niet alleen de ziekenhuizen en particuliere klinieken, maar ook GGZ-instellingen, de eerstelijnszorg, zorgkantoren en gemeenten zijn vertegenwoordigd, moeten we op zoek naar de balans tussen flexibiliteit en sturing in de zorg.  

De coronacrisis heeft enorme kracht en veerkracht bij de zorginstellingen naar boven gehaald. Tegelijkertijd legt ze bloot hoe gefragmenteerd de zorgsector is. De afstand tussen Den Haag en de individuele instellingen blijkt groot. En aan effectieve samenwerkingskaders tussen instellingen ontbreekt het veelal.

De coronacrisis laat zien hoezeer het Nederlandse zorgstelsel rondom individuele instellingen binnen één sector is georganiseerd. Het is op dit niveau dat de kwaliteit wordt gecontroleerd en de overheid haar eisen formuleert.  De zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor de inkoop van zorg. Ze kanaliseren de financieringsstromen binnen de sectoren en de instellingen. Verzekeraars en toezichthouders beogen het stelsel te prikkelen tot verbetering van de kwaliteit en, bovenal, kostenbeheersing. Gevolg is dat het de sector moeilijk gemaakt wordt om samen te werken. Er kan dus geen collectieve identiteit ontstaan.

De coronacrisis is een maatschappijbrede crisis die het niveau van individuele instellingen ontstijgt. Ziekenhuizen zijn  door de toestroom van patiënten overweldigd. Snel bleek dat de Intensive Care-capaciteit nationaal moest worden gecoördineerd. Door de aandacht voor de ziekenhuiszorg werden in de eerste golf de problemen in de instellingen in de gehandicapten-en de ouderenzorg over het hoofd gezien.

ROAZ

Particuliere klinieken werden aanvankelijk gedwongen de reguliere zorg te staken. Ze moesten personeel en apparatuur uitlenen aan de ziekenhuizen, zonder dat zij zelf actief in de coördinatie werden betrokken. Het Regionaal Overleg Acute Zorgketens (ROAZ) ging de  zorg in de regio’s coördineren, maar ze hadden beperkte handelingscapaciteit als netwerkorganisatie. Ze waren afhankelijk van de inzet van sterke instellingen. De GGD’en, die oorspronkelijk als taak hadden crises te beheersen in hun regio’s, bleken te uitgekleed en te klein om deze taak op zich te nemen.

Bij dit alles zagen we dat het het ministerie van VWS ontbrak aan de middelen om grip op de sector te krijgen en sturing te geven aan de aanpak van de crisis. Tegelijkertijd beloofden de verzekeraars te bekostigen, maar vertaalde hun centrale positie in het veld zich niet naar een beleidsmatige bijdrage aan het beheersen van de crisis.

Het zorgstelsel ontrafeld

De coronacrisis laat de noodzaak zien om de samenhang binnen de zorg te vergroten. De zorgen op dat punt zijn niet nieuw. De coronacrisis heeft ze wel urgenter dan ooit gemaakt. Dat geldt zeker ook voor de grote uitdaging die nog voor ons ligt: het spoedig en effectief inhalen van reguliere zorg.

Gezien de recente ervaringen is er vooral aandacht nodig voor het regionale niveau. Daar zijn de uitdagingen het grootst. Zie voor een aantal nuttige voorzetten en ideeën op dit punt ook het zeer recent verschenen boek Het Zorgstelsel Ontrafeld van Martien Bouwmans, onder meer bestuurslid van de Guus Schrijvers Academie.

Op regionaal niveau behoeft de zorg vereenvoudiging en versterking. Momenteel zijn er niet minder dan vier relevante regio-indelingen. Naast de genoemde ROAZ, hebben we de ambulanceregio’s (RAV), de veiligheidsregio’s en GGZ-regio’s. Ieder van deze indelingen kent haar eigen grenzen. Vereenvoudiging is dus gewenst. Hierbij moet rekening worden gehouden met een effectieve koppeling aan het democratisch bestuur op het niveau van provincies en gemeenten.

Doorzettingsmacht

Versterking is nodig om te kunnen schakelen tussen instellingen en sectoren. De verbanden moeten meer zijn dan een netwerk-organisatie die slechts zo sterk is als haar zwakste schakel. Dat behoeft een sterkere organisatie die actief kan ingrijpen en doorzettingsmacht heeft in de toedeling van zorgcapaciteit en -taken. De kunst is daarbij om de benodigde regionale taken nauwkeurig af te bakenen zodat de veerkracht van de individuele instellingen behouden blijft.

Met een vernieuwd regionaal bestuur, waarin niet alleen de ziekenhuizen en particuliere klinieken, maar ook GGZ-instellingen, de eerstelijnszorg, zorgkantoren en gemeenten zijn vertegenwoordigd, moeten we op zoek naar de balans tussen flexibiliteit en sturing in de zorg. Een versterkte regionale zorgorganisatie kan bruggen slaan tussen de verschillende vormen van zorg. Het vormt een hoognodige schakel tussen de Rijksoverheid en individuele zorginstellingen en laat tegelijkertijd ruimte voor verschillen tussen regio’s. In plaats van het beeld van een markt waarop zorginstellingen met elkaar concurreren, kan een vernieuwd regionaal bestuur gezicht geven aan een zorgsector die gezamenlijk haar onmisbare functie voor de samenleving vervult.

Wilt u meedenken over vereenvoudiging en versterking van het regionaal zorgbestuur en de mogelijkheid hebben om vragen te stellen aan een deskundig panel? Schrijf u dan in voor de conferentie Lessen van de coronacrisis: Governance van de zorg na de pandemie op 21 mei 2021. Met de code VUSOG21 geldt het gereduceerde tarief van 60 euro in plaats van het reguliere tarief van 100 euro.

De tekst is geschreven in samenwerking met Franske Keuter en Wilco Oosterwouder. Franske Keuter is adviseur en commissaris in de zorg, onder meer bij medische centrum Annatommie. Wilco Oostwouder is advocaat, redacteur en mede-auteur van het Handboek Compliance in de zorg en lid van het zorgteam van Loyens en Loeff.

Uitgelicht

Persberichten

Plaats zelf je persbericht

Lees meer

Gerelateerde artikelen