Veel zorgverleners krijgen regelmatig met de dood te maken, patiënten en hun naasten niet. Er bestaan bij hen veel misverstanden rond de stervensfase die voor onnodige onduidelijkheid en extra leed kunnen zorgen. Longarts Sander de Hosson zet er voor zorgprofessionals negen op een rij.
1. Als er geen chemo of immunotherapie meer is, kan de dokter niets meer doen
Sander de Hosson stoort zich eraan dat soms het woord ‘uitbehandeld’ wordt gebruikt als systemische behandeling zoals chemotherapie of immunotherapie niet meer mogelijk is. “Dat klopt echt niet. Een patiënt is nooit uitbehandeld. Er kan nog heel veel gedaan worden om de kwaliteit van leven in de laatste levensfase te verhogen. We kunnen als zorgverleners de weg naar de dood verlichten en verzachten.”
2. De patiënt kan kiezen tussen euthanasie en palliatieve sedatie
Patiënten kiezen of ze wel of geen euthanasietraject in willen gaan, dat is een keuze. Palliatieve sedatie is het verlagen van het bewustzijn met als doel om symptomen adequaat te bestrijden in de laatste levensfase. Dat is een behandeling die de behandelend arts zal inzetten in als er lijden is in het sterfbed waar geen goede behandelingen meer over zijn. Om misverstanden te voorkomen, is het heel belangrijk over de verschillende mogelijke behandelingen al ver vóór de stervensfase te praten. Hiervoor is Advance Care Planning belangrijk.
3. Euthanasie vragen is euthanasie krijgen
Euthanasie is geen recht. De arts heeft het recht om nee te zeggen. De Hosson: “Je kunt niemand verplichten een einde aan het leven van een ander te maken. Er zijn nog steeds mensen die denken dat ze binnen no time een spuitje krijgen als er maar om vragen. Daar komt echt meer bij kijken en verdient zorgvuldige afweging van alle kanten“
4. Sterven laat zich plannen
Als je mensen vraagt waar ze willen overlijden, zegt 70 procent dat graag thuis te doen. Dat gebeurt maar in 33 procent van de gevallen. Het stervenstraject verloopt vaak grillig. Soms wordt een patiënt toch benauwd of is er geen gespecialiseerde thuiszorg beschikbaar. De Hosson: “Uiteindelijk gaat het er niet om waar iemand sterft. Wel dat iemand zich veilig voelt op die plek.”
5. Palliatieve sedatie bespoedigt de dood
Er is geen enkele aanwijzing dat wie palliatieve sedatie krijgt, korter leeft dan hij zonder deze ingreep had geleefd, wel comfortabeler. De Hosson: “Dit is belangrijk voor mensen met een religieuze achtergrond. Die willen vaak geen behandeling die dood bespoedigt en zien daarom af van palliatieve sedatie. Ze lijden zo terwijl dat helemaal niet nodig is.”
6. Palliatieve sedatie gebeurt met morfine
Er wordt nog vaak gedacht dat palliatieve sedatie met morfine gebeurt. De Hosson: “Dat klopt niet. Morfine wordt gebruikt voor symptoombestrijding, bijvoorbeeld als de pijn of benauwdheid te groot worden. Als de behandelend arts morfine inzet, is dat niet hetzelfde als palliatieve sedatie. Dat geeft regelmatig onduidelijkheid.
7. Stikken is een veel voorkomende doodsoorzaak
Stikken is volgens De Hosson een existentiële angst waar veel van zijn patiënten mee rondlopen. Maar mensen stikken meestal niet. En het geeft veel rust als ze dat weten. De Hosson: “Het lichaam heeft een beschermingsmechanisme. Organen falen in de allerlaatste levensfase en kunnen daardoor afvalstoffen niet meer kwijt. Daar wordt de terminale patiënt meestal suffig van. Op de dag van overlijden is die dan subcomateus of comateus. En mocht dat niet het geval zijn, dan is er altijd nog medicatie om de benauwdheid te bestrijden.”
8. Bij reutelen stikken mensen
Veel stervenden ‘reutelen’ omdat er slijm in de keel blijft hangen. Voor nabestaanden die waken rond een sterfbed, is dat een angstig geluid. De Hosson: “We weten het natuurlijk niet zeker omdat we het niet kunnen checken, maar de overtuiging van experts is dat de stervenden er geen last van hebben. Het is geen teken dat ze stikken. Het is belangrijk om hier de nabestaanden over te informeren.”
9. Een stervende is na palliatieve sedatie continu buiten bewustzijn
Palliatieve sedatie zorgt voor een bewustzijnsverlaging tot het niveau dat symptomen draaglijk zijn. De Hosson benadrukt dat diepe slaap geen doel op zich is. Het kan dus gebeuren dat iemand na palliatieve sedatie nog bij bewustzijn komt. “Het is belangrijk dat zorgverleners dit communiceren met nabestaanden, zodat die niet schrikken als iemand plotseling weer bij bewustzijn komt.”